
Ondertuflchen had Kapitein Ruis ge-
hoofd, waar Pangerang Poerabaja met de
zynen zieh ophield, en vond goed hem
door Soerapati, die hy als Euitenant over
'zyn Volk (00k ßaliers zynde) aangetleld ,
en die zig zeer wel gequeten had, de pols
eens te laten taften, of hy niet goed wil*
lig zou. willen afkomen. •
De?g,by hem gekomen, wifthemdaar
toe yolkomen over te haalen, waar van
hy' met een Baliiche brief, die door de
Heer Bintang in ’t Maleits, en daar na in
’t Duitfch vertaald wierd, aan de Heer
Ruis kennis gaf, blyvende daar in’tbofch
by dien Prins.
A°. 1684.
De Hecr
Ruiszcnd
Soerapaii
na Pangç-
rang Poe- !
rabaja.
Die hem
bewcegd
2ich over
Haar Edel-
heden zen-den zyn
vergifrenis
brief.
De' Heer Ruis gaf hier af berigt aan
-
haar Edelheden, die een vergiffenis-brief
voor dien Prins aan den VaandrigvanTan-
diong Poera (een Vefting die zS mylen (je
Rivier van Karawang op legt) Willem
Kuffeler genaarod, zonden, met laft, om •
die aan Pangerang Poerabaja met eenig
volle te gaan aanbieden.
Ondertuflchen had die Pangerang al Zyne
wapenen, yolgfens ’s-lands wyze, als
men zig overgeven wil, reeds by eenge-
bonden,en ftond daar toe gereed met zyn
volk, houdende niet anders, danZynkris,
op zyde, ennogeenige andere frae je praal-
cieraden by zig.
In dien tyd was Kuffeler met 36 of
38 man daar gekomen, en wilde met Soerapati,
niet fpreken, maardebehandeling
van die zaak alleen aan zieh houden, en*
alles ontrent dien Prins op zyn eigen ge-
zag doen. Daar op eifcht hy (zoo my bericht
is van Kapiteins, die dat uit’sPrin-
cen eigen mond hadden) ’s Princen kris,
en andere fraejigheden, waar over die
Prins zeer verzet ftaandc/ hem vroeg, o f
het niet genoeg was zig zöo verre te ver-
nederen, dat hy al de wapenen van zyn
volk had laten by een binden, en o f hy
dit weinige niet voor zig mögt houden, te
meer, alzoo zy nog in’t bofeh, ennietal
te zeker waren.
Soerapati, fchoon niet al te wel van Ruf-
feler bejegend, toonde hem medemetbe-
leefdheid, dat hy hem, voor zyn komft,
daar 00k wel om had können aanipreken,
en raadde hem, dewyl hy dat niet gedaan
had, dat hy (Kuffeler) dit 00k daar maar
by laten wilde, te meer, alzoo de vogel
wel gevangen; maar nog in ’t boich, en
niet in de koy was.
Dit nam Kuffeler zeer quaiyk op, en
begon hem, in tegenwoordigheid van
al zyn volk wat uit te fcheldcn. Op al
het welke Soerapati hem nog al goede
woorden gaf j dog zyn volk was zeer verbitterd
op Kuffeler, en perfte hunnen Lui-
tenant, om die fmaad aan hem te wreken.
Soerapati, die geen verdere moeitemet
hem zogt, paeide hen, zoo veel hem mo-
gelyk was, in hope, dat alles wel gaan
Zou} dog wanneer Kuffeler den Prinsdaar A*. 1684.
weer overaanfpralc, zeggende, dathy.be-
geerde, dat hy ’t eenen ’t anderaanftonds
aan hem zou overgeven, zei de Prins ein-
delyk, dat hy het op den dag van hun
vertrek doen zou } dog in plaats van
dat na te komen,ontbond hy al zyne wapenen
in ftilte, itelde 10 of 12 Ruiters
by zyn tent, (want hy, Kuffeler, en Soerapati,
hadden ’er ieder een byzonder) ont-
vlugtte met alle*de zynen met het aan-
breken van den dag, en liet hem .dus
met zyn vergiffenis-brief aan degrondzit-
ten.K
uffeler,die ’s morgens meendetever- j0eraPat‘
trekken,vond nog den Prins, nog iemand fc°ierrzc„
van de zyne. Ook waren die Ruiters hem veragtelyfc
nu 00k wel een uur gevolgt. . gchandcld.
Hy roept daar op Soerapati, welken hy
nu nog meer dan bevorens fchold, zeggende,
dat hy de oorzaak van deze vlugt
van den Prins was, en hem dat aangera-
den had, en dat hy dat haar Edelheden
zou bekend maken.
Daar op belafte hy hem, Pangerang Poe-
rabaja te volgen, en wederom te haalen,
op dat hy hem zyn brief van vergiffenis
zou können overgeven.
Soerapati daar en tegen zeide, dat niet
hy, maar zyne onreaelyke behandeling
ontrent dien Prins, met het afvorderen
van zyn kris,en andere fraejigheden, oorzaak
van zyn vlugt was, die hem datim-
mers afgeraden, en waar over hy hem zoo
zeer geicholden had.
Hy voegde daar by,dat,hadhy5t goede
door hem alleen by dien Prins dus verre
bewerkt ,zoo onvoorzigtigafgehroken,
en den Prins daar door op de vlugt ge-
jaagd, hy kon hem nu zelf ook volgen^
en wederhalen, willende niet de minfte
bevelen van hem verftaan, alzoo hy meer
in rang, dan hy, was, en niet onder hem ,
maar onder Kapitein Ruis, ftond.
Kuffeler zond derhalven de helft yan
zyn volk ’er op uit} dog die quamen,
zonder den Prins vernomen te hebben, weder
.H
ier op begon Kuffeler hem nog meer
te fchclden,en zoo zommigedaar nogby-
voegen, ook een flag in ’t aangezient tc
geven, waar door ’t eindelyk zoo hoog
liep, dat Soerapati’s volk, dat aanhooren-
de, en niet langer könnende verdragen,
vlak uit tegen Soerapati zeiden, niet langer
onder een overften,die zieh zoo fchelden
liet, en daar geen wraak over nam, te
willen ftaan, dreigende, zoo hy dit niet
aanftonds deede, hem zelf onder de voet
te zullen ftooten, alzoo zy niet weer flä-
ven wilden werden, dat z y , zoo Kuffeler
over hun klaagde, vreesden.
Hier door dan gedrongen zynde tot iets,
dat hy anders zogt te ontgaan, befloothy
hun verzoek toe te ftaan, en zig te wreken.
Hy
A«.xs84.. Hy vielop de tent van Kuffeler aan,
:S o .f c n die P W 16 Nederlanders, enverderee-
fjn d e , nige Mardykers-filfivfyJicdenjbyzighad, .
wrcckt. en bragt 28 man vari hen om ?t jeven;
dog Kuffeler met de verdreontquamen het.
' KuffdeT ^aar °P PfU Kuffeler, op Batavia gehemdc
körnen zynde, af de'fchuld aan Soerapav
fchuld vanti, het welk in den eerften tyd ook ge-
alles gaf. ]00fd - \v ierd, te meer, dew yl hy aan de
Heer Hurdt, en andere Heeren, groote
. vöörftanders had; dog naderhand, heeft
men, by rapport van dien Pangerang zelf,
wel gezien, ddt hy ongelyk, Soerapati
gelyk , en dat ook de Prins reden ge- I
had had , om dien hoon niet te verdra-
gen,te meer ¿dewyl hy.hero van den vergiffenis
brief nog geen een woord ( zoo
men zegtj gefprokeh had. Een zaak die
\ ik in zyn geheel laat, en waarovtrikmy
niet inlaten wil, om te zeggen> wie gelyk
had.
Svereeefs' Men zond daar °P den Bevelhebbcr
vervofgd 4 Coeper, en de Kapiteins Wanderpoel ,*de
enzedert Ruiter, en anderen, met krygsvolk na
Tsjeribon, die Soerapati vervolgden, ter-
wyl hy bezig was na den Soefoehoenan, te
’ vlugten, en indien zy hem wat langer na-
gezet hadden, zy zouden hem zekerlyk
gekregen hebben} dog dit nu van hen ver-'
Zuimt zynde,quam hy by den Soefoehöe-
nan, en wift zig zoo aangenaam te. ma-
v a ken, dat hy hem in genade aannatn , eh
bchoc- v^Aagen als een gunfteling behandelde,
nanbegun- Spep hy (zoo ik van lieden, die hem
ftigd. kenden, gehoort heb) verdiende,alzoo hy
"Zig anders altyd betoond heeft een zedig,
buiten-gemeen wakker , en godvrugtig
Soldaat te zyn, die noit gewoon was iemand
te verongelyken,
Pangerang Ook kon men van deze ganfehe zaak
ineenade ^een “ etter berigt krygen,als van Pange-
aangeno- ^anS Poerabaja zeit,die, niet lang na zyn
men. vlugt, Gezanteq aan haar Edelheden zond,
om vergiffenis by hen te verzoeken , die
hem kort ’er na zyn genade-brief tpezon-
den. .Daar op quam hy op Batavia, en
heeft daar nu nog zedert zoo veel jaren
ontrent de Nieuwe poört gewoond ,gaan-
, de gemeenelyk met twee oppaflers uit, die
hem te gelyk tot ftaat-houders (genieten-
de de selve eer, als een Raadvan Indien I
en voor al ook tot een wacht, dienen.
Van dezen Prins konden haar .fedelhe-
den beft hooren.wat’er van de waarheid
was, en. wie van beiden, Kuffeler, of
Soerapati, fchuld had; dog naderhand
wierd na die zaak, nog na dendader,die
dit veroorzaakt had, niet eensonderzock
gedaan; maar men zag alleen op die pioord,
door Soerapati bedreven, enmen oordeel-
de, dat dit fchendigbedryf aan hem en de
zynen (zonder van *t andere eens tereppen)
0106 Sewroken werden,
rieht WC. ^ He|. heugt my zeer wel, dat ik een van
de ordmaris Raden vari Indien hebbehoo-'
ren lezen, dat Soerapati kort daar aan zy- A*. 1*84.
ne verdediging fchrifcelyk met de, papie- 8e‘>* «
ren der E.; Maatlchappy over Tsjeribon “ ak van.
aän haar Edelheden gezoriden, endezel- oera^ai1*
ve zeer net en wel opgefteld, dog dat zy
weinig ingang toen. gehad heeft, om dat
Kuffeler door zekeren Heer van Bekoin ;
den Heer Hurdt, toen Directeur generaal
van Indien, en door den Heer Tak ( die
'’zyn voorftander was) den Opperlandvoogd,
den Heer Kamphuis, op zyn zeide had.
Ook heeft inen dit klaagfchrift van Soerapati
(dat ook by den brief, met de Heer
Gezant Tak aan den Soeioehöenan mede-
gegeven, blykeri kon) naderhand geheel
en al verduifterd, en hem verder maar •
over die moord der pnzen ichuldig gehou-
den, darzedert zoo veel wakkere Neder-
landers ’c jeven, de E. Maatlchappy zbo
veel geld en raoeite,. de ingezeteneri van
Batavia zoo vçel zorg,gekpft, en onnöe-
rpelyke fchade veroorzaakt heeft, waar van
de meeften, die ik daar'over hebbe höo-
ren fpreken, en die grondige kennis van
deze zaak hadden, de fchuld om'de vori- * -
ge redenen alleen aan de Heer Kuffeler ge- -f
geven hebben. Wat daar nu waar, of '
önwaar af i s laaç ik tuftchen beiden, al-
geen van beiden 'wil beichutdigen;
dog zeg,alleen nogmaals, dat niemand de
waarheid yari dien beter zou können zeg-
gen, daii Pangerang Poerabaja, die nu
QQg op Batavia,zoo niet beterweet, leefr,
waar aan ik my volflagen gedrage ,zorider
party in. dezen te kiezen.
Men .hoorde eenigen tyd daar na van die De Heer
zaak van Soerapati niet veel meer fpreken VTak aan '
maar A°. ' 1686 . in \ begin wierd de Heer dcn Kciz«
François Tak. (zwager van de Heer Johan S f f g
van Hoorn ) als Gezant na Soeioehoepan
Amangkoerat gezonden, met laft (zoo men
wd) dat hy ’t hoofd van Soerapati bieko-
men m ö g to f. anders, zoo die niet ge-
lukken wilde, dat hy dan bezorgen zouaé,
dat fty, o f uit naam der E. Maatlchappy,
o f uit naam van den SoefoehQenan, bege-
nadigd wièrd.
Men zei toen, dat Soerapati van den Kei- Hoe de za-
Zer met alleen reeds begenadigd was, maar ken tuf-
dat hy ook zelf een van zyn dogters aarifchcn<licn
hem gegeven, en zieh op’tnkeuwfte
hem tegen de Heer Tak (op welken hy. ftondS.
wegens de groote fteen, uit de Madjapa-
hitze kroon, zoo hy voorgaf, geligt,een
oude wrok behouden hadj vërbonden,en
volftrekt beffoten had, dien Heer met alle
de zynen om ’t leven tebrengen, gelyk de
tyd geleerd, en men naderhand klaar ont- ,
dekt heeft, hoe grooten deel deze Keizer
daar in gehad heeft.
Om dit droevig geval nu zoo net, als
’t, mogelyk is, voor te ftellen,zullen wÿ
daar_af, met ’t geen ons uit de papieren
der E. Maatfchappy blyke, een begin ma-
kçn. 0
.