
4i$ B A T A
ook- was dé gêprojefteerde pont aan de !
Z. W.zÿdetègen de gémèltehüiZen Mau-'
ritius èn Naflàuw, nog niet begonnen, en
àlleen maar de plaats met bamboezen ora-
o f afgézet. Aàn mctaal o f yzer kanonoht-
brak het niet, zoo dat onze werken daar
van wefvoorzien wierden.
En gebrek Maar dé meefte zwarigheid was de klee-
krùh "S* ne en ^ ere voorraad van buskruit op al-
In Rade de fchepen ,en ook aan land. Deze dag,
beflotcn’c zynde den z ? September 1618, enopeen
■»erfterkcn 2Îoridâg, lief deGouverneurGeneraàl Koen
der Engel- vergadering béleggen, en deed daar in de
javanen tc navolgende voorftelling, dat men als nu
verhindc- môeft béflüiten onze logiè tot Jakatra, zòo
icn. als ze verfterkt was, te oehoudeu, oftete
verlaten, Pn zoo die begeerden te behou-
den, dat dan noodzakelyk ruimte moeften
maken, en ’t werk in en aah de Engelzè
logie verhinderen, of dat anders aile het
onze'tè grondé zoude werden gefchotçn.
Hier op wierd dan eeriparig Vàftgefteld de
plaâtze niet "te verlaten, mààr na vermögen
alle geweld af te keeren ; datmen der-
nglven_,de Engelzen eerft zoude verzoe-
ken , dat ze fiùn wérken, tègens ’t gene
w y lb l oniÉ defênfîe moeften doeh, wilden
nàlatén , en ons niet noodraken, ofte
dwingen, om met andere middelèn daar
in te yoorzién, en dat meffWyders, ¿00
haaft dé wiht daar toe dièriftig was , alle
de verlaten huizen van dé Chmcezeri en Jà-
vanen, rondom de Onze ftaande, in brand
zou.de fteken, om daar door zeli in geen
verlegentheid te raken.
De Engelzen dit genomen befluit, en
het gemelte verzoek uit de mond van onze
gecommittserdens gehôort hebbende,
gavenaande zëlvcn in’t éerfte totantwoord,
dat zÿ geen werken maakten,maar dat het
de Koning van Jakatra zelfs dede, ofté
liet doen ; dög daar na zeiden zyronduit,
dat ze mede tot hun defenfie maakten, ’t
genegemaakt wierd,en zulks niet begeer-
} den na te iaten. De zaak nu klaa* genoeg
blykende , en geen uitftel könnende lyden,
wierden al met eenen de Engélze werken,
aan en in hunne logie , met geweld aangè-
taft, ailes gewapender-hahd mgenpmen,
om verre geworpen, en vefbràhd/gelyk
mede de haizen, rondom ons Fort ftaànaé.
Maar zeker ¡bolwerk, door de Engelzen,
o f Javânén Op de hoek van de Ri vier aan
de Wéft-zyde begonnen, en het wplke
volgens order, mede had moeten geflègt
worden, was' nog blyven ftaan, het zy
door verzuim van de onzen, o f datde bran'd
Verlies van o f rbok hén zulks had yeÂinderd. Deze
onze kant.attîiCque> waarin aen wederzydenhetgrof
kanon niet ftil ftond, quam de onzen te
ftaan op 11 dooden, en i z gequetften,
meeft zwarten, o f Inlanders ; dog het verlies
by den vyand geleden ,BÌeefonbekent.
De nicuwe fchootvrye battery, die wy hier
voor gezegthebben, dat aan, ofindeEnv
i a *s
geize logie wierd opgetrokken ,beVöndöh •
de onzen gemaakt te zynvah hunoudeka-
beltouwen , dat al een aardige, dög voor
ons een quade inventie Was.
’s Daags daar aan den 24 December, Wcrd «rc-
wierd op nieuws van wederzyden gewel- d” zyds
dig gekanonneert. De Koning van Jäka^ j*'cra“n00'
tra nu al het Engclze gelchut, benevetrö
hunne Conftapels, en Boflchieterstehulp
gekregen hebberide, verfchoten de onzen
dien dag het vierde part van al hun kruit,
dog niet vrugceloös, nadieh daar medeee-
nige ftukken gefchut van den vyand,daar
zeons wel het meeft quaat uit deden’, red^
deloos, en hun te ontbruik wiefden ge-
maakt.
Den zy December deden de onzen rtiet Doen een
30 Soldaten weder een aarival op het'bo- 0“va1, '
vengcinclte nog ftaande gcbleven bol^erk
aan de Wefthoek der R i vier, en Zy kre-“
gen den vyand in 9t eerft wel aan *t wy-
ken, dog de voorfte van hun volgende-
makkers (die weder te rüg keerden eh fchan*
delyk de vlugt namen) ceen hulpe nog by-:
ftand krygehdeV moeften mede Wykeh,
agterlätende vier doodeh, eh'däii oääer
eön lluitenant, wiens hooft, ih ff gezigt
'van.de' onzen, door de Jävanen öp een
mafthout, of hooge palliiläde, wierd tön
töon gefteldj en hoewel van ’s vyäridsZy-
de m^r gezegt Wie'rä, mecie omtienc zo •
perioonen waren gefh'euvelt, zoö had des
niet te min onze confufeterugkcering,en
mislukte aanflag hun de moed zoodanig
doen aangroeyen, dat ze zieh niet ontza-
gen in ’t Chineeze quartier op nieuw nog
een batterye op te werpen, digt aan, ö f
onder het meergemelte oude o f cerfte huis
Nailäuw.
P Ohdertuilchen zaten de onzettmedö^rt
ftil, maar verfterkten zieh, zoo wel van
binnen als van buiten * met alles Wat dpeh-
lyk, en tot dien einde by te brengen was,
gebruikende in plaats van borft weribgen,
en om vöor den Vyand niet geheel bloot
te ftaan, een party koftelyke Cormandei-
ze kleeden eh ly waten: want het liet zieh
aanzien,alsof de Koning van Jakatra,geholfen
door de Engelzen, vaft geftelt had,
nog dat jaar ib i8 ,’t welk zöo natenein-
de Was gekomen, zyn vöorneihen tegen
de öhzen te zullen uitvoeren. De regee- Liftige-
rende Pangerang tot Bantam,, zieh tot dus veinzery
verre mede van de Engelzen gediend, en van dcu
ons ten principalen al die quaat energipel
gebrouwen hebbende; zogt nu Weder de omea.
goede man te lpelen , en liet den Koop-
man Abraham väu Ufielen aandienen , of
waarichouwen,- hoe het zeker was, dat de
Engelzen, als mede die van Jakatra, de
onzen aldaar mit geweld zoudeh whtaften,
önder belafting van het zelve met dehecr-
fteni den Gouverneur Generaal over te
lehiyven, ten einde de zelve wel op zyn
hoede mögt wezcn,dog menmoctgclooven
dat
G R O N D - V
, dat deze waarfehouwinge door hem ge-
.* |daan wiprd op een tyd, dat hy hoopte o f
&re'tettröuWde de ¿äak al verricht zöiide zyn
geweeft, of immers dat de Koopman van
Ufielen geen gelegehtheid zöude hebben,
om daar van aan den Gouverneur Gene-
m l tot Jakatra berigt te geven, deWylde
ßantaminers hünne praauwen ophieldcn,
en niet toelieteh, dät door hun een vaar^
ttiig mogte afgezonden werden. Zoo haaft
de Engelzen verftonderi, hoedanig het tot
Jakatra was afgeloopen, en dat de onzen
aldaar hunne plaatze en gemaakte werken
hadden vermeeftert, begonnen Zy gewel-
dig te raazen en te tieren > begeerende dat
de regeerende Pangerang hun licentie zoude
geven, om aldaar onze woöningen en
huizen mede te mögen afloopen , maar hy
daar toe geenzins willende verftaan , ver-
klaarden zv ewnwel voprnemens tc zyn,
zulx te zullen doen, gelyk ze dan ook tot
dien einde al driemaal 'op weg waren geweeft,
maar de Pangerang liet de onzen
en hunne wooningen bewaren, ih ichyn
als of hy hun zeer genegen en gunftig
was, daar nogtans zyn boosheid voor al
de wereld zoo ldaar quam te blyken, en
uit alle omftandigheden moeft vaftgefteld
worden, dat den onzen het meefte quaad van
hem voortquam, en hy den Koning van
Jakatra genöegzaäm gedrongen en gedwon-
gen had, om tegen ons geweld te gebrui-
ken, den zelven ook in all« adfifterende,
op dat onze gemaakte werken tot Jakatra,
geen nieuw Malakka mogtenworden,gelyk
ze reeds al by den Koning van Tsjeri-
Don zoo wierden genaamt.
tVerd in De Gouverneur Generaal Koen, nu ze-
Radcovcr-kere tyding bekomen hebbende, hoe de
* T i o r e » mec hun fcheeps-magt opko-
houdcn%fmeQ<^e » voornemens waren de onzen
tc Ycrlaccn.aan te taften, gaf den Raad in bedenken,
wat men ten dienfteyan de E.Maatfchap-
py in dezen nood en zwiarigheid zoude
dienen te doen: dp meefte ftemmen gaven
voor, om de voornaamfte goederen, het
geld en volle in onze fchepen te bergen, en
de plaatze te verlaten; dewyl zy bedugt
waren, dat het buskruit niet lang zoude
i können ftrekken, en dat de Rivier mogte
verleid, mitsgaders onze verfterkte logie
daar door van het verfle waterafgefne-
den werdenj anderzins oordeelden zy de
zelve nu ter defenfie redelyk fterk; dog
ialzoo de Gouverneur Generaal en andere
tot zoo een fubite verlatinge niet wel kon-
den befluiten, en dat ’er ook geen gele-
gentheid was, om onze goederen af te fthe-
pen, vermits de Rivier met paal werk was
toegeftopt, behalven dat ook meeft alle onze
fchepen nog aan ’t Eiland Onruft lagen,
wierd hetbeflüit nog Wat uitgeftelt,
en ondertuflehen laft afgezonden, ^ t gemelte
onze fchepen van daar op de Reede
toor Jakatra zouden komen, dewyl gevreeft
E S T I N I G. 4
wierd,.öf de Engelzen die aan’t voor-
noeihde Eiland niet wel met meervoordeel
mogten komen aan te taften, o f door hunne
branders te vernielen * gelyk ze zouden .
hebbéh können doen: öok. wierden al met Rivier
een eenige palen daar de Rivier, als ge* pC* “ &co'
zegt is, mede geftopt was, onder desvy-
ands bolwerk, üitgerukt, en alzoo eeh
doortogt oftc opening gemaakt.
Onze fchepen nu den 29 December van
’t Eiland Ohruft voorJaKatra ter Reede
gekphien wezende , en zulx met zoodani*
gen haaft, dat ze aldaar hadden moeten la-
ten leggen en ftaan ontrent 20 ankers,
200 zwalpen, èn 8 ftukken kànon} zoo
wierd beflotén ’s anderen daags een generale
togt te doen op het bolwerk aàn de
Weit-hoék der Rivier,offi alzoödemond
van de zelvë weder geheel open en veil te
krygen} maar ter wy le de Raad bezigwas
ottí tc överleggen, hoe men allerbeft den
aanflag zoude in ’t wérk ftellen, en uic-
voeren, kreegenzy mede elf Engelzefche- °P & veT~
pen in ’f gézigt j zoo dàtdàar door ’t voorfz. ^ ^
Définit quam tc vërvallert, en terftond we- Yioot
der goedgevondeñ wierd, alzoo ’er geen geefr zïck
andere.tyd, nog uitkomft was, dat dedcHccr
Gouverneur Genéraal zieh, ten fpoedigften^1“ “ 1
doenlyk, nà onze fchepen zoude begeven, ° CC^*
cndaàf médé de Engelzen te gemóetloo-
pén, ¡gélyk zyri Ed. daar-pöjk ’s nagts in
allerhaät vàn lând afftak, laténde tôt Jakatra
in onze verfterkte löigie áls Gezag-
hébber den Ê. Pieter van den Broeke, de
welke met de Heer Gouverneur Generaal
Gerrit Reinft A°. 1613- in qualiteit van
C^perkoopöaan na Indien vertrokken zynde,
de E. Maatfchappy nn al ruim v y f
jaren had gedient. Ook bleven daar by
hem,
Evert Hanpenze, Opperkoopmaö. ' Notitic <Tcr
Adriaan Jaeobszoón Hulzebos, Predi-
kam. ■■■-'■•. . V
t - »i, . . bfcvcn. Jan van Gorcum, Kapitein.
Abraham Stryker, Luitenant.
Henricus de Haan * Doétor.
jöfef Natélàar.
Pîèter vàn Ray, Onderkoopman.
Voorts 6 j zöo mindere Omcieren, als Ömtrent
ambagtsliiideh, 1 y Conftapels, en Bof-400 ziclc^*
lchieters, 70 Soldaten, zy Japanders, 16
Chineezen , 70 andere -Inlanders, ofzwar-
ten, 70 of 80 jongens,en 30 o f40 vrou-
wen, te zamen ohtrent de 400 zielen.
V àn voorraad en andere noodwendig-
heden, waren zy mede redelyk wel voor-
zieri j uitgezondert van buskruit , dat wel
de meefte bekommering veroorzaakte, en
boven dien wierd ook, als boven gezegt
is, gevreeft, dat de Rivier wel door de
Ja v ahen mogte verleid, en hun daar door
het verfch water afgefneden worden.
Op den 31 December 1718, voor zon- De Hcér.
nen opgang,yertrok de Heer Gouverneur General
Generaal Koen met 7 fchepen van Jaka-Vcrtrckc ,
H h h 3 m'taamai