
i i 6 B E S C H R Y V I N G E v a n
A*. 1679. ✓r“>^EIyk de wapenenderE.Maatfchap*
DcHccr
Sloot'
lccr I - f py ;pä ddzc kant tot nog toe geluk- I
lukk^c^* kig gevoerd waren, alzoo was de I
vcrovering Heer Sloot mede nietongelukkig geweeft,
van Cad jo. die in September Cadjorans veftmg vero-
ransVc- verd, eft zyn twee zoonen, nevens veel
Grooten ,en Cadjoranzelf (dien hy kriflen
fM liet) gevangen bekomen had.
Den 2 November quam de tyding va 1
Cacappars verovering, en Gliflbns dood,
op Batavia.
Kort na welke verovering de Heer Coe-
perzig klaar maakte, om na Antang regen
Taroena Djaja op re trekken.
Hy zond eerft een brief aan hem, met
vcrzoek van zieh te komen vernederen j
dog hy . gaf daar een fcherp en fpotagtig
antwoord op, zeggende zeer ichamper we-
gens de regtvaardigheid der Holländers,
dat by die met kende, en dat hy van ben
wel eens leeren wilde, waar in die beßond.
De Heer Coeper zond hem nog een brief
den 3 December van Solo, toonende, dat
onze regtvaardigheid beßond in ’/ nahmen
der verbanden, met den Soefoeboenan ge-
taaakt, om dien tegen zyne vyanden te bei-
peny en om bem als een wederfpannigen tegen
zynen Keizer aan te faßen 5 dog dat zy,
zoo hy zicb vernederen wilde, zynverderf
niet zogtem dog hier op kreeg hy geen
antwoord.
t)e Heer Daar op trok Coeper na Antang; en
Coeper deed alle toegangen lluiten, waar door hy
trekttegen ten eerften gebrek van water, en levens-
JDjaarj.oac onpa na middelen’, kreeg. -r. rr Aotangf Kapitein van Renefle toog met twee
Brigades na Briara, in de landftreek van
Cadiri, alwaar Altmeyer met zyn Brigade
bevorens zieh verfterkt had, om den grooten
toegang van Antarig te fluiten.
De Veld-Heer, K apitein van Vliet, v y f
andere dienaren der E. Maatfchappy, en
de Koning van Palakka met zyn magt,
trokken van Solo over Paflaroewan en 't
gebergte van Malang Zuid-Ooft op.
Duizend Macaflären, zoo mannen, als
vrouwen en kinderen, heugende nog van
Cacappers veroVering, quamen aanftonds,
na dat hy tot Batoe gekomen was, over.
Vcroverd I Den 10 December taftte de Heer Coeper
eenige Pa-twee fterke Pagars van Taroena Djaja,in
gars- *t hangen van een fteilen berg, en by hem
onwinbaar ge-öordeeld, aan, die beide op
eenen dag, met verlies van weinig volk,
veroverd wierden. Hy zelf ontquam het
door den -zwaren regen, fchoon de Heer
Coeper hem nog wel twee uuren gaans
gevolgt was, verlict Anfang, en vlugtte
na een fteilen onbek lim me-lyken berg, daar
by aanftonds gevolgd wierd,
Op Antang quamen weer 600 Macaf-
faren tot ons over, en nog wel 2.000andere,
die met Taroena Djaja gevlqgt;dog
niet in ftaat waren, öm het wegens den
hqnger langer te können harden, zoo dat
wy toen wel4000 vlugtelingen gevangen a*4,ä79-
bequamen.
Taroena Djaja vlugtte" verder door de
ruigte, en ’t bolch, waar door de Heer
Coeper meende, dat hy na ’t land van Poe-
gar geweken was.
Ondertuflchen raakte onze voorraad op,
des wy na huis moeften keeren. De Heer
Coeper trok over ’1 gebergte Briara, daar
hy by denSoeibehoenan quam, en-verftond
dat Sindoeradja met 4,000 man uit Mata-
ram gekomen, en Taroena Djaja van de
meefte der zynen verlaten was, cn zieh
maar een dag rcizens van daar öphield 5
waarom Kapitein Jonker nog dien zelven
dag met drie vaandels door zyn Hoogheit
daar hecn gezonden was,om dien wederfpannigen,
was ’t mogclyk,af te fnyden.
Men fchikte dierhalven Aria Sindoeradja
met 1000 man, en voorraadvoor agt
dagen na Antang, om Taroena Djaja in
een hinderlage waar te nemen. En men
zond 00k nog 1000 Javanen tot verzeke-
ring van Kapitein Jonker, en nog 1000
op een derde plaats, met voorraad voor
agt dagen, en met laft van ieder op de
dag, die »er- toe beftemd was, Taroena
Djaja op *r lyfte vallm, gelyk gefchiede.
Vermits nu Coeper, door ziekte, dit
werk niet bywoonen kon, zoo wierd de
Geheimfchryver, Joannes Georg Briel,
daar mede na toegezonden, om hen met
raad en daad by te ftaan. , ■
Taroena Djaja, op den ay December Taroena
1679 van alle-de zynen verlaten, quam met Djaja gc-
174 Madureezen, en nog 68 Macaflären,-^.w°n8cn
die ’t nog by hem hielden, in onze han- jM J J
den te vervallen, hoewel ’er daar na nog ö
meer by quamen.
Op wat wyze dit.gefehied zy., können
wy in ’tnavolgend verhaalomftandigzien.
Omßandig verbaal vdnbet Hetverhaal
gevangen nemen üanTa- hier van.
roena Djaja do'or Ä apitein
Jonker.
„ Kapitein Jonker, door den. Md-Kapitein
„Heer Coeper gelaft Zynde, den'Söeloe. Jonkcrroc
„hoenan Atnangkoerat Xitel te bewaren ’sKci« IS
„en hem met zyn vdlk op 'Soerabaja, m m ?
„ t oude Keizers-Höf. tenlyfwägtte die- gefteld.
„ nen, zoo was de Heer Coeper oiider-
„ tuflehen na Paflaroewan vertrokkeij. om
„ Taroena Djaja, d ie derwaards gevlugt
„was, op te zoeken.
„Ondertuflchen quam den Keizer ter
„ooren, dat Taroena Djaja zig niet verrc
„van Cadiri, Qp den betg GolÖt, o f op
„ ’t gebergte van Selrmbon, onthield^. die
„ daar op aan Kapitein joriker voofftelde,
„ of hy geen luft zou hebben, oöi ’er op
„ af te gaan, alzoo hy daar zeer gemakke-
„ ly k te vangen was. Jonker zeide daar
„ toe wel luft j maar geen magt nog laft
«te
G «R. 0 O T J A V A.
Mte hebben , aangezien h,y zyn .poft bui-
„ ten laft niet verlaten mögt, alzoo -de
„Vejd-Heer hem daar tot 's Keizers lyf-
„ wagt gefteld'had. De Keizer zei , dat
„h y alle die verantwoording pp zig nehmen,
en alles , wat daar van quam,dra-
„,gen zou, te meer, alzoo herti, cn 00k
„ de E . Maatfchappy, hier aan veel gele-
„gen was.
Caatop »Na lang over en wederpraten, nam
’s Keizcrs „Jonker dit aan, en trok’e r, na zig wel
• * „met zyn volk beraden te hebben, met
„ 3 vaandels, te zamen ontrent zoo man
,,uitmakendc, tepaerd na toe, hebbendc
„geen andere hulp, dan die van eenige
„laftdragers van ’t kruit en de artillery,
„ en 200 paerden voor de zelve. By dien
„berg gekomen zynde, beaette hy die
„van voren en van agteren zoodanig-, dat
„Taroena Dj^ja geen water bekomen-kon.
OmTaroc- , „Daar op zond Jonker hemeenigeGe-
bczet^4 W w280160 ^ec een witte vaan , die door het
0 ctKD* „volk van Taroena Djaja qualyk gehan-
„delt Wierden. Dit hem ter ooren :ge-
„ komen zynde, zond hy ten eerften vier
„ Gezanten met zulk een vaan aan Kapitein
„ Jonker, die ’er drie af liet dooden^en den
„vierden te rüg zond,met de reden waar-
„om hy dit-gedaan had.
„Taroena Djaja, ondertuflchen door
„den honger en dorft geperft , ^lzoo hy
5, 3000 zielen by zig had ,-zond-weder ge-
„ zanten aan Jonker, e-n verzogt, aange-
„zien hy in zyn jeugd-ovcr zynNadjoefn,
„ o f geboorte-fter , de geleer-den had iaten
,yraadplcgen, en daai* by bevonden,, dat
„h y , hoe groot hy 00k in de wereid-wer-
,, den mögt, egtergevangen en overwOn-
„nen zou werden, en hy geloofde, dat
„die tyd nu vervuld was,dat dog Jonker
„hem in genade geliefde aan te nemen,
„en met hem te doen, wathy .goedvond.
„H y vertrouwdeegter, dathy, die,een
„ Amboinees was, hem niet qualyk zou
„handelen.
„Ecr hy dit aan Jonker weten liet,
„iehreef de Heer Coeper een brief «an
j, Jonker, hoe hy had durven beftaan, om,
„buiten zyn laft, zyn poft te verlaten,* I
„belaftende hem, aanftonds te-rüg tekee- :
„ren. Jonker antwoordde, dat de Kei- !
. „ zer hem zulxbevolen had. Coeper fchreef
.„weder, dat hy aanftonds te rüg -keeren
„ zou. Waar op Jonker dat , dewyl hy
„ ?t wild bezet had, hy nu niet komen
„kon , voor dat hy ’t 00k medebragt.
„Coeper belaftc hem nogmaal te rüg te
„ komen ;en Jonker gaf tot antwoord, dat
„ hy dat doen zou , dog ’c wild eerft me-
„de wilde brengen, alzoo h y ’tnu in zyn
„geweldhad.
„Daar op liet Taroena Djaja alzynpie-
„ ken, kriflen, enz. by een binden, gaf
"** ^ n. V°^ aa0 ^ aP*fein Jonker over, deed
„eerft zyne hovelingeü, yrouwen4eneen
U f |
„kleen «oontje afitomen, en volgde daar A»., ¿77.
„ na zelf, val lende Jonker te voet, die hem
„ weer opheftte.
»»Hy verlcheen in een Portugees ge- Tarocoa
„ waad van zwart zateyn, met een zwarte DWa’s
„tulband , met een goude grond, o p z ynw
„ hoofd, een lange zwarte ftok in de hand.
„en zag’er uit, als een Priefter, Fakier,
„ o f heilige Bedelmonnik.
„H y fprak, volgens zyn gewoonte;
„ zeer weinig, antwoordde älleenop ’t geen
„hem gevraagt wierd, met veelzagtmoe-
„digheid, gevendc zieh zelven alleen de
„fchuld van alles, wat hem överkomen
„ was. .
De goederen, die hy uit Mataram ge- GbedtreS i
roofd-had, waren, volgens zyne opgave,
19000. Spaanfehe Realen iri z killen, iorfd!'"
60 Cari ongemunt goud.
i göude, en eenige zilvere zadels
met haar toebehooren.
De oude Madjapahitze goude
kroon.
Verfcheide goude vercierzelen j
en zilverwerk ; kommen, eri
. ander gqud, elk byzonder.
Al het “welke hy, by Cadiri’s verdve-
«hg., agtefliet.
H y zeide 00k, dat'hy Vöor de verove-
rihg 'van Cadiri al tot öns overgekomeri
zou -hebben ; dog dat hy door onzevyan-
dely kheden daar in belet was. Met hem
quamen in ’ c geheel 681 Zielen-,-zcio mannen,
-als vrouwen, en kinderen, over.
Men eifchte hem zyn Sulthffns kroon a f;
dög hy zeide’er geen te hebben, nog geen
Sulthan te zyn, fchoon -zyri völk hem ifi
Cadiri zoö genoemd had.
K-apitcin Jonker had hem vergiffenis be-
loofd, en verzekering van zyn leven ge-
# geven; dat door befiel van den yverzug-
rigen Heer Coeper, die Kapitein Jonker
deze eer -niet gunde,en door eeii verkeer-
de wraakluft van den Keizer (gelyk wy
hoören' zulkh) niet nagekotnen wierd.
Na dat hy dan voor den Keizer, met Wat ton-
bekendmaking op Watgrond ( te weten a kervoor
op belofte van genade) overgekomen wasJ dic v#Dge,i
zoo trok Kapitein Jonker daar voor g28otrok‘
Ryxdaalders ,die den genen, die hem ge-
vangeh bragt, belooft waren. Het was
den Keizer zeer aangenaam, dat d it, op
zyn raad, zoO wel gelukt was j maar Coeper
meende te berften van fpyc, hieldzig
ziek; dog bakte Kcm ondertuflchen een
andere koek.
Men zegt dat Taroena Djaja, fchooä -
gevangen zynde, nu en dan zeer veragte-
lyk Van den Keizer fprak, en dathy dit oö
Nieuwejaars-dag, als de Soldaten de Ketzer,
en daar na hem ook, veel geluks iri
’e nieuwe jaar wenfehten, zeer nadrukke-
lyk dede, gevendc toen zyn laatfte Vier
Ryxdaalders aan hen, cn vragende: fVat
P 3 btefl