
4?» gß B A “ ' T A
daggering, niet langer hadden können
.wagten, ter oorzake hun ontdekt en - be-
kend gern aalet was, de voorgenomenver-
raderyc der gener, die, onderfchyn van
vriendfchap, alleen maar getragt hadden,
op de zelve batteryen weder ,gefchüt te
brengen, oin hun dan vooris, merhulpc
van den Soefoehoenan Mataram, wänneer
des zdfs magt zoude overgekonsen zyn,
vooreerftmeefter daar van te maken, en
Zqy veryolgehs ook van de ftad Jakatra,
mitsgaders van ons kafteel, en ongetwyf-
feld mede van Bantam.
Wie ng de genen waren, die dk verraad
. met den Soefoehoenan zouden hebben ge-
prouwen, daar van wierd door de onzen
in dezen brief (mogelyk met voordagt) zeer
. duifter gefprooken. Men kori het nemen
Zoo welop de Engelzen, als op de Jaka-
traze Javanen, en ook op die beide te za-
men^dog de Pangerang Temanggongwas
zoo onnooZel niet, o f hy konde dezelaat-
fle voorwending wel aannemen, als een
pyl, voortgekomen uit des Konings van
Bantam, als mede zyn eigen kokerjende
Welke hem nu door de onzen op dezelve
wyze, als ze die op den eerften April des
fiagts tot Bantam, en den 4 ditötotjaka-
0- v-e.i. * °ntfeng4n hadden, weder wierd toege-
S S T f^ooten * yant de gemelte Inlander, des 1
dc«.zelvcn,avorf s weder binnen het kafteel gekomen
en onzen ^ynde, wift te rapporteren, datde Pang-
briefdra- erang Temanggong daar op te eenemaal
®cr* ßd gezwegen, en eenlyk gevraagt had,
om wat reden die van ’t kafteel de witte
vlag ingehaald, en een roode in de plaat-
ze gefteld hadden, en dat door hem daar
op zynde geantwoord : tot geen ander
ernde, als^om de Javanen, die zieh op de
oatteryeö quamen te vertoonen, te waar-
fchouwen, dat ze van daar moeften gaan,
zoo had de Pangerang Temanggong daar
op gezegt: dat was, ten aanzien van de
gedaane waarfchouwing, wel göed; maar
even wel te eenemaai ftrydig, tegen dege-
dane beloften van de Nederlandze vrien-
den tot Bantam, als hebbende aande Ko-
iiing aldaar verzekering gedaan, dat die
Van *t kafteel,zonder eenig verhindering,
zouderi toekten te maken, alles wat door
Bericht g fo p » Heeren
de Javtun- B °™ng ,wlcrdc geordonaeert. Voorts ver-
zcGroo- haalde de gemelte Inlander, dat het met
ten oYfcr de'beftellinge des briefs, veel beter was
iiTOoiyalafgeJooperi, als hy zieh daar van had dnr-
fcheiuen. » mbeelden.als hebbende den gemelten
Pangerang Temanggong, mitsgaders Kiay
,Nebe, alias Lacmoy, en de verdere Ja-
vaanzc Orang-kayen, bevonden, meer
Verflagen en bedeeft, alsvertoornt ofver-
Die om. grämt te zyn: en die hem op Zyn terug-
KÖ"m'° na ’£ kaAeel. had gerecommandezc
zaak deerd de onzen te zeggen, dat ze zieh ook
xonden wilden ftil houden, zy zouden hun beft
«igwa te doen om den Koning van Bantam in een
V I À ’S gevoelen te brengen, alsof het gepäffeer-,„fch„0.
tle was veroorzaakt, dooreen geVaiiigmis-ncn*
verftand : en^op dät de vriftlden tot Bart-
tam van al het boven verhaalde, mede ten
eerften na waarheid mogten vfoen bericht
Wierd zulx döor die van Y kafteel Bakvia,
des anderen daags den 10 April 1619 by Bwigtdaat
een brief, en eenige-bylagen, bekeridee-afaaBdc
rnaakt, met vertooning, dat ze, na
tehebbenoverdagt de zWarigheden, die
de gemelte %t«n zoude können nk Zieh
fiepen,,egter, tot cönfeiVätie van *t■ ka-
fteel, en daar in béfchrfden vôlky lföog-
nodig hadden geoordeeld, dààr fnede voort
te varen,onder heope en vertrouwen,dat
de Koning van Bantam de Nederlandze
Vnenden aldaar, onder zyn magt zynde
om die onderneming niet zoude komente
misdoen. Voorts fehreven ze, dat de aan-
flag tot zoo verre wei was gélukt,endaar
door oogenfchynelyk, zoo wel onder de
ßantamzeals Jakatraze Javanen, geenldeé-
ne vreeze veroorzaakt.
Des morgens, den ù April i6 19, Za-^rJaraaeQ
gen de onzen uit ’t kafteel met verheueine, Jj"" '» d*
dat de Javanen (buiten twyffel uit lall van „ c ,™ ..
dcnPangerapgTcmanggongJeen wirte Vré- »aaodd
de-vlag in de ftad beten waejen ttcht te-wacien*
gen oVer de dnzen, op den Boek van de
Ravier, en kort daar aan, Wànneerdeor*
dinaire marktganger Weder binnen geko-
men wäs,verbaalde de zelve, hoe hy den
gemelten PangeWng Temanggong, ('die Belcefigà-
bem bad laten roepen) in ccn goede en zeer d“
belcefde luim had aangetroffèn, ach uit-
terlyk geiatende redelyk wel voldaan teop.
zyn, met de redenen, die de onZen quamen
te geven, wegens de öoodzakelyk-
heid van hun gedanen uittögt,enhetflee'-
cender batteryen hier boven aangehaalt.
Kiay Nebe, alias Lacmoy, aan wieriEn và»
gitteren tot een gefchenk wären toegezon- Kiay lù -
den twee groote metale gommen, o f Ja- m°y-
vaanzc klokken,waardigomtrent icörealen
van agten,was mede zeer weltelpre-
ken geweeft, en had de onzen laten raden, Die de on-
dat ze het geene tot hunne verfchooningzcn raad
konde dienen, zelve in gefchrifte aähden f t dci
Koning van Bantam zouden bekend ma-zdf'fc&if-
ken en verzoeken, dat het voorgevallene tc^y^ te
ongdyk by hem niet ten ergften, en na
het aandragen van de Engelzen, onze Vy- S<U1*
anden mogte worden opgehömen. AlleGelykaä-
het welke mede dès avonds. doör een brief tcrvolgt
je aan de Bantamze yrienden wierd bekentwieî<1,
gemaakt, met byvoeginge van een mhß-
vc ofrequeft, aan den Koning (in nako-
ming van Kiay Lacmoy’s raad) beheizende
meeft de zelve redenen van verfchdd-
ning,als opeergifteren aan den Pangerang
Temanggong waren afgegaan, en voorts
een cerbiedig verzock, ingevalle zyriMa-
jefteit, des niettegenftaande , mogte oor-
deelen, zy hog clders aan fehuldig wären,
oftc in misda^n hadden, dat hen zu ht mog-
G R O N D-V E S T I U G.
ite worden vögeven, dog de fius , de welke
dezen brief zoude können fmakelyk en
■aangenaam maken, namentlyky het zen-
* den van een goede fcherikagic daar bene-
Tens, fehreven die vari t kafteel Batavia ,
dat hun mancqüeerde, en verzogten dien
volgende aan devrienden van Bantam, by
aldiemze iets-hadden, daar toe dienftig
dat ze het als een vereering inet den
brief aan den Koning wilden overgeven ,
en ook omtrent den zelven, het voor-
gevallene zoo veel tragten te excuferen, ‘
als eenigzins in hun vermögen Zoude ¿yh.
E lf dagen daar na, te weten, op-den
a l April 1619, zonden die van *t kafteel
Batavia een expreß praauw met een brief-
je na Bäntam, waar by zy aan de Vrien-
den aldaar bekehd maakten, hun verlangen
na antwoord op hun boven' gemelte
jongfte fchryven van den io en 1 i dezer
met verzoek, daar van tot narigt, höe eer
hoe liever, mogten wezen gediend. N ä ders
fchryven ze niet te weten, wat de
Javanen tot Jakatra in den zin hadden ;flog
wel te können bemerken, dat ze ten ein-
de raad waren geraakt, eh niet wiften wat
ze nu vöorts zouden aanvängen, als mede
datier gerügten liepenvan hun voorgeno-
inen vertrek na Bantam j en dat ze heflö*
ten zouden hebben, de ftad Jakatra te ce-
nemaal te verlateh : beiluitende voorts dit
brieQe met eenbekeiidmakinge, dat’erop
gifteten een jonk vain Jambi was aange-
komen, geladen met aioo zakken peper,
däar onder 800 zakken, toebehoorendeden
Schipper, ofte Anachoda, en de refteren-
de : 1300 voor reekening van de E. Maat-
fohappy.
Einaelyk, en na lang verlangen, kregen Der Ban-
die vafi ’t kafteel Batavia den ay April 1619Iamzc
antwoord op meergemelte hun afgezonde-vricnden
ne fchryven na Bantam, dog niet zooda.-g«'^*"
nig alsze wel hadden gewenfoht, en ver- wanhoope.
wagt: want uit het ontfangene biriefjevan
den 17 en az dezer, fcheen het hun toe,
als .of de Bantamze vrienden geheel verval-
len; o f vervoerd waren tot wanhoop eri
razemy, en is öok uit het zelve niet wel
te oordeelen, welke paffie in hen meeft
gedomineerd eö de. overhand heeft gehad.
De behaautheid en vreeze de$ doods,körnen
hun daar in wel zeer klaar en naakc
te vertoonen, maar ook fchynt'het, dat
de toorn eh gramfchapizomtyds wel voor
de vöörnäamfte perfonagien hebben ge-
ipjjeld, gelyk zulx by den inhoud^es gemelten
briöfs, -die van wobrd töt^Woord
volgt, zal können blyken.
i T I E N D E H O O E D S T U K.
BR ief der Bmtainzc vrienden adn die van ’/ Kafteel Batavia. Misnoegen mef de tr i
ielyke Jfreekwyzm, daar in vervat* Briefje doer D. Hulzebos aan de Bantamze
vrienden wer tun jongfte fchryven. -Kapiteln Jan van Gorcum toont de modzake-
kgkheid van den gedanen uitvald Nader brirße van Bantam over bunnen verbeierden
toeßand. Blyd/chap der Kafteets-vrienden bier Over. Tje Javanen maken op Jaka~
tra weder een nieuwe battery. Briefje van den Bantamzen Sjabbandar, e» de Ne-
3 derianders aldaar.
aan die van
’ckaftecl
Batavia.
Sinjoor Pieter van Râÿ, en
de Raaden tot Batavia.
- ' Eërçafne) j&eer voorzienti
ei discrete Sinjoor Si ,
Brief der „ ‘t ’ "TE. miffiven van dato'1 o èn'-i t ftan-
„ ti, Zyn ons op den il dèzer wel
t’onzer aller, groot leetwezenj hebben
,, met iiiet weinig bedroefder harten al-
„ daar gezien eri verftaan, den uitval ,700
„ u fchrjrven, met. gemeene overeenftems
„ minge, aangericht te hebben.- Waton
„ aangaat , können niet wel bezeffen , wat
„ gewigtige redenen u daar toe gemoveert
hebben, als voor eerft : de genegentheid
„■ en vriendfehäp des- Konings t’onswaardj
„ is daar doof in bittere vyandfehap ge-
„ bragt : wy hebben getragt de zelVe te
i, mögen in devotié hoüden, UE. daar
i, en tegen om ons allen zoo alhiertotBan-
i, tarn, al diép in de 70 zielen ,moadwilÜ
lens om *t leven te brengen : dgarente-
„ gen UE.zigftil gehouden hebbende,zulx
». zeer lichteTyk zoudet voorgekomeri heb-
„ ben ; zonder nog te rekenen de fchade
» en ’t nadeél, die door, dezen aariftaanden
» oorloge^ri geduurige yyaridfehap, daar
„ zekerlyk Uit volgen wil, en dé È. Maat-
„ fchappy aan dit comptoir te laftezalkoi-
ü men, en ’t welk met ftil wezen alles in
„ tegendeel uitgçvallen zoude hèbben, en
P zouden wy voordeel gehad hebben, daar
„ änderen, onze gebuuren op.zouden heb-
,j ben moeten zien, 't welk ongetwyfièld
„ onze Mäatfohappy nu zelfs qualykft luk-
,, kéü Zal : w y kunneri niet bedenken, zeg-
„ gen ander maal, dan dat onder u een ver-
,, borgen haat tegens een partye der gener,
,j zoo alhièr tot Bantam zyn, moet wezen,
,, die zoo sroot is,dat u herten daatdoor
,, alzoo vérblirid zyrij dat hog agt gehad
hebt,op uw gewiffojUOg ook vooree-
[ j, nige zondc gehoüdcü, uwe evennaa-
» fto»