A, 1653. wittîg zynde oht met ben te gaan, he
Holländers t volk van den Tanadar aange-
grepen, waar over tujfihen ben en de Holländers
een gevegt oniftaan is , waar door
. eenige van den Tanadar's volk gequetft¿ en
eenige Holländers dood gebleven zyn.
De Koop- Wanneer wy nu quamen om vrede tuf-
man feben ben te maken, heeft ons de Heer Fa-
îrceftver- Chan (plzoo by Heer van deze Landen
langen «) aaniefthrrycn , dat wy de Holländers,
door van zooytelals’t mogelyk was, lat vreede en
Tosgro. eendracht zouden zien te bewegen, dat wy,
na veel moeite eindelyk hebben te wege gefragt}
waar op dan 00k gevolgd is -, dat de
Koopman Hpekgeelt vertrokken, en in zyn
flàats hier Landre Jan van Tongro gebleven,
die zieh ftrax na 7 Hof van Vifid-
pour begeven heeft, om den Fatek Chan te
gaan bezoeken. . ..
Zynge^ Wy hebben hem 00k vergezelfihapt, gè-
forekover fyk 00k mede Somagi Pandita Tanadar
S S 16 m n&ur]<i , met zyn Meefters verlof. Na
gie. dat viy nu den Fatck Chan bezogt hadden,
heeft by hem aangezegt, dat bet toen meer
ais drie jaren geleden was, dat de Koning,
zynen Heer , hem 7 Land van Wingurla
gefebonken had ¿ en nochtans hadden zy hem
in den voorfz. tyd niet komen bezoeken,
vragende ver der, waarom by hem nu een
febenkagie van zoo weinig waardy fragt,
alzoo hy niet w iß, wat hy daar a f ¿anden
Koning geven, en wat hy voor zig zelven
1er a f houden zoude.
Hier op gaf den voorfz. Landre Jan van
Tongro tot antwoord, dat'er van Batavia
een fchip met een Koopman ßond te komen,
en dat die Koopnian zòo ras niet zou äange-
komen wezen, of by zoude hem komen be-
. zoeken.
De Haags 'er aan quam een Patanier van
Koopman Wingurla me{ tyding, dat een Hollands
BacharachJ^p A . 16 fz met den Koopman Jacob Ba-
om* charach gelukkig hier aan gekomen was.
Kort daar aan heeft den Fatak Chan
Landre] an van Tongro by hem doen körnen,
en hem aangezegt, dat¡ zoo ras des
Konings bezoeking zou gedaan wezen, hy
hem dan flrax wegzenden zoude. •;
,g Daar op heeft Fatek Chan daags'eraan
Is Konings bezoek in 7 werk geßeld, en ter
zelver uure heeft een Gezant van den voor -
vuuiuc z^gden Chan, Abdul Hhakimagenaamd,
Vorft, en een r*n& van Robyn, en yoo Pagoodenaan-
dege- gebracht, en die in 7 bywezen der Hollan-
fchenken dors aan zyn Majt. aangeboden, waar over
weer. Koning van Vifiapour, zeer wel te vrede
zynde, aan de Holländers goede ßukken
van gelaboreerd Lywaad, en een Paardge-
fchonken, en hen zoo weder weg gezonden
heeft, hebbende van gelyken aan den Fatek
Chan eenige gelaboreerde Lywaaden, een
ring van Diamanten, en een Paard verterà,
die daar op toen 00k met alle eere en
achting vertrokken was, zonder dat hy weder
op Wingurla quam.
hier.
Verfchy
ningvan
Fatek
Chan
voorde
Daar na verßaan hebbende, datcenKoop- a I
man van ¿reole achting, Jacob Bacharach, 3'
aangekomen was, heeft hy an Gezant aan
hem gezonden, Jerangi genaamd, en een
Moor vangeboorte zynde, en met den zelven
hem een goed Paard, een zeer.koßelyk
gelaboreerd ßaaplaken, en een góed Cambo-
lia toegezonden.
Hier over behoctrde Jacob Bacharach te
erkennen, dat den Fatak Chan hem byzyn
(tankomß eere aangedaan, en getoond heeft
vnendfehap met hem te willen houden, waar
tegen by aan den ZelVe niets in vergelding
weerom gezonden, en aan den voornoemden
gezant noch gezegt heeft -, dat den Fatek
Chan hem geen recht gedaan had, en dat
hy hem daarom niets wilde zenden.
Daar op heiftjerm gi hem geantwmd, Moeiie.
aat, als de Holländers in de tegenwoerdig-ljhheda.
beit van den Fatek Chan quamen3 hy hen tuchen
veel eere en agting bewezen , eh ook de & -Sr-®acha"
zoe¿*n& van den Koning voor hen te weegeFatek*
gebracht, en 00k een ring van Robyn daar Chan.
toe gegeven, en hem daar op verzogt heeft,
dat hy hem iets tot een gedachtenis wilde
zenden ¿ en hem geenzins ledig laten gaan
alzoo hem dat geenzins behagen .zoude.
Dat mede aangaande den gewezen twiß,
daar voorgevallen zynde, zieh na Wingurla
begeven had, om daar na alles naauwkeu-
rtg onderzoek te doen, op dat, als hy weder
voor den Fatek Chan ¿oi^yerfebenen
£yn, hj hem "van allés net bericht geven
HÜH en dut hy dan te weeg frengen zoude,
dat hen goed recht zou werden gedaan.
Dat daar op zekeren Caffi Pandit hier
gekomen zynde, Jacob Bacharach hem had
behooren te gem'oet tégààh, dai niet ¿efihied
ts, maar heeft hem den voornoemden Lan-
dre Jan van Tongro toegezonden , waar
over die Pandit zeer misnoegd geweeß is.
Daar op was Jacob Bacharach 4 a f Bad¡mch
aagen er na hem komen bezoeken, toonenderoéá hier
hem toen, na dat hy hem aan onze Logiecea^cc~
gebracht had, een model van een ß een enl^™ *
buis, dat hy (Bacharach) voernefnens was ouwen*
eerßdaags te laten maken, fchoon zulks te-
gen baren wille w/as, ’/ welk de vomwem-
de Caffi Pandit rchriftelyk aan zyn mee-
ftèr betend gemaakt heeft i als mede boe zynen
eerften gezant, Jerangi, en by mede,
/ljify f rio l~ìr,/ / 0 1 . _7_. . ■ r ,
o -0— 3 dat hen 7 timmer en van
*tßieenen huis belet wierd, om daar door te
weeg te fr engen , dat zy onze fchenkagii
mogten betaalen'.
Daar door is *er terfiond een verbodgekommen
, waar door dat dan qok belet geworden
isi, gelyk wy daar op ook aan Jacob Bacharach
gezegt hebben, dat hy Han niemand
bekend maken zou, dat hy genegen waszul-
ken buis te timmeren, alzoo hy , na dat
Caffi Pandit na Vifiapour vertrokken zou
wezen, dit huis dan zonder eenige verhin-
dering zou komen bouwen ¡ doghy heeftgeenÂ
i6i< zins'na onzen goeden raad willen luifteren,
’ waar door de vyandfehap tuffchen Caffi Pan-
-dit en Bacharach hoc langer hoe meer aan-
I gegroeid is.
\\ -Wy hebben Jacob Bacharach daar op
En zyn merzogt, van dog maar ßiltezyn^. beloven-
verder g ¿e ^ ¿at Wy gjj, zaak buiten fchade van. de
S tig 1" K . MaatJchappy zouden tragen ter neder te
hcdiÿf. loggen5 dog hy gaf ons tot antwoord, dat
wy over die zaak. .nièt te Zeggen hadden ', en
dat hy Jacob Bacharach was , die welregt
op zyn eigen voeten kon gaan, Waar op hy
dan ver der, buiten ons weten, 2, Hollanders
Hay: Harderwyk, en Pieter van
Sandvliet aanßonds na Vifiapour aan den
Koning gezonden heeft -, om overdezen Caffi
Pandit te klagen, 7 welk Caffi Pandit verßaan
hebbende, heeftßraks zyn volk over
Ballagate gezonden, en de 2 Hollanders doeh
aanhouden -, inr't land van Utur y dog onze
vriendeHi, aldaar. wöonagig, hebben haar
begunfligd, en ook den voornoemden Pandit
over hem doen aanjprekèn, waar op zy ook
los gelaten zyn. Van daar zyn zy voorts
na Vifiapour getrokken , dlwaar gekomen
zynde zy meer dan àndérhaive maand buiten
7 Portaal van de ordinaire vefiing ge-
plaatfi zyn geworden.
Zwaren ^en Fatek Chan, dit. verßaan hebben-
eifchvan de, heeft haar doen voitr hem körnenden hen
den Fatekaangezegt, dat, zoo zy in zyn land hun
-verbly f \suilden houden. zy hem eengefchenk
van l OOOO pafoOdep*¿ZMjJe*i mneten
en dat zy , des ongenegen zynde, dan met
langer in. Zyne landeil hadden te woonen-,
waar mede hy hen haar affcheid gaf .
In dezer voegen heeft Jacob Bacharach
door zyn onverßand de eere en agting der E .
Maatfchappy hier doen verminderen, en
haar de zelve geheel doen verliefen ¿ weten-
de zyH Mede-Raaden daar toe ie bewegen
om dit alles nevens. hem te teekenen, zoo als
7 hem maar belief de.
Van Voor dezen. handelten de gemelde gezan-
Twift, fen en Kooplieden Joan van Ttoift, Pieter
Paats, Paats* deti Refident Blokj Gomelis van
Blok, van Saanen* ¿« Pieter Sterthemius, heel an-
^Ster-* ders, levende met de Mooren m eenvafiien
theniüs pryfelyke vrietidfehap , waar door zy by de
bevorens zelve zeer geagt en ge'èerd waren, dog deze
hier Ge- heeft zig zeer bitter tegen de Mooren aange-
ianten.en zonder na onzen raad te hebben wilden.
luifteren, dat in zig zelven zeerqualyk,
en ook tegen onze gewoonte 5 weshalven hy
osidienftig is, om hier te handelen.
« Het welk wy verklaaren de waarheit te
zyn, en ook klaar is blykende, want
Vct(j ,i. Zoo baaß Jacob Bacharach h/er maar
bericht* g&omen was, heeft hy terfiond na Goa bevisi
Ba- ginnen te varen, en+ van ons ¿O00 pagooden
charachs genmen hebbende, heeft hy gewerkte en on-
gedrag, gewerkte diamanten aan boord gebracht, gelyk
ook meer andre juwe eien , doende alzoo
groote onkoßen ten laßt van de E . Maat-
f chappy.
Als hy nu op zyn vertsék na Goa ftond', ^
verzogt hy aan ons, dat wy hem een briéf
van aanbeveeling aan onze vrienden aldaar
mede. geven zouden , op dat hy aldaar van
hen met eere en achting ontfangen mögt werden,
7 Welk ook alzoo gefchied, en meton-
ze frieven aan Raulu Sinay Dejfay van
7 Land van Bicholin ', afgegaan ts ‘, ver-
zoekende zeer ernßig ', dat hy hem, daar fe
lande körnende, alle eere, met hem op zyn
reize na Goa te vergeZélfchappen , bewyzen
wilde j waar over Wy aan hem zeer verpacht
fouden blyveit. .
D it is door de fen Dejfay ook zoo", als 7
by ons verzogt is ', gefchied, gelyk hy hem,
van Goal te rüg kohlende, ook met zyn volk ,
en met allerlei fpeeltüigen te gemoét gegaañ
is , en den zelven , hetn tot zynent gebracht
hebbende j ook deftig na 7 lands wyfe ont-
haald, en tot buiten Bicholin {wanneer hy
vertrok) uitgeleide gedaan heeft3 maar Jacob
Bacharach, nu t'hiiis gekomén zytide,
gaf voor, dat de eere, hem door Raulu Sinay
aangedaan, ganfeh Van onwaarde was ',
en dat hy hem daarom me de Zoo te rüg ge-
fonden. heeft.
Daarenboven heeft hy hem mg met dyn
volk y ßukken goede fyne Bethillisge finden ,
rhet verzoek , dat Wy die aan den Faftoor
van FVirigurla wilden geven, gelyk wy ook
gedaan hebben. ■
Doch hy heeft zieh over dit gefibenk ook
misnoezd reto'ond . om dat hem dat dooronfe
nTBSTrn i fcVrrpwmtJe V(Tder
zeer fihamper daar over aan ons, enons
verbiedende voortaan in zyn huis te komen,
waar door hy hem en ons dan ook hier in niel
dan [chande he'éft zoekeñ aan te doen ', be-
balven dat wy ook Wel 3 dágen aan een belet
geworden zyn, om in de Logie der E .
Maatfchappy te mögen komen.
Ten 2. Zoo heeft hy ook met een gewyden
Priefter van Goa, hier na toegevlu'gt, over
zeker gevegt van 7 Priefters fingen mét een
Caffer vetn berh, die gewond wiérd, gefihil
gekpegen , waar óvér hy den fingen defes
Priefters dede vangen 5 dog defilve kort 'er
aan oMvlügt Zynde ¿ zoo dede Bacharach
den Priefter gevangéñ nemen, en in de'hoet-
fin fluiten, eit aldüs z maanden lang in een
elendige gevängents bewaaren, finder hem
Zetf op de voorbede van een Gezant, daar door
reifende, en fchoon onfchuldig was, te willen
los laten , tot dat denfelven daar toe
goede gélegenheit Ziende, middel vond omßil
te ontvluchtenwaar over den Tanadorvan
die plaats ten hoogften misnoegd geweeß is,-
zéggende, dat de Holländers in fyne Land-
voogdy geWeld aan een man deden, die op
fyn Land, en onder fyne befiherming zyn
toevlucht genomen had$ en dat fulke hande-
lingen onverdragelyk Waren.
Ten 3. Zoo dede Jacob Bacharach die
gene, die van de Chrißenen o f van dé Slaven
uitGoa gevlugt fynde (7 zywegenshun-
G g } m