
A*.i <7<ji. zyne ichulden dienen zbüden ywelk voor- ■
Vertrok
Soerabaja
ftel; van haay Edel heden aangenomen is.
De Heer Na de dood van de Heer Polernan had-
koim als ^iaar Edelheden den Bevelhebber Ja-
Veld-Heer cob Coeper als Veld-Heer overhare krygs-
op Sama- magt, en Kapitein Daniel van Renefle,
rang. als zyn tweeden; aangefteld, die den i juny
Zend'den met v'er fchepen-en'eenige magt vertrok,
Heer Sloot den io op Samarang quam, en even na
ora Cadjo- zyne landmg, Kapitein Johan Albert Sloot
ijm te ver- 27 vaandels Eui'ppianen, en z yaandels
£cn‘ Boegineezen, na de Zuid van Java zond,
om daar met des Soeioehoenans leger,
waar pver de Veld-Heer Radin Aria Sin-
doe Radja ’t oppergezag had, te vereeni-
gen, en na Wanne Carta (nu Carra Soera de
Ningrat genaamd) op te trekken,omGa-
djoran, Taroena Djaja’s fchoonvader, die
zieh daar vaft gemaakt had , te verdel-
gen.
Na. twee dagen pp Samarang geweeft
vuCacap* te ¡ t f ’ vertr°k hy met de fchepen na
par. Soerabaja, en rukt van daar metzynmagt
ten eerlten voor Cacappar, dat hy bele-
gerde.
lakka's * De Koning van Palakka droegzigdäp-
dapper- jper voor die plaats. Hy yrierd op zekeheid.
ren dag recht voor zyn hoofd gewond,
waar op hy beloofdedie plaats binnen drie
dagen je veroveren, gelyk zy den z i Oe-
toöer fformehderKänd veroverd wierid, al-
waar de meefte Macafläaren van Crain
Gliflon bleven, en hy naderhandzelfopk
zeer zwaar gequetft wierd. Hy ontquam
het egter door hulp der zynen, en nam zyn
toevlugt tot Taroena Djaja, die in-’t ge-
bergte van Antang neftclde ; dog ftierf
den 29 November aan zyn wonde.
Na dat de Heer Coeper den 3 Augu-
mctaanzic- ü* °P gekomen was, wierd hy door
nelykelie- een Moor, uit de näafri van vier Macaf-
dcu faaten, te weten, Carra Tjarra' Carra Ra-
pa, Carra Bangoe, en Carra Batoc, als
gyzelaars door Crain Gliilon aan hem
gezonden, verwelkomt.
Dit waren geringe lieden, diemäärqua-
men, om hem te verzekeren, dat Crain
.Gliflon (toen nog leveude) wel tot de vre-
de, genegen was • maar dat ’er andere te*
fen wmen. Coeper, die dit maar als een
rygsiirt, om tyd te winnen, aanzagvIiet
Zig daar door geenzins ophouden, eil liet
zig door de Heer Jeremias van Vliet (die
- : na de Heer Polemans dood »t gezag, voer-
de) als Veld-Heer voorftellen, eh Radja
Boni (o£ de Koning van Palakka) verwei-
- -. komen.
Glifibu^1* Kort na die voorftelling verfcheenenook
fprekeu. die vier gyzelaars met nog twee zoonenvan
Montemarani, alzoo. Coeper aan Crain
Gliilon, Crain Rapoetfini, en Dain fylan-
gale, Hoofdeft der Macafläaren, had laten
weten, dat hy niet, dan met lieden
van meer aanzien, handelen, en hen niet
anders,dan op de bede van vergiffenis we-
I p p hare begane mifllag, toegang tot hörn1
geven wilde.
I Deze twee Macaflaarze Grpoten , Dain
Mangapa, en Dain Manjeliki genaamd ,
quamen in vergadering, gevraagd zynde,
pf zy laft hadden, om van vrede te han-
delen, zeiden;, neen y dpg dat Crain Ra-
poetüjiiy en Dain Mangale ,; jonger broe-
I der§v^nCrain Gliflbn,en meer andere pp
zyne begeerte, op Sbka,, om met hem te
handelen,komen zouden, waaröp.zy weer
nahun verblyfplaatsvertrokken.
. De Heer Coeper zond daar op Kapitein Hy. van de
Cafpar Laurens Altmeyer,, den Fifcaal,
Gerbrand Müller, en den Lyitenant Ja- r'" bcdr°-
cobus Macquelin met een briefden 26 Au-&cn'
gufti na: Crain Ghflbn,.die beloofdeover
te zullen komen, gelyk hy 00k agt Ma-
caflären yan aanzien met hen zond, die
den I© Äugufti op Soka quamen.
Men ilelde zeveri ppften, of zaken, in
geichrifte op, waar tegen zy veel uitvlug-
ten maakten, zeggende, dat hen ’t land
van Soerabaja door den Soeibehoenan ge-
fchonken'was, waar vaiyGrain Gliilon
een Brief coonde, hem door'Pari Oerawan,
ep Temanggong Djajalalana gebragt j dog
Pati Oerawan hier op gehoortzynde,ont-
kende dat; maar zeide gelaft te zyn, om
Grain Gliilon met voorraad en vplk, mits
dat hy Taroena E)jaja alleafbreuk cioen
zoude, te hclpen. •
Hy verzögt oök alle de Javanen, van
Beide de geflägten', by hem zynde , te mögen
mede nemen; al ’t welke afgeflagen
wierd, uitgenomen die vrouwen, met wel*
ke zy met hären vrye wil getrouwd waren,
en die den Soeibehoenan: hen ophun
vcrzock zpu willen toe^aan^ /
Zy namen dan eipddyk alles, dät wy .
fien vborftelderi, aäh, erTden \ September
wierefen ’er drie aflchriften van gemaakt,
die op den Coraan, en ohdereede,
by het drinken van hun kris-water, be-
zworen zynde , zoo verzogt. Rapoetfini
weer' na Cacappaf te' vertrek‘ke'n. Doch
van al dit bezwoorne door de Macallaren
quam piets, en, zy toonden. aan de onzen,
dat zy niet apders gezog,t. hadden , <dan
tyd te wipnen. . - . . .1^ ' "'
Daar op. befipöt de Heer Coeper met Verovert
zvn raagt van 88^4 man, zoo Europeers, Gacappaf.
als Inlanders, Crain (jiiflon aan te tafteri, «
brak dea y September van Sokaop, quam
den 18 dito .voor Cacappar, en nam. het,
na een hardnekkig gevegf, den z 1 Öc-
tober in.
Radja Palakka zwom , gedurende dit Dapper-
bcleg, met een plank ,op ’t hoofd« over heid van
de Ri vier, en borg zig- in een huisje aan ^cnl^on,l,8
den oever der zelve, werdende ten. eer- j^|" ^ lak’
jften door Kapitein Jan Eranszoon; gefiof- mcaandc-
pen, gelyk Kapitein Jonkerdie gehcele«.
dag in. de zon op zyn buijc,. om het fei
fchieten te myden, met eehgroot deel van
• - zyn
nen bei
<5 R O O T
zvn volk heeft moeten Jeggen. Die Koning,
Kapitein Jonker, en Kapitein Altmeyer,
hebben }t voornaamfte in dat beleg
verricht.
In dit beleg zyn 00k geweeft Kapitein
Thileman van Eeuwyk , de Koopman I
Willem Bailing, de Luitenants Modi, 1
Joannes Struis, en meer andere, my be-
kend.
S oeilr r r De raa8t van Crair* Gliflön beftond in
fon was."' 2,000 gewapende mannen.
Zy vlugtten den 21 dito uit hunne werken
voor Cacappar na ’t dorp Solo, een !
kanon-fchoot ’er afi Crain Gliilon ontquam
het j dog Crain Rapoetfini, en Dain
Mangale quamen op Solo met 300 van
hun vplk in onze handen. De Boegis
maakten veel buit, en kregen veel llaven,
pieken, kriflen, gemalide kolders, enz.
Van de voornaamfte bleven .’er (behal-
ven 500 gemeene) Somo Tibon , Toka-
ma, Qrain Tinoe, en Dain Manöepa. Wy
hadden 2 Europeers, verloren , en 10 ge-
quetften bekomen. Ook vondenwydaar
a- metale 4 ponders, 3 twee ponders, 3
yzere ftukken van een, ponds kogel, die
men de Soeibehoenan gaf, en veelbaflen.
Van Rata Ichreef de gevlugte Gliflon I
zyden.
J A V A ; i i y
een briefje, aan de Heer Coeper, waar by A°«xd7i.
hy om vergiffenis verzogt. En die hem
de Opperkoopman, en Treinmeefter van
Vliet dqn 12 November zond, met belof-
re van vergiffenis voor hemen zyneGroo-
te, zoo zy op Solo voor hem v€rlchenen.
Daar wierden weer eenige zaken, in De Macaf-
acht leden beftaande, opgefteld, en door iäarengc-
negen Macafläarfche Grooten, Dain T e - vcnzig aan
lolo , Dain Matadjam, Aroe Zangaleai0nsovcr‘
Aljas Aroe Tliong, Crain Mamampang,
Dain Momoentoeli, Dain Mafoero , Car-
re Bangon Bieding, Dain Mangopo, en
Dain Mangrapa, ondertelcend. Waar op
zy ook alle den 9 December by de Heer
Coeper op Solo quamen, uitgenomen Crain Crain Glif-
Gliflon , die van zyn wond op Antang by doo‘1>
Taroena Djaja overleden was. Zy alle
wierden met onze fchepen naMacaflärge-
voerd.
Op Pafläroewan was nog Crain Pana-
raga, zoon des Konings van Bima, die
mede misnoegt was, welken de Heer Coeper
in der minne dede aanzeggen, dat hy
van daar op Soerabaja komen, en na Batavia
, o f anders na zyn land, keeren moelt;
gelyk hy ook cerft na Batavia .entoenna
Bima vertrokken is.
VYFDE HOOFDSTÜK.
DE Hetr^ Sloot’s iflaikige vmvtrmg -jan Cadjorans Veßim, n z . I)e Heer Cop.
r r J jg & i - i Taroena Djaja ep na Angtang. Fereperd eenige Pagars. Taroe-
oa Djaja gedwongen zieh over te geven. Ne, verhaal hier vm. Kapitein Tonker“ i
1 I M P l 0p m m ß m , g»a, op | Keiner, ,aß, J S S
IvLt t l DJaJ¡¡sgewaad. Goederen, door hem uit Manram gernfd
■ Wa, Jonker voor dtt vangen irok. Redenen, om welke Taroena Djaja
n 9 ’ Jonkers toorn hier over. Wat hem
m e t Z T t ^ VtWiJ eJ}hmk? n Mi G'fiM met Coeper hier over. Coeper trekt
tnet bet leger af. Madura komt weer aan den Keizer, Dat by we? febenkt De
H ^ Z r T t h P “nombahanGiri- Het W h omftandig "v er ha aid'werd
Rbrwn De°KeiZ eiTt. Oes Panombahans mag, beim
Al, f l . 1 • i f - y"ten. Alt ook die van Kapttem Altmeyer. Het H. Grvaafn, ezny »v emrdeeießhlt bzheelednv edrewr a7n«-.
Sec awtTngcn. j w zieh rA"a. 16P81 ®juam o -verg GevWen-. WEn zieh vÄoor deÄn Keiz ePro lvgoarr
■: oatmedtgdc Nimrod ovetwonne». Landen, nu ander do Keizer ¡aan ™ ffaat
antrenZZ Tsjeribon tegen den Soefoeboenan Amangkoerat. Vuile daad
ontre», de« Pr,ns Smgafarie. Di,ns Gemahn daar na Suliban Sa äh’a S
Dat meuwen baut van Amangkoerat tegen hem verwekt. Gedrai van Atnanekoe^
T J r h T lb 'j ■ Dm ™» Soerapati’sgiw/. Wie hy was. Werd door
haar Edelheden m genade aangenomen. Sjeich Joefef geflogen, word bewoien zieh
over te geven. En werd na Caap der goede Hope rezondtn De .
Soerapan na Pangerang Poerabaja. Die hem beweegd zieh over te Z v e nH a a r^
S ” ^ ‘ » zy» vergiffenis-brief. Soerapaif door C n f l e l e / X S
handelt. Die ztef,, gedrongen zynde, imetkt. Waar op Cuffeler hem de iehuld
otnßltd1 - p lo e “ p vervolgd, en zedert van den Soofoehoenan hof
S S » c g ang M p K mgenade aangenomen. Nader bericht wegens die
zaak van Soerapan. De Heer Tak aan de Keizer als Gezan, gezZen Hoe d.
zaken tuffchen dien Forfi, Soerapati flonden, g'wnaen. Hoe de
p z m t Gz