
(S&f. kamfi in Banda, m syn Huysvefting^ dm Landvoogd. N.der befihryvmg vm denen .
Heer, ^ » g eb r e k tn , en deugden.. Xedig glSr»ik_des Schryvos vm des Heer Land- -
voogds gmß. En njn goede raad um dien Heer. Komfi vm de Heer Leydekker in
'Banaa. Vcrniar;k, hem en de neuen amgedam. - E)pregre -qrme Erwiner -Vertrek der
,i. S ch ry v e r r ta Ajdjpina. En b i f fy verSxr vnrude Heer vm ,Z y | behmdeld wierd.'
. Zyn Kofflif en '"Hüyshöuding irr Amböma. £W /« r -d cH a ä$ 'w w d ‘ amunifläris!
Dood van syn Genjalin. Dood van des Sdyyver§J}roed§i* Mildadigheid van de
Heer de Haas by iw Vrouws deed.'jZyn tMidmMZondebmS dienfl my door zyn
Ed. gedaan. Zyn gebreken. dir. verdere Heiken, ^TflEd. rersiide. Reden, waarom
q ß ^ m n j j g t minderen * R a f t ^ V i p d e ;/ « ^ u _ J p » grojte orjkoften,higr^. en zyn
Sonderlinge
Vers met zyn
P P f B l - H H P < Hj -•-•--A.^<w.J§gferyvers
uit Amboina. Deszelfs doodelyk^gevaar Vtn Schipbreuk byfi St. Mattheus-Eiland.
Verrichting des Schryvers in denen nood. Die wonderbaarlyk^ van God uit dit gevaar
gered werd. Zyn komfi op Batavia. Hoe hy ’/ nu daar bevond. Voor al in opzjcht der
Amok-lpqgkrs. -Ontmoet ¿c Broeder des Koqmgs van Bantam. Geval des Schryvers
met een Po\ van een xyncr Melden. Zyyt vj(rtre£ **&Bataviau, fiepet Sintern, \ t
geen tyzenfieehtfievind. Sylvius r&keUpzjdldaad oorZ£ak.vap 'zyn dood. D$ Schry-
yer z iet’e£,riiets- va*opmerkmg.^ Zyn kemjbMan V Princen-Eilarid.'' Gcraakt in volle
Zee. En werd van Schipper vän Willigen ontbaald. Die met zynen Seur groote moei-
te krrgt. Waar fy de Schryver vepl overlafi leed. De S e r v e r doed hem , hy zyn
kornft aan de Kaap , op ee£ ander $ $ ip 'py^ jenj: Verdere gefallen vmJffitjen Seur.
Zyn wonderlyke verlovirig aan ¡fe^Kaap. Zyn Gevegt met Koenders., Des Schryvers
bevinding hier aan de Kaap. i r ^ B y b e l van den ouden Heer vanderStel. Des Schryvers
vertrek van de Kaap. Na-Schepea- En zyn £ömß vwr"Noorwegen7 Daar hy en
de Onder-i^oopman in de nacht raeuwe gerockte Salm atens rZyn 'kppifi voor fText1,
dog moefizweder inJZ.ee. Zeldzaam geval van eenenj£aro. Ontmoeting van a Engel-
iche Schepen, die ons veel hulp bewyzen. Aioeite met den voomoemden Seur voorgeval-
len. WaarindeoMfifieEri^Kc^mKapilßytizi^t^wikpelde. Die hem naroeidy en twee
mannen van onze Schuyt dood fehlet. Vreeze des Schryvers voor een öpiopp van öhs
Volk. In wat gevaar wy om den Heer Clement raakpen. En hoe de Schryver bj^/erfit,
¿at alle ongemäk^ voorgekpmen werd., Des Sdityvers }omfi voor H e lleV t^ ü y sT l? » tot
Dordnecht. » m ■ mm gSg ¡njHP% r i ? v r.v? \ 1
Uyt-en
t'Huys-
Reyze
des
Schry-'
versÁo.
1685. en
vervol-
gens.
D E n 13 May Ao. i68y. op een
• Son.Mg ’s morgens ben ik met
jiet Schip deMoer-Kappel, van
de Kamer Rotterdam, als Pre-
dikant na Ooft-Bidien v^ftrökken', en.des
avonds ontrent 9 uuren uit Goeree in Zee
geloopen. Ik was met myn ZCventiende
jaar Proponent, en ontrent een maand vöör
myn vertrek pas nesentien jaar oüd gewor-
denjdog was zoo bedaagd van wezedjdäteen
der Heeren Deputati, by myn Examen
tegenwoordig, my voor een Borft yaftay
a z8 jaaren aanzag.
Hoofden | De Schipper was genaamt, pan van
van’t Velfen , een wakker Zeeman , de Opper-
Schip* Stierman, Gillis Brouwer, een Piloot, voor
zyn dienft uitnemend bequaam, by uitftek
onder de Zee-varenden zedig van gedrag,
en nugteren , en dien ik , myns wetens,
noit heb hooren vloeken , maar alle zy-
ne bevelen zeer ördentelyk geven , en die
00k ftipt gehoorzaamen zag j behalven, dat
h y , naderhand Schipper geworden zyhde,
ookheerlyke blykeri van zyne dapperheid
g^even heeft, wanneer h y , twee aarie jaaren’er
na met’t Schip Goudefteyn uirge-
loopen, en van eenige Turkfche Röovers
aangedaan zynde, na zig deftig verweerd
tehebben, net leven ’erby in fchoot, gelyk
00k die daad door de Heeren Bewindhebberen
( zoo gehoord heb ) m ’ t Syzöhdex
aan de zynen beloond is j- te meer, alzöö
hy door- Zyne manmoedighejd den grond
voor^zyneo Opper-Stiertnän Doppik^ geleS
had'v *Oiä' na Zyn dood "’t Zwäärd op: te^5ti
ten ,1 en de Turfe'ti- v^der ge heei äF te
(bän, waar op’hy oofe'§chipjÄr wierd. -
- In tegendeel wäs ^de - OndävSüerman j
Läurens. .,"gemärnt, eeü inan, die ee-
,nige jaären te Tripöli in een elendige gb-
vankeiiis (',zc5ö hy Zeide j geweeft w ^
Zoö los in <fC-vloekerr eii jfthelden,; dat hy
b y na mets Zeide , o f daar moeft een vloek
by wezen , hoewel ?t Volk niet vierdepäif
zoo veel ägting vöor zyne bevelen , als
voor die van Stierman Brouwer, had ;
mogelyk, om dat hy wat te veel dronk;
nogtans protefteerde h y , als ik hem over
dit vloeken vermaahde j 'dat zy hem anders
niet gehoorzaamen zouden j dat zy
egter niet aeden.
De Affiftent, een Borft ontrent van
myn jaaren , was Lodnwyk^ Wys genaamt,
van een zeer fätzoenelyke Famihe in ’s
Gravenhage, alwaar 00k zyne Sufter aan
de Heer Spron/en 9 toen. Agent van haar
Hoog Mögende, getrouwer w a s , gelyk
00k zyn Ed. hem uirgeley - dee, en dien
ik in ’t Jachit by de Heer Bewindhebber
Konwenhoven, daar w y ’s avoqds voor on s '
168y. Vertrek te zamen op een glas wyn by ver-
Opda- zogt waren, 00k lprak ; by welk geval
ging van -die Bewindhebber toen juift 00k tyding
het Schip van behouden ten anker komen v an ’t
ia n L w vermift Ooftindifch Schip, de Bürgt van
den. Leyden , t kreeg, waar mede vericheide
mannen, zoo zyn Ed. zeide, fhuis ftonden
te komen, welker Vrouwen onlangs her-
trouwd waren, om dat men, op de g^e-
vene nood-teekens in Zee door dit Scnip
ontrent de Kaap, eenparig ’ t finken des-
zelfs in volle Zee vaftgefteld had j een
zaak , zeide die Heer, aie moeite met die
Mans geven zal ,* hoewel z y , die de oud-,
fte brieven hebben, de voofrang zullen
behouden.
Hoewel ik een apart Kamertje boven
in de Hut had , lliep ik nogtans, gelyk
00k de Schipper ( alzoo zyn Kamer voor
drie Vrouwen geichikt was ) in de Ka-
ju y t, en had aan hem , endgzen Borft, die
zeer fchikkelyk van gedrag was , zeergoed
gezelfchap.
T o t Commandeur der Soldaten hadden
w y eenen Johan Erskine, die zeer bequaam
voor zyn dienft was.
W y liepen dus met een fchoone Oofte-
lyke wind het Canaal in , zagen Dover,
en Galis, -zeer klaar , verluftigende ons
gezigt met het wit Gebergte van Enge-
k n d , niet zonder reden van ouds Albion
genaamt.
ZyoZee- ■ W y qüamen met zeer handzaam weder
ziekte. dc Spaaniche Zee , en dat op een tyd,
dat ik nu al meinde van geen Zee-ziekte
meer te zullen weten-; maar ik vernam,
dat ik my daar in misgifte, en heb in ’t
vervolg vän tyd , zoo lang ik gevaaren
heb, vemomen, dat ik , zoo meenigmaal
het op nieuw begon te waeyen, weer op
nieuw Zee-ziek was ; ’t geen dan gemee-
nelyk drie a vier dagen duurde , zonder
dat ik veel eeten kon, en dan wierd ik het
allengskens gewoon, ter tyd toe , dat het
na een ftilte weder begon te waeyen. Een
ziekte, die my wel wat ongemakkelyk
v ie l; maar die egter tot myne gezondheid
ftrekte, gelyk ik op Zee 00k tneeft zeer
gezönd van herte was , en noit van Scor-
vutum, waterzugt, o f andere ziekten, die
men op de groote Zee wel k ry g t, eenig-
zins geweten heb.
Ik vond in deze Zee zeer groot onder-
icheid tuflehen de Baaren hier, en in de
Noord-zee, en ik regtveerdigde den Dichter
Ovidius, als ik aan dit zyn zeggen,
(hoewel in een andere betrekking) in zyn
Treur-gedichten in ’t eerfte Boek en ’t
tweede Klaag-dicht gedagt:
Me Miferum, quanti Mont es volvuntur
fam jam tafturos fidera fumma put es.
Jguanta didttfto fitbfidunt aquore valles!
Jam jam tañaros Tar,tara nigra put es.
IV. D e e l .
'Qitocjinque afpicio nihil efi Hifi Pont ns & i68y,
ather :
Fla Elibhs hic tumidus, nubibus Ule mi-
nax.
Dat is : N a onze Vertaalinge.
Helaas! wat rolden daar verheve Waterbergen
,
Die ichenen d’Hemel en de Sterren zelftc
tergen.
Wat zag ik in de Zee Valeyen yflyk
diepu
’t Scheen o f de nare Hel onsraakte, en
tot zieh riep.
Waar heen ik zie, ’t is almaar lucht, en
hooge baaren
Zeer opgezwollen, d*wyl de wollten my
vervaaren.
Zonder iets by de waarheid toe te doen^
moet ik zeggen, dat w y meenigmaal een
Schip, geen Kanon-ichoot voor uit zynde
, wegens het ryzen en dalen van ons
Schip, niet zien , ja nitts daar a f in ’t 00g
krygen konden ; 5t geen my in het eerlt
wel wat ontzettede, en, b y ’t dalen van
’t Schip, *t hert als mede in den afgrond
verzinken dede; d o g , ziende, dat w y een
lchoonen wind , zeer goed weer , en
daar door een gewenichten voortgang hadden
, .begon die bekommering aflengs-
kens over te gaan, en ik dit op- en neer-
gaan van ’t Schip zoo gewoon te werden,
dat ik het dikwils niet eens meer voelde,
voor a l , als wyeenbakftage, dat is , half
wind hadden, b y welken al de Zeilen
droegen , en w y zeer veel mylen in eenet-
maal afieiden.
W y pafleerden in ’i laatft van May de
Canarifche Eilanden, welke Belchryving
w y nu voor b y gaan, om dat w y voor-
nemenszyn, die,en de verdere Eilanden,
onder wasg ons ontmoetende, b y onzen
tweeden Tocht omftandig te beichryven.
W y zagen zeer klaar de Piek, ot dien Zietde
beroemden hoogen Berg van Tenerifle, Piekvaa
fchoon w y daar nog wei ruim 30 mylen TSne"
af waren, met zyn Top boven uit de **
wolken fteken, en onze Stierlieden getuig-
den, dat h y , by klaar weder (alzoo hy
nu geheel betrokken was) wel 60 mylen
in Zee gezien kon werden.
Hier Itregen w y de Pafläät-wind (zoo Krygt de
de Zee-lieden die noemen) dat is, eenva-
ften wind, die ons zeer voorlpoedig, en w •
Zonder eenige verandering tot aan de Zou-
te Eilanden, en in ’ t byzonder voor het
Eiland St. Jago, den 13 Juny, netna een
maand zeilens, en 00k op een Sondag,
bragt, alwaar w y in een Baey, twee mylen
van de Stad St. Jago gelegen, en Porto
de Praya, o f de Zand-naven, genaamt,
ten anker quamen.
W y kregen^ier verichside andere Sehe-
N pen