
Bevvy s dac
’ er twee-
derlei Ja^'
vaahfeh is
B E S;C H R Y . V I .N G E v a n
Daar zyn *er die loochenen, dat *cr hoog
en laag Javaanfch is; maar behalven dac
wy hier uit toonen, hoq vcel de eene taal
van de andere verfchild, zoo kan men dit,
om’er te fterkervan overtuigt te zyn, ook
zeer klaar uic hec Verhaal van zekeren Javaanichen
Tolk befpeuren,dat wy pnderA<
1686. by voorval van de dood van de Heer
Täk', Hier nä voorftellen, daar men'ziec
hoe de Keizer tegen zyn grooten in een
taal fprak, die voor de gemeeneman (zoo
die Tölk daar zelf zegt) onycrftaanbaai was*
T W E E D E B O E K.
EERSTE HOOFDSTUK.
DE zaken van Java. Oorfprong des naams. Door wie dit Eiland eerß ontdekt is.
Tydrekening der Javaanen wegens de bevolking vßn dit Eiland• Faazt ¿er zelve
van ouds her op andere landen, Bewyzen, dat. zy op Madagascar moeten geweeft
zyn. Ook op Choromandel, en andere küßen van Indien. , Nader aanmerkingen
over het taoort Djawa. Waar uit blykt dat de Javaanen eerß na deveroveringvan
t Sumatra .¿ei. Eiland Madagascar febynen bevaren te bebben. Pantibef als de Koop-
f t ad, daar de ftapel der beft'e Camfer was, befebreven. Nader beveßing van3} «fl-
rige. Met aanwyzing dat Sumatra A°. 1248. door de Javaanen veroverd is. Koblay
overwint ontrent A°. 1178. Java, of itts 3er af. Marcus Pattlus de Fenetiaan
iS A®, 1280. hier geweeft. Wat by van Java Major, en ««» Sumatra,#/Java Mi«
nor, enwat Hieronymus van St. Steven A®. 1570. ««» Java zegt. Bericht der Ja-
vaanen zelf van dit Eiland. Het getal der Köningen van ouds hier. En der zel-
ver naamen. Sjeicb Ihn Möelana komt A®. 1406 op 3t land van Tsjeribon. Die
van de Forften van Damak en Padjang bezogt eq:zeer ervaaren bevonden werd. En
daar na de For (ten van Galoh, en Padjadjaran bekeerde; en zicb onderwierp. HWelk
de Vorften van Damak en Padjang goedkeurden. Die van lbn Ifrael tot Salt bans ver-
beven, gelyk zy bem als Soefoeboenan voor ge Held, en de Stad Tsjeribon voor hem
gebouwd bebben. Zyn buwelyk, en veroveringen. Oude gedenkßeen op Padjadjaran.
Zyn dood, zoonen, en hunne Ryken. Zyn graf te Tsjeriboni Die van Tsjeribon
zyn geen onderdaanen des Keizers van Java. Geflacht-rekening der Princen van Tsjeribon.
Ydele roem der Keizers van Java op bunne Kroon, en afkomft. Di'rechte
waarbeit van deze Kroon. En van wie bun geflacht begin genomeh heeft. Naamen
der Keizers van Java.
©e zaken.
Tan Java.
dezes
naams,
NA dat wy dus verre ’t Eiland Java
beichreven bebben, gaan wy nu
over, om dezaakenjenaloudege-
fchiedeniflen van die Eiland, en van des
zelis Keizeren, mitsgaders de aanmerkens-
waardige gevallen, die zieh van tyd tot
tyd daar in opgedaan hebben, van de oud-
fte tyden af, zoo verre ons dat mogelyk
is, op te haalen.
Oorfprong Het Eiland DJava, en de DJavaanen
voeren hun naam na zeker graan, niet Java,
maar Djawa genaamd, dat vangedaan-
te , en fmaak even als gerft (of, zoo zom-
mige willen, als gierft) was, waar uit dan
zeer licht te bezefren is, dat men dit land
niet Java; maar DJava o f Djawa behoord
te noemen.
Dit graan plagt hier zeer veel tcvallen,
en de vreeiridelingen, die hier om ’t zelve
quamen, hebben naderhand na ’c zelve
ook dit Eiland en de Inländers, de
naam van DJava, en van DJavaanen ge-
geven. Andere zyn van oordcel, dat dit
*00 gewild graan na dit Eiland Zoo gc-
naamd zou wezen; dog volgens het getuigenis
der verftandigfte Javaanen is
het eerile veel waarichynelyker.
In die tyden moet men weten, dat de
R y ft, en andere voedzame granen by dit,
volk nog onbekend, o f ten minfte zeer
fchaars te vinden' waren , weshalven zy
toen ook meeft van dit graan beftonden.
Die van Borneo ichyncn dit Eilandeerft I
ontdekt en ’t zelve na dit graan genoerntj^, I
te hebben. Dit Jblykt klaar, om dat ih^ ic, I
de bogt van Rembang, pas beooften Ja-
para, aan de Bomeers ( die allereerft met
hen hebben beginnen te handelcn) toege-
ftaan is, een gehugt van huizen-op teflaan,
om, zoo lang zy daar handeldreve)n,hun
verblyf tehouden, waar na toe dan, zoo
de Javanen zeggen, ditgraan van alle ge-
weften van dit Eiland gevberd, en tegen
kleeden verruilt wierd. Dit gehugt wierd
na dit graan van ouds Djawahä,dog werd
nu byverbaftering JaWaoa ; even eens gelyk
DJava nu Java (om de gemakkelyk-
heid ) genaamd, en dit Jawana is metter
tyd een ftad van aanzien geworden.
Men heeft die zelve graan ook- in Am-
boina
G R O O T
' boihä dp *t Eiland Boero, daar ’tpttong
genaamd werd, en ’ t is zeer waarichyne-
Jyk dac het van Java daar gekomen is, gelyk
zy meer andere dingen,bevorens daar
onbekend, en nu nog met hunne Javaan-
fqhe namen genoemt, (als haläwan, goud,
'Alaka, zilver,. Adjaran, een paard,men-
djangan, een hart, en wat dies meer is)
ötar gebragt hebben.
Tydrekc- De Javanen reitenden A®. 1697. uit ,
ningder Ja- £j]and toen al i6 zi. jaren van hen
gensdrbe- ^jpvolkt zou zyn;dog op hun tydrekening .
YoJking is geen ftaat ter werrelt te maken , gelyk
van dit Ei- zy daar niet de minfte reden van weten te
land. geven.
JHoe verre zy die met eenige fchyn van
waarheid weten aan te toonen, zullen wy,
v wat verder gekomen zynde, net aauwyzen.
Vaart der Dat d.eze Volkeren, van ouds her- al -dp
ouds her* -^e Moluccos, en na Banda en Amböina
op ander«i-gevaren hebben, is in h befchryven vah
landen, die Landyoogdyen met de jaren al aange-
.wezen, gelyk zy , zoo door hun vaart,
als;dbor ’c invoeren van den Mohhamme-
. daanichen Godsdienft (zedert A°. 1 y 1 o.
van daar in, die landen overg^bragt j eri
door hun grooten händel, vooral in ipe-
ceryen, een grooten invloed op die drie
landvoogdyen, en op alle de Eilanden,.
daar onder behoorende^.metter tydbeko-
men, eq al lang behouden hebben..
M l . Het zeker jdat zy van ouds ook het
Madagas- Eiland Madagascar moeten bevaren heb-
car moc- ben, alzco men in de- gemeene Javaaniche
rengeweeft en Madagascaarfche, gelyk ook in de ge-
2^n‘ meene Amboniche, taal veel woörden',' en
.gefallen, die zuiver Javaanfch zyn, onc-
moet. Ten wäre men ftellen wilde, dat
de Madagascaren (eyen als de Amboinee-
Pdk dp Jaya wel geweeft zyn. , Dat
men. in Amboina ganiche geflagten, van
-Kva gorfpronltelyk, 1 vind, hebbenjg -wy
in dat van Pati Toieban •, die A®. 1/1 o na
J?va trok , om den; Mohhammedäanfchen
-Godsdienft van daar te brengen, en in meer
andere laangewezeh. Ook zeggen die van
-de kuft Hitoe, vanGiri oorfpronkelyk te |
zyn,' om welke reden zy, ook van zeer
i °dde tyden af met hen vriendfqhap onder-
houden, en in tydep, ,va,n nood ontzet van
hen gekregen hebben.
I ¥.et.isbuitGn twyfel,dat die van Amboina
. en Madagascar malkandcren noit bezogten,
.zy egterzamen veel woorden van een
en de. zelye betekenis in hunne taal vin-
,den, .die te gelyk, groote overeehkomft
. met het.Javaanich hebben, waar uit men
met reden vaft ftellen mag,, dat de Javanen
op Madagascar,endekuftenvanAfrica,
en Arabia, al van ouds moeten geva-
.ren hebben.. &
, Indien men de befchryving, döor den
Heer Fläeourt van dat Eiland, A®. 166 j .
uitgegeven maar naziec, zal men bevin-
i- IV. Deel.
J A V A; Öf
den, dat de öäl:^ van Madagascai met een
goed deel Javaaniche en Maleitfche woorden
doormengd is.
Flacourt fpreekt wel eigentlyk van hun«
ne vaart op Madagascar niet, ftellendej
dat de Arabiers, en die van ’t Roode Meir,
de waaren deiJ Javanen eerft van de Afri-
caanlche kuft haalden, en die dan daar na
aan de Madagascaren quamen venten; maar
Joan de Barros , een zeer geloofwaardig
Portugeelch ¿Ichryver, heeft hier van aL
voor honderd-'jaren een net en waaragtig
bericht gekregen ; die in een van^yne De-
cades zegt , dat ‘de vaarten der Javanen zig
in oude tyden aan alle('kanten Zeer verre,
en zelf tot aan Madagascar, uitgeftrekthad-
den, ’t geen hy by^. overlevering, o f van
de Javanen, Öf wel van de Madagascaaren
zelf, kan öhtfängen, o f wel op die zelve
gronden, van de overeenkomft dier talehi
gelyk wy.'nu clocn, kan gceift, envaft-
geftelc hebben.
Men krygt te grooter grond om dit te
gelooven I wanneer men eens aanmerkt,
dat de Javanen buiten dien met hun jon-
ken ook op andere vergelegene'kuften,te
weten; op die van Malacca, Choromandel,
-Ceylon,1 Malabar^ en ’t overige van Indien,
maar buiten alle tegenlpraak,-zedert
de komft van lbn Moelana, den Arabier
en grooten gröndvefter van denMohham-
medaanfehen' Godsdienft alhier, ook 6p
•Aräbia hebben gevaren.,dat zy meeft fchy-
nen gedaan te hebben, ria datzy zieh van
’t Eiland Sumatra, ed öok van de Maleitfche
kuft; meefter gemaakt, enaldus-, bjr
’tbezit van beide de ftraaten,van Sunda, . ;
eh van Malacca, genöegzaam de ileutel
van den ganichen handel van ’t Ooften ien
van ’t Weilen (dat zy boven en benedens-
winds noemen) bekomen hebben.
Hec is .zeker, dat zy op Choromandel, Eooofcop
en Malabar geweeft zyn * aangezien deGfaoro*
'Hoöge o f Höf-taal der Javanen (gelyk my mjnde,Ven
uit een brief van den taalkundigen Heer de ften “ u ‘
Jager blykt, behalven dat ik dit zelveon- I n d i e n ,
dervohden heb) wel drie vierde uit Sans-
kritze of Brachmanize, en ook ten deele
uit veel Mälabaarze woorden beftaat, behalven
dat zy ook met zeer veel Decanlch
(dat de oude Indifche, gelyk deSanskrit-
ze Heilige taal is) bevonden werd door-
fpekc tc zyn;
Om daar af maar een kleen bewys te ge-
Ven,als de Javanen ’t Kaleatoer-hout (een
foort van root Sandelhout, gelyk aan de
naam te zien is) willen noemen, zoo geven
zy dit de naam van Rakta Tsjinda-
nam, dat in de Sanskritze taal even eens
genoemd .werd, en in wellte taal dit, na
•de letter, Rood, of eigentlyk Bloed-Sandelhout
betekent. f En in de oudeDecan-
fche taal werd dit maar met een kleenever-
buiging (die geen verandering in de wor-
tel-letteren geeff , dat de kenners van de
1 Oofter