
/ t6 8 f . re zoorten, dandeBoey-Theev Bing- ( o f ,
Keizers-) Thee, de bloem. of bloeflem
.der Thee , en de Groene Thee , die zy
■ ■ -xjok. wel de witte Thee noemen) nogver-
■:( icheide andere zoorten, wetende van een
ieepje, een oloeraetje-, een booncje,
.een roosje, en Wat dies meer is , te fpre-
ken. . .......
ui Daar zXn ook enkele witte Thee-Boey
bladen , Djentfifim genaamt. Men ziet
ze zeer zelden op. Batavia komen,. en ieder
Gati van dien wierd ' Ao. 17.12. (wan-
neer ik ’er die zag) f Ryxdaaldere., be-
taalt, daar men andere voor de alderbefte
maar een en een halve Rvxdaalder be-
tadde.
Waariy De witte o f groene Thee gceft men
al valt, voor, dat aan groote boomen valt; dog de
aUcTiT1 (?9° als de Tsjineezen die
groeit. noemen) aan kleerieboomkens, onze Ar-
Prc| ^ s niec ongelyk. Zy komt alleen
in TSJINÄ (en daar welbeft in. Nan-
&lng ) JapanenSiam voort, zorider dat
ik weet, dat zy elders groeit -, maar
wy zullen nu den Lezer een netter bericht
van de Thee geven.
«»Over?jfit gewalch hebbcn dezen en
genen, maar juiil niet zoo ondericheiden,
als t wel pehoord, gefchreven.
Om dit fluk zoo kort en klaar, als het
inogdyk , is voor te ltellen , moet men
Weten , dat’er vericheide HdoB-foprten
van Thee zyn, die we’er elk hare minder
loorten , daar onder behoorende, heb-*
ben.
. De bladen der Thee (die^ voor zoo
vcrre ,de langweipige aangaat, zeer veel
Pa Wilge-bladen. gelyken, hoewel de
Thee-bladen zieh breeder vertoopen ) zyn
langwerpig, en rondom aan de kantefi
eepigzings met tandekens bezet. Zommige
zoorten der zelve vallen final , andere
we’er wat breeder ; dog zy zyn alle
rond, o f langwerpig.
Zommige van deze bladen zyn meer,
andere weer minder verdroogende, t’za-
men trekkende, en wat bitteragtig.
De Thee-boom zelfs is maar een heeiler,
zoo ik di^zelf gezien hebbe in den
Thuyn van zyn Edelheid Camphuvs, L .
M. daar zy ontrent als een Aalbeflen-
boomkemvan groote was. Ook vallen
zy in Tsjina doorgaans maar 4 a y voe-
ten hoog.
Z y groeit overvloedig en tiert zeer
wel in dc koude Geweften, zoo van Japan
, als wel voornamelyk van Tsjina,
en daar wel byzonderlyk in de Land-
voogdy van Nanking, en, zoo men Pater
Afartinus Martini gelooven mag, nog
wel beft ontrent deflelfs Hoofdftad Koei-
tsjeoe, die op go graden Noorder breette
J^t, hoewel andere zeggen, datdebefte
Thee ontrent meer andere Steden valt.
In Japan hecftmen de belle ontrent Miako.
Het is een vry teeder boomken, dat 168 r.
over al, en in allerley aarde niet groeyen
Wil: want ¿00 de grond, waar in men
de zaadjens werpt, brak, of modderag-
tig, o f wel al te zandig, en niet gema*
tigd is , zal’er mets van voortkomen.
Ook moct men dezelve ’s winters wel decken,
zoo men de hopeal mede nietverlie*
zen wilj waar uit dan blykt, dat dit ge*
wafch een gematigde lucht en grond, en
wel zulke aarde ¡vereiieht ., ,die niet te
warm t nog te koel,. nog ook te icherp,
te fchml , nog al té kleyig is, alzoo?er
dan niets van opkoracn.zoude ; ook moet
men dezelve voor te veel' regen, en te-
gen te grooten koude en ßttey en ze ook
tegen deze en geene vliegjens, én andere
inlèóla, bewaren.
Men plant’er gemeenly|c veel by een,
om dat zy zoo beit groeyen, en dan fyn-
det van hput en teeider van blad werden.
Ook willen de boomkens wel ieder alleen
op heuvelkens 2 a. g voet van een llaan,
dog de Japàtìdere zetten’er veel by een.
Na dat het zaad iö de aarde geworpen
is , heeft mèn öp het derde jaar zulk
een heeiler. De voortteeling van dientis
nog geen eeuw by öns bekend geweeft,
alzoo de Tsjineczen die met reden yòor
ons op Batavia verborgen hielden; temeer,
alzoo ik vali Helle p dat die heeiler in ons
Land wel mede groeyen; zou , als men
ze onder de IchaduW van boomen plantte;
ook is de «jucking der TUee Zejjfe M T sjhna
niet zeer oiid', gelyk Jty ook in Kptf
oude Kruydboeken önbekend is.
Zommige oordelen,datde eprile.blaadjens
de belle Thee geven ; dog de erv^reutheid
leerd, dat , zoo de Japaners, dis de.Tsji*
neezen ; de twee a arie cerile jaren daar,
mede wagten, cn dan eerib van April tot
Mey de . blàdèn vari de &x>mkens beginnen
teplukken.
Na die eerlle pluk lchieten’er we’er
nieuwe bladekens uit , die van de Lente*
bladen zeer weh ter ondericheiden , alzoo
de Herfll-bladen veel kleener j en geel-
agtiggroen zyn, welke, wat lcloek geworden
zynde, zy alle uur van den dag^
en voor al op ’t heetlle van den middag
plukken, en dan of verder bereiderij of
wel aan anderen verkopen.
Daàr na werpen z y -die bladen in een
yzeren zeerzuiveren gladdèn en blinkenden
Schotei, die zy in .Tsjina daar toegieten.
Deze werd zeer heet over ’t vuur gc-
maakt; dog wat lchuyns gezet, om dat
zy die bladen met de handen gedurig
moeten Wryven en met een byzonderc
hand-greep, daar toe vereilcht, zoo lang
roeren en wenden, tot dat zy flap werden;
waar na zy die op zuivere matjens
o f iets andere leggen, daar zy die dan ge»
durjg waeyen, om dezelve te verkoelen,
Koel zynde , werden zy vàn die mat-
jens
iyiy.i jens Weer in korfjen& gpwprpen, en
in zoo lang gerola-ep gewreven, tot dpt
Zy beginnen te krullen;,; dap- werpen zy
■ die weer in. eene zuyvere Sehotel , die
maar mang, heet geraaakt werd , in welke
’r? zy die bladen weer ,. eelykbevorens, met
P de handen ioeren , zop lang toi da| zy ee-
nigzins hard, beginnen te werden , waar
na zy die weer- op eenige matjens leggen,
verkoelende die, gelykbevorens^ -in.ee een
waeyer;
Na<fet zy nu weer koud geworden zyn,
Werden die weer in een heet gemaakten
Schote! geworpen, daar weer geroerd,
daar na weet yqrkpeW-, en dan. ai weer in
een vierde Sehotel , dpg met dat, on-
dericheid daar in geworpep., dat de derde
ep.vieide b y trappen« minder heetr dan
de eoifte,, gemaakt; werden^ al het weüte
met veel voorzigtigheid , opmerking, en
met een byzpndere behandeling daar toe
.jvereyfiriit, en een yder niet eigsn;;ge*
lchieden moet. i
Dus nu beneid zynde;, Horten z y die
in veiglaaide potten, die zy dicht toeflui
ten, en dus 16 dagen laten Haan, waar na
zy die weer openen % leezen ’er dan de
hjeenile , teederfte, en kragtigile Thee-
bladen, die zy zeer weVkennen, uit, en
r V^eipen die dan in -een vyfde Scbptel als
de voorige, na welke beliandcling die
Thee x dicht gefloten zynde, jar-ep lang
duuren. en alomme verzonden kan wert
Ui i.i | 1
T^Daar is een. gropt ¿ndweheid tufleberi
dp.. Theprblplen^ die de Bqeren voor’r
gemeen, o f die de' Ho veUngen voor zieh,
plukken; want daar de eerfle de bladen
Zonder onderlcheid vei'zämelen', en die
maar op de grond werpen om wind-^droog
te werden, zyn die gene , die de bilden
voor de Hovehngen vergaderen, ge-
woon alleen de kragtiile , zuivepile, en
Volma^#e. blaadjens r en van de fy nile en
teedei^le takjens. de grootfte volwaflene en
de Hiflie bladen a£ te plukken, en de zeU
ve dm in de lehaduwe wind-drpog te laten
werden^ *t. welk, om de kr^t van
dh kruid wel te bewaren, zeer veel van
de reifte wyze van behandeling verfehild.
- Pit? boomken ml heeft een witte bloef-
iem, die eenigzins na den geelen trekt.
Z y bloeyen in Augqftus, wa» opdan .de
zaadbollekens volgen, die zomtyds een,
zomtyds meer zaden uitleyeren. Mefl
zaeid ze wel op akkers, en zelf ook wel
tiiflchen andere yeldvrugten in.
, Zommige meinen g dat de deugd der
Thee in de meerder of minder grootheid
der bladen bellet, en dat verfcheidefoGa?-
ten van Thee aan een en denzelven boom
groeyen, dat de onderfte bladen degroot-
fte en.de groffte, dierhalven ook demin-
fte in*'deugd en prys zyn ; dat ook de
bladen aan wat fynder hout daar aan volrgen.,
|® j| ook van meer defigd m f q ß 'b Z t y
zyn ; dpg dat dan daar na nog. al oeter
en weerdiger voortkomen , hoewel•, na.
hun. gedagten I aan dp uytecHe en fynfte
tokjens de hefte en cüearffce Thee groeyeri
zou ; dog dj£ alles i| vplflageni mis, ec»
die zop. van(d©Thee redeokayekn, Zyri ’t
ipoör byfter ; alzoo het on^rfeheid- van
de Hdöfdibprten der Thee ^die mpn eerft'
kennen moet, zal üien ook kennis, vari
haar minder iboiten,' d^- aj weer ve^Ghil-'
len, krygen) daar -niet in beftaat*.
Voor moet men dari: weten , dar alle
de Hoofdföorten cipk byzpndere ibortedt
van Thee-boomen zy n ,- die zeer gemakke*
lyk van deat^dere-zyn te ondericheiden; en
gelyk- deze boomen, nu weer bladen, die
zeer! yeel van den anderen verichillep*
uitleveren, alzoo maken die opk de b,y*
zondere Onder-iöorten van deze byzonde-
5 re Hoofdiboit ; dog die byzpndp& Wa^
den maken geenzins, gelyk zommige
riualyk meinen ,, || ondqrfcheid dprHoorclr
iporten u i t . :
Dus werd, “de BingrThee(aoders
Keizers-Thee genaamt) ©m ’frondei'fcheid
der bladen, in vericheide minder en bet
ter Iborten' van Keizers-Thee ©nderfchen
detf; maar däar uit moet het verfchil; tufe
ichen dp Keizers | en tuftchen de Groenc
Thee, niet afgeleid werden , om dar ie ■
der kort van deze een byzonderc Hoofcltf
foort op zieh zelven is, ’t geen men. daar
aa»-, dat ieder Hooidtoolt
asttf byzonderc iborten^ vari Ths©-
boomen (die hen ook .afe'Hopfdftjorten
ondericheiden ) gtopyt.
De Tsjineezen en J^>anders zyn zeer
naeuwkeurjg , om de befte Thee-bladen
uit een en dezelve Hoofdfeoit uit te k s
zen, verdeelende vap een cn dezelve' fpart
van boomkens, vericheide iborten vari
Thee, onder die zelye Hoofdibort zoa
verichül^ behoorende , dat ’t eene ppnd
bladen , v?m dien boom, gepinkt, zoo ved
als honderd ponden andere, van dien zelven
boom verzasaelt, waerd gefchat werd.
Q o | zyn zommige bladen aan dien zelven
boom zop .grpf en hard, dat zy zelf on-
bequaam zyn om van de Verwers, tot
het bruin en fwait maken van. deze en
geene dingen, gebruikt te werden.
Men maet ook niet zeggen. dat deze
o f gene iöort van Thee langwerpige bla*
den en ändere weer rpnde, -ds’OT dit aan
Zoo een foort maar eigen was, heeft:
want pnder de witte Keizers-Thee heeft
men Keizers-Thee met lange en ook weer
Keizers-Thee met breede en geelagtigc
bladen.
Onder d? Songlo, of Groerie Thos
werd ook Thee met langwerpias-, eö
Thee met rpnde bladen gevonden; dog
de drooge bladen vari de Kekers-Thefc
zyn grpoter als dc drooge ^bladen van de
Grete*