
B'E S C fl iM .. _ . R Y V I N G Rg&jöi Oridértoflehén fiet c^'Kcfafcr dfe orizeri
Die hern en .Gp ^ gtn' ten étèn/ÿëfzoëkcn, dog die : SSSS^Ä fStJII Rill SÄ 8p fl ¡¡J ¡¡p hikt. * iën ; oA dût zÿ ÿërfiàan hadden, dat föen
héh daar cch ;%pfcôzè vyg zoü- gëgéVéri
^néBbeh. r::
■ Men gelëîdd^ de Bodé dès Keizers ; in
^ -uitgaarfj'^Siidruklcelyk ovëral daar rt
vol wapenen was, ’t geèri hem zoo ver-
baaisdef-'âkt h y 'tëh eèrftëri vfcrtrofc, Vra-
géndë deii’ Kàpirein, wat redëhett hy fcàd,
btifäcrö. vergrathd op hén té zyh;
*De Keizqf, ziende dat a! zyn aanfla-
■gèn tevèrgéèfs Waten, aarivaardde zeker ge-
•fchenk, dät de örizen hem zonden ; en
'Öfitfchuldigden zieh weder ten hoogfte,
daar ’t nögtans zéker was, dat hem door
de Pçftugéezèn voor de vier blööte fchepen
vier duizerid ryxdaalders belöofd wa-
f 'ch. Dit Wäs dan öörzaak, dat hy ook
den fnoed gèheél zakkeri liet, en den ncn
hä Jäkätra vertrok;
Den 4 November quam de Keizer weder
aan board, verzoekendé een van de
ledige, en bÿ öris'genömette jdnked.- Dit
Wierd hem zèdig gétoeigèrd, alzoo de eit
*Öiaaf daar om komen mögt,sen zy die
an aan hem wilden geven. Ook gaven
Zÿ, hem kcnnis,dat zy van al zyne aanfla-
gèn op de fchepen Zeer wel onderricht waren
, waaf tegen hy zieh weder niet wei-
fiig ontfchuldigdè, klagende met eenen,
dat hem die van Jakatra daar ook niet hadden
willen dulden, en dat die van Ban-
fäto hem al rnede verftooten, en daarom
•fey de onzen zoo vérdagt gemaakt hadden.
Daar beneven wäarJchouwde hy de onzen,
datdifc Van Bantam wel haaft met een vloot
op hen âfkomèn zouden, hoewel men
haderhahd hoorde, dat hy die van Bantam
zelf overvallen wilde, weshalven zy zieh
daar tegen, doör ’t maken van eenige hoo-
ge Wällen, voorzien haddenT
Hunkomft De Ofizen o'ndèrtuflchen, omgoedcre.
■»oor Jaka- denen verzeild zynde, quamen den igen
Toeban. ^itô. v‘ôor Jakatra ) en den z December af
eh aan de ftad Toeban, die nevens Cida-
joe én Söerabaja, voor een van de groot-
fte ftedert van Java bekend was, ten anker
.Z
y wierdert ’er, in fchÿn, zeer wel ont-
faftgen ; dbg den 7 dito quamen zes Ting*
gaïigs vôl Volks na dé ichepen, waar af
zieh .drie'riä. VSchip Amfterdam, en drie
ha de Pinas het Duifken begaven. ;
D e drie eerftet) hadden twee koebee-
ften in , die zy zciden aan die v an ’t ichip
Amfterdam te willen vereeren, een van
1 hun gewöoric ftreeken, aî§(z ÿ ichepen
Wilden overvalfen.
Daaf opqtiäth deSjahbandar, aanvocr*
der vafi dien troep, aan boord, en deed
de beeilen aanftonds overhyflen.
Daarzyo- - Terwyl meh daar medebezig, en ’ t
wierdeo! ^^ p svo lk in den arbeid was,zondcrdat
men iet quaads vertnöede* quam ’er zett A-Mjj*
fchielyk vtel vah hüri völk binnenboörd,
Weshalven de Opperkoopman , Reifiier
Verhol ,äafi den Sjahbandar vraagde: W<\t
zal al dat volk aan boord doen? Waar op
de Sjähbandär, ziehde dat het nu zyri tyd
was,zyn kris trdk jitiet'eeä groot gefchreeuw
van Amoc (dat isifla doodj enVerhel de
keel af ftak*
My Wierd daar ih aanftonds vart de zv-
neh gevolgt , waar door ook de Schipper
Jah Sshellingef ,eh meeft alle de aflderön
daar op üietverdagi; enzonder geweer zynde,
deertykovervallen,eh eenige vermoord,
oftenminftendoodelyk gequetft wierdeh.
* De andere maats, die benedeh waren,
dit vernemende, hebben ten eerfteh mdt ren. •
braadfpeten, fpieflen,en Zabels Zülkereddering
’er onder gemaakt, dat zy ’er ook
een deel den hals braken, waar doör zy
gelegenheid kregen^ om boven te komen,
en door st gebruik van een fteen-ftuk de
verdere Javanen Over boord joegen, fchiö-
teöde toen nog een prahoe metgeqiietften
en anderen, die daar ontrent lagen, in de
grond,
Dit flecht gezicht gaf aan de drie andere
Tinggahs, die na de Pinas ge varen waren,
redenen, om hunnen aanflag op die
tyd niet uit te voeren, maar om voor ’t
fehip Amfterdam över te roejen.
Die vah de andere fchepen, ohtwaard
hebbende, dat hier onraad was, hebben
hunne chaloepen met volk op die Tiftg-
gans afgezonden, ’er een van agterhaalft«-
en zoodanig gehavend, dat ’er weinig af-
gekomen zyn.
Die van Toeban, welke met die van
Cidäjöe en Söerabaja eene lyn trokken,
dit vernemende, quamen met 15 'ändere
viartuigen, vol Volks, op hun af, onder
welke die van de ichepen zoo fterk fchoö-
ten , datzy genoodzaakt wierden weerna
de wal te lteeren.
De onzen ondertuflehen \ aan *t Sehip
Amfterdam gekomen zynde, Zagen höe
deerlyk het daar geftelt was. Deneef van
de Schipper, een borft van 10 o f n ja-
ren i hadden zy nog-wel 13 fteeken na
zyn dood gegeven , dat de onzen Zoo bitter
tegen de gevangene Javanen, die zy
bekomen hadden , maakte, dat zydie ook
aanftonds deden döörftooten.
Zy hoorden daar mede, hoedezefchel-
men hen al van Bantam af gevolgd ,enop
Jakatra by hen gekomen waren , om ^waar
het mogelyk, hun met een jonk metnoo-
ten-muichaten te bedriegen, 5t welk hen
mislükt zynde, waren zy op Jäpara
aangeloopen, om hen daarte wagten, en
hier weerby hen gekomen,öm voorToe-
ban, of Cidajoe, nu de rol, aangezien
de Kbning hen van onze kornft ge waar- L
fchouwd had, verder uit te fpeelcn. p . Gettida I
By dit gevegt waren iyo Javanen ^dog dowic,, I
van
G r / I C G ö t
A°. rjji. van de onzen maar rz dood gebteven.
Dit owverwagt öngeval deed de onzen
ren cerften van daar vertrekkert, en na ’t
Eiland Madura loopen, daar zy den 6 December
1596 voor de flad Arosbsja ten
anker quamen.
Hun komft Die van de ftad zonden daags ’er aan een
vow Aros- Prahoe mct; z8 man aan boord, zeggendc
Ja’ eenige fpeceryen van een ichip in te hebben,
dat daar over een jaar zou gebleven
r zyn. Dit waren maar verdichtzeleo, om
de onzen daar te lokken. Zy wiften dit
ook weis maarontveinsden ’s , en deden
aan hun overftch nog een gefcherik.
Den 8«^ dito quamen’er drie Parahoe’s
van land, in de eerfte van welke een rolk
was, die aan die van *t Schip Amfterdam
vroeg, o f de Koning, en Üpperpaap wel
zou mögen aan boord komen-, beengende
eenige geiren, wat ryft, en andere ver-
veriching mede, om dit werk eenigen
ichyn re geven.
De Stierman van dit febip, die nog
zwaar gequetft was, quam uit zyn but na
de kajuit, en zotf, zoo ’£ hem niet belet
was geworden, zekerlyk dezen Tolfc uit
de wereld geholpen hebben, om zyn moed
aan den zelven eenigzins te koelen ; dag
. men fcheepte die tolk ten eerfte met dit
antwoord af,dat zy wel aan ’t fehip Mauritius,
maar niet aan ’t fehip Amfterdam,
of aan de Pinas, komen mogten.
ßryddaar Ondertuflehen zagen zy den Koning en
■voorgml- d e fte r met eenige vaartuigeh recht
Jen. op'hun fehip aan ftevenen; ’t zy dat die
tolk zyn laft -vergeten had, ’t zy dat zy
zieh daar niet na gedroegen; dog die van
’t fehip Amfterdam, bang voor hen zynde,
gaven ten eerften op een groöt vaar-
tuig, waar in zy drie boog boven mal-
kanderen gepropt ftonden, zonder verder
beraad, met drie ftukken vuur, waar in
zy door ?t meefte volk der andere fchepen
gefiblpen wierden, dat ook oorzaak was,
dat’er maar a i van hen ontquamen,en
ai de anderen gevangen genomen \Vierckn.
De Koning, dieeefl goiid joweel met
y fteenen aan zyn gordelhad, en de Op-
perpriefter, die beide zyn armen quyt
was, wierden onder de doodeii gevonden,
over boord gezet, eh toen uit de gevan-
genen gehoord, dat zy , zoo ras zy de
kans maar klaar gezien hadden, ’t fehip
Zouden overvallen hebben j hoewel arideren
die tegenfprakeh, zeggeflde, datzy dan
ihet hunne wyven j en kinderen, niet aan
boord gekomen zouden hebben.
Men fehonk heh ’tleven,criopdeem-
ftige en byzonder zoete bedc van *s Ko-
nings zoon, een jOngetje van 6 o f 7 jaren,
Ook aan den Tolk ,'dien men anders gedood
Zou hebben.
Hoewel deze ftryd iri ’t eerft tegen de
gedagten der onzen ondernomen was,
mcinden zy egter däar na, dat deze Ma-
J A V A. 77
dureezen niet een hair befer, als de ande-
re Javanen, waren; weshalven zy denycn
dito van daar vertrökken. .
Den ayeh dito quam Jan Motenaar,janMoIe-
Schipper op *t fehip Mauritius; Zooälszy n,aar v«gp-
voor Luboc ten anker lagen , fchielyk VCD*
binnen een uür tyds te itervert, die geo-
pend zynde, bevonden wierd vergdven te
zyn, waar op Gornelis Houtman, verd
a t vari hem dezekoek gebakkente hebben,
alzoo Zy de ganfehe reize zeer onee-
nig geweeft waren, den 27 dito vaft gezet,
dog dfen 50 weer öntflagen, en vry
gelprofee» wierd, hoewel ’t vermoedcil
van veelen egter op herri blcef.
Den icn January 1797 wierd het fehip . .
Amfterdam voor dit Eiland, alzoo zy *t
zelve niet langer wiften boven water tCbrand.
houden, volgens genomen befluit, ver-
brand; en dien zelven dag verzeilden de
ichepen van daar, ziende den *8 ditö
’s morgens den brandenden berg van Pa- Hort komft
narockan, die A°. r 786 eei-ft opgeborften,
en met zulken kragt gefpfongen was, dät
*t wel io&oo menfchen *t leven geköft
had, behalven dat. men in drie dägen ?er
geen dag-licht van wegen den rook had
können zieh. Deze zwavel-berg nu gaf
te (her tyd ook eenzecr grooten en donke-
reri rook van zig. Zy quamen daar opden
21 dito önerent de llad Balambdang ^ die
zy nu ndg zwaar belegert vonden.
De reden’er af was deze. De Koning En voot
van Paflaroewa», Moors, of Mohham- ^alai4*
medaans zynde, had de dogter van den - 2
K oning van Baiamboang teil hu wely k verzogt
, welke hem mct een heeriyk ge-
zelfchap gezönden wierd.
Na dat nu deze Vorft zyn bruid, die
een Heidinne was, den eerlleri nagE be-
öapen had; beeft hy haar met harengan-
fchen Erein, om dat zy niet Moors was -
doen vermoorden. Eri daar dp zyn leger
verzameld hebbende, is^ hy eerft voorPä-
naroekari gekomen,meenende die ftad te
overvallen; dog die inislnickende, is hy;
na ’t verlies van eenig völk, voor Baiam -
boang gerukt, alwaar hy zig nedergefla-
gen, twee fehanflen aan de Rivier opge*?
worpen;enmet paalwerk zoo bezet heefj^
dat ’er geen fchepen, nog fchuiten kon-
den döorgeraken; höedanig hy die ftad nii
al vier maanden belegert gehouden, en in
die ftaat gebragt had, dat drie Portugee-
zen van Panaroekan, daar nü al eenigen
tyd als bosfehietersgedient Hebbende, geeri
kans zagen, om het langer re houden. /jg,
De Onzen nu quamen met de ichepen-^
terwyl ’t hier zpö geicKapen ftorid, den
22 dito ontrent een myl van deze ftad ten
anker;. ziende na de kant van Bali veel
zeilen i die, zoo zeker Edel man zcide,
daar mct wel 8000 man by een verzameld
waren, om de belegerde ftad, waar in groot
gebrek,, en hongersnoöt was, te öntzetten.
K 3 • Z y