
'4 8 Z A A K E N V / A " N '
D e Heer
Franszo
on
der.
waards
D o o r de
T sjinec-
zen bet
ro g en .
oprechtr, en altyd zoo geweeft was, en
dat>,.fchoon hy ichrecf verftaan ?te hebben,
dat wy-gekomen waren, om de Tsjinee-
pen te berooven, en geen geld, of koop-
manichappen medebragten, ditTierigtzeer
valfch, en onze zuiveré meining nu, ge-
lyk te vooreh., was , aldaar mèt anders
dan een vreedzame Handel, volgeris een
verzoelc, by de onzen zoo al voor 22 jaa-
ren gedaan, hen voorftellen. 'r
Dpar op nu verzogt hy ons ,òmhem een
Kapiteyn, die over alles verdermetvolko-
mene magt handelen kon, toe te zenden.
Wy verzogten- met een Jacht voor
Aymuy te mögen komen , om zòo wat
nader by de hand te zyn, kregen verlò£
oìn dit met twee Schepen te mögen doen,
en vonden den 13 November goéd, dat
-de Bevelhebber Franszoon met de Jachten
voeren zy weder na Land , en quamen iSia.
weder aan boord-, om te verzoeken, dat yo"«n re
: “ ' haiidclcn
- v i w v t - i i v - , V .H tu x l-/UyClCn
op de ändere zyde geichreven , en be-
zworen zoude werden , op dat de To-
tok den Combon van Hokfieuw kennis
geven mocht, hoe dit alles in zyn by-
wezen befloten was, waar op zy 00k 3
Mandaryns als Gyzelaars , en. 3 pylen ten
teeken van aile veiligheid, yolgens hunne
gewoontev medebrachten.: h
Men Vond daar op; goed, den Heer Do. §
Fransz.àifHj nevens Doedoe Floriszoon Kraag, icenin
Schipper op ’t Jacht Muyden, en Willem fchyn.
van Houdaan, Opper- K oopman op ’t Jacht
Eraimus, na Land te zenden, om dit te
verrichten, al ’t tvelke met entrent der-
tig mannen,en met / W Fieterszoon Reus,
Schipper van ’t JacHt Eraimus , geichied-
Muyden, en Eiafinus, derwaàrds zeylen
zou, gelyk daags’er aan geichiède, | J _
S T 1,Wy re* 1 ScKcpcn onder het d c> I S i - « ; r u n d ‘ Mk om e rzyód I
land blwen leggen. zeer wel, zoo hetfcheen.ontfingcn wier-
B JJen 17 en 18 voeren ceraseti van ons den, ftellende Tafels op >t (tranci voor 't
vo met de Boot na de Jachten, om te Bootsvolk , en wakker voor hen opdik
vememen, waar hetbytoequam, datmen ichende waaroritrent egter de Heer Be-
ßeenemdevandezaakkreeg;maardoeont- velhebber Franszoon door Schipper Reus
lekte men hunne valfchheid middagklaar, de noodige ordre fteldè, en laft gaf van
llZOO ZV«dicht: bv-. larlltpn IrnmiMiHp « taI. nn t e 1_*. __it_
g u i i u u o g i t i a a i ,
alzoo zy , dicht by de Jachten körnende,
t eene Jacht reteds in den brand,en ’t andere
D f î ons
een-van
.d e X
Schepen
v o o rA y -
muy
doen ver-
liezen.
van drie Branders bezet vonden , waar
van de onzen, ichoon’er naderhand wel
Tp Branders na *t Jacht Eralmus quamen,
zieh zeer kloekmoalig reddedendog zy
hadden het ongeluk, dat Muyden , het
geen niet te helpen was, met man en
’ muys in de lucht Iprong-
- Naderhand hoorden de onzen van die
van ’t Jacht Eralinus , hoe, zoo ras zy
voor Aymuy gekomen waren , de To-
tok verzogt had, dat efenigen van de H00&
den dog aan Land wilden komen , om
met hem over alles te fpreeken , *t geen
by de Heer Franszoon , onder voorgeven
van geen bequame Tolken te hebben,
beledn afgeflagen, en waar op in tegen-
deel van hem verzogt wierd, dat hy ee-
nigender zyhen met volle magt, om met
ons te handelen, aan boord zenden wilde.
Zy zonden daar op eenige Gevolmach-
tigden, die, met de onzen in geiprek ge-
treden zynde, beiloten, dat zy met de
onzen op Tayouan handelen, en daar zoo
veel Zyde brengen zouden , als wy met
onze medegebragte hoofd-zomme zouden
können betalen.
Dat zy 00k op Manilha, Cambodia,
Siam , Patani, Djambi, Andragiri , of
op eenige andere plaatzen, niet, dan met
een Pas-cedel van ons, varen, en dat zy
00k 4 a 6 Jonken na Batavia zenden zouden,
om met zyn Edelheid over de Pik
cadores, daar zy ons gaame van daan
hadden, nader te ipreeken.
Dit verdrag nu zoo gemaakt zynde,
wel op te paflen, dat het volk zieh niet
mögt te buiten gaan, om hen ten eerften
weer na booid te können zenden.
Wel is waar, dat die Schipper, mer- O n te
kende, dat het geen rechtlchaperf werk Gevol-
was , met het volk tveet aan boord ge-
raakte; dog de Schuyt van ’tJacht Muy-
den. ’s avonds , volgens befprek , weer gehou-
na Land varende, om de drie Raaden, den,
door de onzen äaöLand, g^onden ,vsfc
te haleh , wierden zy: alle yaft gehou-
den, zonder dat de onzen in de Achten
de reden daar af bedenket, konden, ter
tyd toe, dat de bommel met hunne Branders
uitbrak , en hun geheel fchelmlhik
aan den dag. quam1, behalven dat de Tsji-
neezeö aan de Jachten 00k eenig Tsjinees
Bier, metvergif gemengt, gezonden hadden
, ’t geen de önze egter zonder eenige
fchade ’er doof te lyden, omdekten.
De Heer Bevelhebber dan met zyne
Mede-Gevolmagtigden en ’t verdere volk,
dus gevangen gehouden._ zynde beüoot
men egter de Rivier van Tsjintsjeoe met
2 Schepen te blyven bezet houden, en,
die van genoegzame ververfcfiing. voor-
zien hebbende , Schipper Bontekoe voor
eerft: als Hoofd over aezelve aan te Hellen,
ter tyd toe, dat hy van daar in February
Ao. 1624. na de Pifcadores, en
verder na Batavia vertrok , na dat de
Bevelhebber, : de Heer Reyersaoon, met de
meeftc Schepen bevorens na, Tayouan al
vertrökken was.
De reden hier af was, om dat den iz
Mey de Hoofdman der .-Tsjineezen op
Tayouan met een brief van de Grooten
T A Y O U A N - o f F O R M O S A . 4 9
i6i4- aan hen afgezonden was, m,et verzoek,
dat zy dog malkanderen wilden verftaan,
’t geen 00k door dien Hoofdman zoo
. : . verre gebragt wierd.
Beflult ' H’er °P quam den eerften Auguftus
omPe- 1624. het Scnip Zeelandia in de Pucado-
hocte res , waar op de Opper-Koopman, Pie-
vcrlaten. ter Muyfert, met den Geneesneer, Mar-
Tayouan ttn Sonk i was, ten einde hy (te wéten
tev e r- SottkJ) den Bevelhebber Reyersaoon verlok
Kaizen, fen , en het Opper- beftier over onzen
omikg hier overnemen zoude.
.. Ondertuflchen veiftond men malkanderen,
dat de onzen Pehoe verlaten, zieh
in Tayouan nederzetten, eh dat deMan-
^ daryns bezorgen zouden, dat hun volk
- ; met- de onzen aldaar zouden komen han-
1 delen.
. En men haalde de onzen nog te eer
hier toe over, alzoo men zeide, dat de
Tsjineezen voorhadden met ijopo Bran- 1Ö24,
ders , Oorlogs-Jonken , of Stten-Jonken
het gat: van Pehoe te komen opftopperi,
’t welk de onzen niet geraden vindende af
te wagten „ zyn zy met allés naTayouah
vertrökken, alwaar dan 00k plaats tot het
bergen der koopmanichappcn gemaakt
wierd , ten einde den Handel aldaar te
beginnen. Daar op wierd de fterkte op
Pdboe ( waar in ons de Tsjineezçn zeu
hielpen ) 00k geflegt.
Na dat nu de onzen zieh hier op deze
doire Zandplaat van Tayouan vaft gemaakt
hadden, bevonden zy in der tyd,
dat den Handel der Tsjineezen , zoo als
die vah heri wel beloofd , en van-de on-
zen gewagt was , in ’t eerft niet quani
te volgen j hoewel het naderhand een anderen
keer nam.
D E R D E H O O F D S T U K ,
DF Zaakcn van Tayouan. De Heer Sonk Ao. 1624.' Eerfie Landvöogd van Tayouan.
Brief des Totoks. De V efting Zeelan'diä door de Heer Sorik gebouwd.
En nader bejehreven. Getal der Tsjineezen op Tayouan Formoia. Waar mede zjch
die erneerden. Zware Tollen en andere Gerechtigneden der onzen hier. Die de Japan-
ders ongegrond weigeren te betalen. Waar op de Heer Sonk gelafi werd te fiaan. Hy
kpopt voor de. E, Maatfchappy eenig. Land’ op- FörihOl&.''Moakt een Reduyt, En ftierf
Ao. 1626. De Heer de With tweede Opper-Beftierder van Tayouan Ao. i6z6.
De Heer XL T A dät. nu egter alles dus verre
SonkAo. J X ^ I ,jhier j n^rdre. gebragt , .en dg
L r f e T V 1 6 x 4 . doo r
Land- ■ ; den^^Heer Maarten Sonk^^ als eervoogd
ftén Opper-Gebieder en Bevelhebber van
vanTa- Tayouan, ( hoewef hy naderhand Landyouan.
VOOg¿ wierd) vervangen was , vertrok
hy met 6000 ponden ruwe Zyde, en een
kas, met ftofien na Batavia, na welkers
.vertrek, de :.Hoofdman der Tsjineezen,
waar na. men al dang gewagt, en die langen
tyd Landwaard in by denTotok, en
Combon, om- mei hen ¿-tn andere Grooten
, over de Nederlandze zaak te ipreeken,
geweeft had, eindelyk met.eenige
ruwe Zyde, en een brief van den Totok
van Aymuy aan de Heer Sonb., te
voorfchyn quam, die-van dezen inhoud
was: .
Brief des Deze za l dienen tot antwoord van ’tgee-
Totoks. tte tp Edele op ons verzoekt. De Capitein
Tsjina heeft ons verfcheidemalen vertoond,
dat het Fort in. Pehoe was verlaten, en de
Plaats* na behooren gereßitueerd, waar t*it
ny bemerken , dat V Edele in waarheid
handeld ¿ derhalven wy ons van uwe vriend--
fchap verzekerd houden. De Koning heeft \
verflaan, dat de Hollandfche Nati? , van
verre-gelegene Landen körnende, op ons .den,
Handel van Koopmanfchap verzoekt, aan de
Zuyd-zyde van de Linie , in Calappa, en
aan deze zyde, op Ilha Formofa, zoo heb- '
j IV. D e e l .
ben wy voorgenomen op te trck}$en na HokJ
;ßeuw, om met den Combon , en met den
Raad aldaar te fpreeken f eri ons met “¿Hj.
in t/riendjehap te fiellen.
De Heer Commandern- mag vryelyk^ na
Calappa zeilen, om den Heer Generaal alles
te verwittigen , alzoo VE. den Handel ge.
noeg verzekerd is.
Geichreven in ’t vierde jaar, en deagt-
fte maand van des Koriings Regecring,
den 20 dag der maand.
Was opderteekend,
T o t o k F o a ; ;
Daar op heeft de Heer Sonk, met goed- DeVe_-
vinden van den Raad deze plaats, daar zy fting
anderzins voor alle geweld bloot lagen, Zeelan-
beginnen fterk , en hier een Vefting te di?hier.
malten:, die zy bewerten de Rivier vah g w •
Tayouan aangelegt, rondom met planken
omheind, gelyk zy de punt 00k zoo lang
met zand gevuld hebben, tot dat zy um
Tsjina een genoegzame misnigte van fteen
bequamen , om die rondom te können
bemetzelen, en’erdus een fteene Vefting: *
van te maken.
Zy begrepen dezelve op een hooge
Zana-Duyn, en noemden die, na datze
voltoid was, Zeelandiä, waarfchynelyk'
^ na