
1706. pafleerden ’t Brabands Hoedjenv(dat ichuins
E n geräk
e n ein-
delyk
tegen qver'Pwars in de weg legt) en het
Topper£Hoedje, zynde drie vicrde myl
v e r ö d e Straat in,mitsgaders Geertruyd’s
Eiland, dat nog een halve myl verdèr tegen
’t Eiland Java aan legt, loopende zoo
al längs de groene wal.
Daar na liepen w y voor by een kleen
Eiland, recht voor den Hoek van Bantam,
en een en een halve myl vçrderdan
Geertruyd *s Eiland, geraakten verder voor-
b y den Hoek van Bantam, en voor-by
Poelo Pandjang, körnende in het derde
Glas der eerfte Wacht by groot Poelo
Madi ten anker.
Maandag den 18 January verzeildenwy
met het tweede Glas in de Dagwacht van
daar , pafleerden Poelo B ab i, en ’t Men-
fchen-eeters-Eiland ter rechter; en ’t Wa-
pen van Hoorn’s Eilanden , en 3 andere
zonder naam, ter linker-hand ; liepen toen
längs de groote en kleene Kombuys, die
w y ter linker:hand lieten leggen, en nog
meer van de linker-hand, ontrent .tegen
overmalkanderen, Bronkhorften-, en dan
wat verder, op dat zelve R i f , Agnieten-
Eiland, waar ontrent wy ruym ten elf
uuren quamen.
Daar na lieten w y Middelburg en Am-
ftèrdam ter rechter-, en Duyfkens-Eiland
v o o rB a - wat verder ter linker-hand leggen, enqua-
tavia. men weinig tyds’er na ’s namiddags. op de
Rheede van Batavia ten anker, hoorende
»tLék naderhand, toen ons Schip op ’ t Eiland
nu recht O n r u f tw e g e n s z y n L e k bezien, enfchoon
ontdekt. gemaakt w i e r d , m hoe g r o o t e n g e v a a r v a n
te vergaan w y hier door geweeft waren,
alzoo naen onvoorzigtig, daar het ganfch
Onder-Schip van een meuwe HuycT voor-
T zien was , vergeten had alleen deze plaats
met werk te vullen, en die met een loo-
de o f kopere plaat te dekken.
Zoo als men de Straat Sunda inloopt,
ziet men 00k de Eilanden Cracatao en
Slebezee.
Ik ging voor de twee a drie eerfte da-
gen by myn oude Vriendinne, Juffr. Lu-
cretia Ens , Weduwe van den Heer Francois
van Schuure (w e l eer Koopman en
Hoofd tot Honimoa in Amboina ) woo-
nende in de Zand-Zee , met my ne Familie
in, die ons met veel liefÜe ontnng, entot
onze verquikking , ons eenigedagenop de
plaats van haar Broeder, de Heer Baillu Ens,
Tandjong Prioc genaamt, ongemeen ver-
makelyk aan Zee gelegen, een zeer luftige
en aangename uytlpanning g a f , maar
den derden dag na onze aankomft voelden
Aarb e- yrY hier een zware Aardbeving , en za-
vinghier gen, na de Stoeploopende, de Gcvel van
gcrocld. her Huys tegen o v e r ’ t hare wel een voet
g e lu k ,e n een byzondere genade van God 1706.
over ons was, afzoo w y anders in een 00-
genblik alle hadden Können verplettcrd
werden.
Hoe veel dooden w y tuflehen de Kaap
en Batavia hadden; is my onbekend; dog
dit wete ik , dat w y alle door deze zware
Reyze zoodanig afgemat waren, dat w y
ons niet in ftaat bevonden, om v an ’ t eene
Scjiip in ’t andere .(.alzoo de Bodem
na Amboina binnen twee a drie dagen ver-
trekken moeft) te können overgaan,
waarom 00k Haar Edelheden de goeoheid
hadden my te vergunnen, om een jaar op
Batavia over te blyven; dog hoe zy wei- P®
nig maanden daar na goedvonden my als
Predikant na ’t Leger op Java ’s Noord- een Le-
Ooft-kuft te zenden, en wat ik daar by gertocht
voor elende en fchade tegen alle recht cn ßCTOn'
reden geleden heb , is van my elders aan-
gehaald.
Ik bevond Batavia zecr ten voordeele, H y Bein
treffelyke Gebouwen , veranderd, en vindBa-
de meefte Huyzen nieuw uit degrond op, jCe*
en wel 3 a 4 voeten hooger, dan bevo- i,eVo . **
rens, zeer eierlyk en luftig getimmerd; rens.
behalven dat’er buitep de Stad 00k veel
fchoone wegen , en zeer heerlyke Thuy-
nen, of Hoffteden met voortrefielyke Huyzen,
in een zeer groote meenigtebuiten alle
de Poorten der Stad , dog voor al bui-
ten de Nieuw-poort, cn op de weg van
Jakatra, gemaakt waren, behalven dat 00k
’ t getal der Koetzen, om derwaarts te ry-
den, merkelyk toegenomen was.
Na dat ik nu dien droevigen Tocht op
Java ten einde gebragt had, en weder op
Batavia gekomen was, verzogt ik altydig,
om met den eerften Bodem, die na de
Ooft vertrok, na'Amboina, myn befchei-
den plaats, te gaan, dat my van Haar EU
delheden toegeftaan wierd, gelyk ik 00k 7
in ’ t begin van ’ t jaar 1707. den 19 Fe- ¿¡¡kAo'
bruary met het Schip Slotcn ( waar op 1707.0a
1 Schipper Kourt Gerritji. Hoofd , en A . Su- Amboi-
«»¿öw^Opper-Sderman, welke twee ganfch na*
niet wel accordeerden,.en N . Nicuivenha-
ven, Seur was) derwaarts vertrok.
De Schipper, een zeer koppige Noor-
man, was hier ganfch niet, dog den Op-
per-Stierman zeer wel bevaren, en had
van alles zeer nette aantekeeningen ge-
houden; dog de Schipper (gelyk w y
elders breeder zeggen) volgde zyn kop,
en (zoo hy zeide) het Joumaal, dat hem
jemand medqgeven had, willende nergens
in na dezen Stierman luifteren.
In wat een doodelyk gevaar w y door
deze zync koppigheid , wanneer w y ontrent
Tanakeke , o f by de droogte den
B r il, ontrent het Eiland Celebes , quamen
aan wederzyaen over hellen, *t geen ons
allen zidderen dede, alzoo dit hooge ftee-
nc Gebouwen . zyn ; do_g .h .e t ..d..u urde niet .. — „
lang, en t blecf daar b y , dat een groot zullen w y dit kort Dag-regiftertje volgen.
, geraakten, hebben w y al mede elders
breeder aangehaald ; dog om met een
netter ordre van deze Reyze te fpreken,
U Y T- e n T ’H Ü Y S-REY Z E. 1 4 9 .
S P Dag-regiftertje van enz.eReyze ^ » B a tavia
na Amboina Ao. 1707. met Slo-
ten gedaan.
- Uitgelcy X^\Onderdag den 17 February 1707.
aan den | J gingik met myn Familie naboora,
Schryver waar na toe met zes Koetzen door Me-
ge aan‘ vroUw Schagen , en Hare Ed. Dochter,
Jüftr. Koldedehorn en haar Man, Juffr. Hin-
.. loopen, Juffr. van Outhoorn, en lm r Doch-
‘ ter en Nigtje Coßerus, juffr. vanNaarßen,
met haar Man, Juffr. Klinke, Juffr. van
Schnure en haar Dochters, benevens Juffr.
Wefterbadn en haar twee Dochters, tot aan
de twee ScbÜytpn, die aan ’t Plankier van
de W e r f lagen, uitgeley gedaan wierd.
Den 18 dito ’s morgens vroeg viel
niets voor , als dat de Heer Mol, van der
’ Rad, en Appels my bezogten.
Den 19 dito quam de Commandeur,
en, een weinig daar na, de Heer Fiicaal,
Beerendrecht, de Heer Leendertßa , Schip-
• per van Oofien , en 00k de Heer Pierton
aanboord, namenbeleefd hunaflcheid,en
vertrokken de laatfte ontrent negen , , dog
de Commandeur ten acht uuren. 1 Ten 4
uuren’ s avonds gingen w y (dooreenTan-
dong Poero met goed, die nog manqueer-
d e , opgehouden J ^ ze il; lieten d’Eilan-
den Väder Smks’ , Leyden, Alkmaar, en
Enkhuyfen , aan de rechter-hand leggen,
en liepen tuilchen ’t laatfte .en Edam , digt
aäri E d am , met moy weder en wind,
.do g y ^ - - . . - • r -.- r.| r , - |
-Tfeu * ¿0 ..’dito’ ’s. Soridags hadd^i re^^1
e n 'w t^ ld r ^ ^ f o miretf,' liepen ontrent
10.UH reu .den fchadely ken Hoek voorby, zagen,
de klaar; hpewel al y iy om de
Nbotd-Weft geyoerd waren. Vernamen
ten half elf van verre een Eiland, , leggen-,
_ de aan deze zyde P^nenoekan , o f eigent-
> i jykaan deze zyde Candan Awer (tegen
over. o f beweften *t welke een zeerr ge-
yaarlyke K lip , röndom 14 a 17 vadem
' water hebbende). legt. Ten een uur paf-
leerden met een moye Bramzeyls-koeltede
Weft-hoek van Pamenoekan, ten 6 uuren
i ndeiinajop ’ß Opft-hoek met een moye fty-
ye koelte. ’s; Nacht? hadden ftyve wind
eri regen.“
ZicnTa- ' Den 2,1 dito, maandag ten6 uuren,wa-
nbon JC" *en M en 3811 den Berg van Tagal, zagen
die van Tsjeribon beweften 6 a 7 mylen
achter 017s; hadden zeer moy weer, en ’s
avonds ten v y f uuren zagen Kiriman Java
4 a mylen van ons ten Noord-Noord-
Ooften. ’ t Verdere van den nagt hadden i
Ichoonen voortgang, en waren den 22, dito
dingsdag ten vier uuren ’ s morgens a f en
aan Poelo Mandalique; zagen in ’tZuyd-
Ooften den Berg van Ladern , en waren ten
half zes nog i f mylen van Poelo L u b o k ,o f
Lumbok. Ten 9en 10 uuren kregen groote
ftilte, zoo dat men ’s avonds den Berg van
Laflem riog peylden ; dbg in ’t zesde Glas 1707I
van de eerfte Wacht kregen w y regen,
blixem en donder tegen den avond , en
daar na een ftokeit Travaats-gewys, die
ons een mooy einde heen (voerde; dog ’t
duurde niet lang.
Den 23 dito woensdag in de Dagwacht Labok.
was Ymaar een flaeuwe koelte, zagen met
het derde Glas Poelo Lubok in ’ t Noorden
ten Ooften van ons. Het is redelyk
lang, ontrent 3 myl, en moy hoog; heeft
hoog Voor- en nog hooger Achter-land,
en een Eilandje om de Weft. W y hadden
redelylte yoortgang, hoewel het ftil
was; zagen’s avonds Lubok nog; dog in 5 vyfde Glas van de Hondewacht kregen
w y een fterke Travaad uit den Zuyd-Qo- ? .;,
ften met regen, blixem en donder, en in
de wind J dog ’r duurde niet lang.
Den 24 ditodonderdag ’s morgens hadden
mooy weer, en goede, dog flappe wind,
zagen Lubok ten 11 uuren ontrent 1 o a z 1
mylen van ons, hadden ftilte, en avanceerden
nog 7 a 8 myl. i
Den 25* dito vrydag regen en ftilte, za- En So-'
gen ’ s morgens ontrent 10 uuren ’ t Ei- lombo.
land Solombo, dat w y hier onder No. 23.
P. vertoonen; dog kregen weer ftilte, waren
’s avonds’er ontrent twee en een hal-
ye myl af; dog ’ t was dood ftil. Zagen
00k *t Schip Molenwerf.
Saturd^ den 26 dito ’s morgens hadden
ÄÄVdÄven^door deireeve al om db Zuyd, ¿¡L
zagen, weder, Molenwerf,. eq epn,Slöep.
morgens ten y^uuren w e f -Tuu- .-
rreffverrevaii bolomboven’ twas dood ftil;
dog zagen de Chaloep nog, kregen ’sa -
vonds een koelte, en pafleerden Solombo
larende dat ontrent 6 my len van ons ten
Noorden. Zien de Chaloep nog. Kregen
een Visie, een Springer , en ’ t Lood
ging 00k alle half uur.
Sondag den 23 dito kregen ’s morgens
onder de predikatie een goede wind en
nötige koelte, zoo dat de Chaloep, die
digt B y ons was , ’s avonds verre achter
uit geraakte, Zagpn zeer veel Sperma Ceti
6 uuren aan eehdryven , en hadden moy
weer.
Maandag . den 28 dito ’s morgens was *t
een weinig ftilder , hoewei nog al avan-
ceerden.,- kregen eenTravaadje, waardoör
wat op zyde lagen; dog’tduurdepas een
uur. o f anderhalf, vernamen 00k nog
zeer, veel Sperma C e t i; zien de Chaloep. •
ontrent nog een uur van ons. Hadden
moy weer, en ten half zes ’s avonds zagen
met een moye Bramzeyls-koeltede Eilanden
Miza Z ira , v y f läge Eilandjes.
Hadden ’ s nachts frayen voortgang, en ver-
looren de Chaloep ’ s avonds uit het Gezigi;.
Dingsdagden eerften Maartzagen ’s mor- Verno-
gens in de Dagwacht *t Eiland Rotterdam, men het
zynde groot, dog laag, ontrent 4 en eeq | 'J "d
halve myl van ons, pafleeren dat ten 11 damfw
T 3 viurea