
4<?o B A Y Ä
ten blyven, tot de komfte van den Heer
Gouverneur Generaal, of de fchepen, zy
gczamentlyk,mei!alleen by geiehrifte zouden
belooven en zweeren, als dan het Fort
te zullen verkten; maar dat ze bet ook
zekerlyk zöuden nakomen, eii het welk
aan den zoogenaamden vriend tot diverze
reizen verhaald, en voorgehöuden zynde,
had hy nog ten langen lelien aangenomen
bet zelve den Pängerang te zullen vöör-
houden, eri ook beloqft zyn uitterfte beft
te'zullen doen, fcot hec erlangen van een
¡Rieden uicflag. Deze belofte verklaarden
de genajeke Bantamze vrienden, van dem
Broeke,.en Houbraken,gedaan te hebben
om beft wille, uit eengoedegenegentheid,
en naet een vaft vertrau wen, dac die van
’#kafteel Batavia,hen dien aangaande niet
zouden befchaamd raaken, raaar zoodanig
een fehrifteiyke verbintenis te» allerfpoe-
ciigften met een exprefle praauw over-
zenden, en waar by zy ook ooraeelden,
dat voor eerit tot een gefchenk en teken
van wehneenendheid behoorde» gevoegd
te worden 6 ftukken kanon, en een kift \
raet 4000 realen van agten, en zulks te
cer , om dat meergemelte vriend zonder
n*am hun in opregtigheid had verklaard,
dat alle de Javaanze Grooten, uitgezon-
derd de Pangerang en by, ons tegen waren,
ook was hun door Kijay Maas en
Abdul Rahhman, uit des Konings naana
aangezegt,indienwy ons aan zynevriend-
fchap gelten lieten, dat dan moeften op-
houden vanhet kafteel teverfterken,en de
Jakatraze Javanen, zync onderdanen zoodanig
tebejegenen, als ze aan hem hadden
geklaagc: hy begeerde nog part nogdeel
aan onze goederen, en zoude het geen
hem wierd vereerd, in dank aannemen;
en tot een beiluit, verzogten de geraelte
Bantamze vrienden, dat die van ’t kafteel
op het boven aangehaalde, als in alle bil-
lykheid beftaande, wel geliefden re letten,
cn te confidereren, dat het zoude ftrekken,
niet alleen tot welftand van Bantam, maar
ook tot behoud van hun zelve, enzooveel
goederen der E. Maatfchappy, als mede
tot yermeerdering en vaftftelling van des
Konings genegendheid, behalven de ap-
parentie, dat de Engelzen daar door wel
uit Bantam zouden können geräken, en
hier mede befluitendezenhannenbriefvan
den 18 Maart 1619, daar nogagter aan
gevoegd was een toezegging, dat ze de
lchriftelyke contra<äen, die de Koning
verworpen, en niet äangenomenhad,met
de eerfte zekere gelegendheid weder zouden
te rüg zenden,als mede een körte be-
kendmakmg van *t voorgevallenc tcr zee,
ofm d&Straat Sunds, tuflehen d«n Koop-
man Jacques le.Febre, en de Ehgelzcn
beide met een gelyk getal van 4 feheperr*
Waar van zy zoo aanftonds mondelingety-
ding hadden bekomfen; dog welke Hiftö-
rie om den dmd der brievenop dbzendae
Van Baatam ontfängen,niette breken,wy
tot na de afhandeling van de zelve, ofop
het'laatfte, zullen uitftellen. Byhettwes-
de Bantams-briefje vandenao Mäart röio
^en zy een verhaaly hoe het eerfte vaö
den 18 dito , om de oneenigheidtxiflchen
de Bantamze Grooten, twee dägen was
opgehouden, en dac dezelve in die tyd al
le den jongen Koning af, endenreeeeren-
de Pangerang Am Ranadi Manggalatoe-
gevallen waren, waar door hy Ä t w a s
geraakt, als zyn eigen Ambaißdeur, af te
^nden den hier voor gemelten Abdul
Kannman, ora, zync meeninge by. monde
te können verklären, en. wanneerde zelve
daar omtrent wierd gcloofr, dan meendbn
de Bantamze vrienden , dat alles na wenfeh-
zou komen te, gelukken, Wyders waren
hun nog tweezaken gerocommandeerd aan
die van. ’t kafteel wer tefehvyvenvre we-
ten,dat ze moeften nalaten hec zelvemeet
te verfterken, en dat zeomgeenmeer of
weder wantrouwen te doen Wyken be-
nevens de ordinaireinlandke markt-Mngei
ook een NederJander. zouden läten mede
gaan: en dat ook met de inwoonders van
Jakatra zoo redelyk mogte werden gehau-
deld_, als zy verklaarden, dat-im merhun
tot Bantam quam te gefchieden. En ein-
delyk maaltten zy befcend, hoe deEngel-
zeü, voornemens zynde om eenhuistotra-
katra. te bouwen, aan den .Koning, om
daar toe heenue te bekomen j cen trefieiv-
ke fchenkagie hadden gedaan, gedrägendö
zieh verder aan hunnen ingeflocen ,en hier
boven aangehaalden brief vandfen 18 Maart
iö i9.
Dczcn dag wierd de onzen in ’t kafteel
Batavia nog een- derde briete van Bantam,
toegebragt, gedateerd dbn z , Maarcie,0.
warn by de vnenden aldaar zeggen.niettt
willen twyftlen, o f de red^ ie cqndi-
öen, in hqn voong fehryven gemefd .
zoudennagekomeii worden, dewvlzvhct
na zoo verre hadden gebragt, dat\r ftil-
itand van. waoenen was, tot de komfte
van. den Heer Gouverneur Generaal Kocn
zynde die bnetje overgebragtdoorzekeren
Louis Jappanees, met zyneigen vaattuie,
dat hy vol provtfien had geladen, om de
zelve aan de onzen in- ’t kafttel reverkoo-
pen , en waar foe hy ook aan hun wierd
gerecommandcerd.
a g s t e
g R O N D - V E S T I N SG. \ 6 i
Öntmoe-
ting ter
zee, tut
fehen den
Kooproan
le_ ieBre,
en de En-
gelzen.
AGSTE HOOPDSTUK.
ÖNtmoetirig ter zee tuffchen dem Koopman le Fcbre , en de Engelze». Waar in dt
onzen te kort Jcbieten, en al mede na Ambon loopeti. De Bantamze Gezant ver“
trekt owverrichter Kake. Die van V Kaßeel Batavia fehryven met den zelven aande
'Vrienden tat, Bantam. Des Konings handelingen zeer verdagt gehouden. Drie En-
geizen door de Javanen doof geßagen. Die van V Kafieel Batavia zyn van vootne-
meh met den Soejbeboehan in verband te trede». Een niewwe gezagbebber en tweede
komt van Bantam voor Jakatra.. Briefje in ’/ Kaßeel Batavia van de Bantamze
vrienden. Des Konings voornemen om Jakatra terverßerken, en een Fort tegen bet
onze op te tuerpen. De onzen in 't Kaßeel. Batavia bekent gemaakt bet misttoegen
bver ons voantrou-wpn. Gefprek tufeben.Kiay Lacmoy en David Dirkszoon.
D Ät de Koning, o f regeerertde Pängerang
vän Bantam zyn wel jgfe*
ftoffeerde winkel van geveihftheitl,
valfehheid x lift , bedrog, enz.zooiftetop-
gefchikt, en met een getragc heefezynge-
pteégde verradery aanaeri KÖning vära Jä-
katra op reekening van de Nederländers
te doen overdragen, is zoo zeer niet té-ver-
vvonderen als dat de meergemelte Bantamze
vrienden van den-Bröeke, en Houbra-
Reb, zieh niet hebben gefchroomd omtrent
een belofte, waar toe ze obbevoegd
waren , zoodan^ een vafte verzekering te
geven, gelyfe hiét boven* geze^ », dat
dsdnvoörzigtigewaagfialzennietalieai
zoö fist.efi väärdig.“hebben gedään, maar
èqk die. van *t kafteel ïtetfâvia gezeigt irieen
gevoefen te brengen, datze zieh ôp ifèn
gerne Iten Koning" van Bantam zoiiddi mO-
gen betrouwen j en dat «fear aan, ak rne-
de aan het over?5eh3eni van een äanaienly».
kefçhenlçagie, hungeheelebehoudèm^ eri
*t geheel welvaren der Ei Maatfchajjpyge*
legen lag ; gelyk ze by gemelte hun drie
föngfte brieven, (waar uic w y , aîs mede
uit alle andere, doorgaans hun eigen woor-
den hebben gebruikt, hoewel daar toe wel
eigéritlyker oe vlnden waren) nietduifter^
lyk te Rehnen geven.
" ‘ DÖg die vân kafteel Batavia- kondeö
däär dbor evenWel hüü wantrouwén- niet
Seggen, nog, ook Van. denboveö ge Hielten
Apdul Rahhman , dieeen Gezant wierd
genqpmd, andere gedagten krygen j dan
qat fiy was een volftrekte Spion , om , na
dat allés had ondbrzogt; en afgezien , wat
hem mogelyk Zoude w'ezen, daar van aan
Zyn meefter, den Koning, berigeen rapport
te doen.
Om nü te komen tot het voörgevallen
ter zee, waar van hier voor een weinig is
aangéroefd, en daar mede dezen dag tebe-
fluiten, diend voor af geweten, dat de
Engelzen tot Bantam, verftaan hebbende,
hoe nog eenige van onze Ichepen in de
Straat Sunda bleven zwerven, daar op den
6 dezer, vier van hunnè kloekfte ichepen
hadden a%evaardigd, en dat daar tegen
de Koopman Jacques le Febre, zieh 111-
beeldende, dac de' Engelzen met hun mee*
fte magt innewaard aan, ofre na de Oo-
fterfche quartieren vertrokken, en nu niet
| meer zòo fterk, of dntzaggelyfc waren,
mec zyn. vier fchepen wat nader b y , entriti
omtrent het Eiland Dwars in de Wegge-
komen was, in meeninge om. het tot op.
de Reede van Bantam voorc te zetten. Eä,1
dus gebeurde hec, dat op den 10 Maart .
1619;, dose eweemaal vier ichepen eerit
malkaaderen. zagpn, en daar na wat nader
by qoamen , als wanoeer omtrent de we*
drizydze. begeoeting met donderendefteni«
nien r uir yzere en metäle keelen, onder
hec toekaatzen. van veele barde cm onvet«
zettelyke ballen, een wyle tyds zooonbe-
zuisd wiendj.gehaódfeldf,.dàt*er de ftukkea
van in: dè loop blevem : want ons fehiphec
Harc^ '.yerloor zyn bo^fpriet, en de an-Waar in de
derc: drie. (ihoewel le Febre, als; mede deon2en,c.,
aqdere Opperhoofdcn, en al het vendere^0”
volk, hun mannelyk. drohen).waren.20Qf C0‘
danig begnaet , dat ze; moeften afwykea,
em mec ^raden* vonden het nog eens, te
henviÉtteni, alzoä de Engqlze fdiepem, in
verg^lyitipg: warn, de cmzea y vry graot eri
kloek, en gevolgeLyk vaö' eemzwaardeff
monture waren, zynde wel te denken,dat ze
im deze ontmoecing,^l rrioie hünbekomft
gekregen, en niet misgeloopen zullen heb-
Ben, offt dar ze de onzen zoogemakkelyk
listen flippen, en met verder quamen te
vervolgem, fteljende hun weg weder na
Bantam:, emaldaar hun vermaak nemende
mer roemen enizwetzen , over hun bevog-
ten overwinmng ,en dat ze nu de Neder-
derlanders ten eenemaalverjaagt, enuitde
zee geiiagen hadden $ dog de onzen did
zagen hec daar en tegen aan voor een by-
zo'ndere beftiering van den hemel, en dank-;
ten den goeden God, dat geeri van $e ichepen
der E. Maatfchappy zederd het begin
van die loopende jaar, ofhet vertrek vari
dert. Heer Gouverneur Generaal Koen,in,
hianden- vau de Engelzen waren komen te
M mm q; yer