
Ongaran.
Salatiga.
G R O O T J A V A.
Het dorp Ongaran zclf legt aan devoet
■van ccri höogen en zeer vermakelyken
bergvan den zelven naam ,diedemeeften
tyd' met zyn krnin doof cenige walken i
bedekt, en egter byna tot bovcn toe doar-
gaans, ten deele met Ryft-velden , ten
deele met zuiker-riet, bcbouwd is, be-
halven dat men daar alomme zecr veel
yrugtboomen van allerlei ioort geplant
heeft, die hier, en daar van eenige Rivie-
ren en lpruitjens,die’er längs loopen, be-
kabbeld werden, waar door die dorp, en
*t omieggende land, daar men ock een
groote overvlocd van allerlei aard-gewaf-
jehen vind, wel een aardlch Paradys ge-
De ingezeteneri van dit dorp, werden
op vyf honderd huisgezinnen geicHat, de
Vrelke verpligt zyft alle die gehe , die
na den Keizer möeteri opgaai*, ,’c zy
gezanten , o f andere lieden. zyn , lpy-
zeen drank ,na ’s lands wyze,'m1tsgaders
van een behoorlyke wooning tothun ver-
‘ blyf te verzorgen » zorider dat zy daariets
Voor mögen nemen, alzoo zy , mdienhet
uitquam, zekerlyk met dp dood zouden
geftraft werden, en dat met reden, aan-
gezien zy verder van alle Ryks-laftenvry
zyn.
Van Ongaran nu al verder de bergen
door, o f wel wät ooftelyker, en zoodan
Zuiden weer opgaande, trekt inen door
een fchoone vailei, diebeooftendien berg
is ,; die men ter, regterhand leggen laat.
DeZe is wel drie mylen breed, beftaande
niet dan uit febbone ryft-velden, door
welke veel fpruiten, en kleene ftroomen
yäff dait höog gebergte, zieh hier en daar
in de zelve verdeelen, die eindelyk de
groote Rivier van Damak te zamen uitr
maken, en de zelve vry fterk doen opzwel-
len.
l_Het getalder dorpen hier ontrent is niet
wei te noeme^, TarlzQQ men ’er iu een myl
drie of vier ofttn5öet,die ieder Ä hoff-
derd huisgezinnen fterk zyn, en in.de
ftreek van tiog zes mylen Zuidelylter ruim
v y f eff twintig dorpen, die wel drie dui-
zend huisgezinnen uitmaken.
V y f mylen van Ongaran (dat de tweede
däg-reize is) kotnt men in ’t dorpToritan,
en na dat men dan nog een myl verder
geragt is,totChiandi, dog men reift dan
flog een weinig verder tot aan ’t dorp Salatiga,
de tweede ruft-plaats, na dat men
teer groote, dog vermakelyke DJati-bof-
Rhen doorgetrokken is, uit welke veel
hoi)t na de Noorder-ftranden afgevoerd
werft, hoewel ’er ook fchoone ryft-velden
tuflchen beiden zyn.
Dit Salatiga is een fraei, en vermakelyk
dorp , dat wel zeven honderd huisgezinnen
fterfc, en verpißt is aan de gezanten alles
even eens, als dte van Ongaran, te ver-
Van Salatiga nu den derden dag al Zuid -
op vooitreizende längs die zelve gebergte,
dat hier nog al hoogeroploopt, heeft
men weer uitnemende fchoone ryft-vel.
den daar alomme uitgeftrekt, zynde de
Ryft-, Kattoen- en Hout-handel ’t voor-
naamftei daar zieh de Inländer hier mede
bezig houd, ontrent welke men om’t half
uur, o f om de drie vierde van een myl
gedurig weer een dorp vind, waar in hec
grimmelt van menfeheri.
Op dezen fdag trekt men zeven mylen
voord tot Silimbi toe, en dan gaat men ook
over de Riyicr van Damak, die met een
zwaar gedruis ontrent twee mylen boven
Salatiga, tufteben de bergen enklippen in,
en verder al van den berg Barbaboe uit
het Z. W , na *tM.O. komt afilroomen.
Over deze breede Rivier legt een by-
zondere zware brug, niet van eenige dik-
ke planken; rnaar van Jati-balken, die meer
als een voet in *r vierkant dik zyn , ge-
maakt, welke balken zig naaft malkanderen
drie honderd treden yerre uitftrekken,
waar uit men de breedte van deze Rivier,
en de hegtheid dezer brug, ten naaften
by afmeten kan. Z y is midden in een
djgt bofeh geplaatft, daar men van wegen
’t zwaar gebergte, maar weinig dorpen
ontrent heeft.
' Van deze is het dorp Silimbi cen, dat silimbi.
wel duizend huisgezinnen fterk, en de
eerfte poort is, daar men doortrekt, om
in het JLandlchap van Mataram, dat hier Het Land-
begint, tekomen, alwaargemeenelykeen ?ao
voorname Ponggawa, o f Hoveling,legt,Mawram*
die een van ’s Keizers grootfte vertrou-
welingen is, en veel krygsvolk by zieh
heefr.
Om by dit Silimbi yan Salatiga te körnen
, moet men niet alleen een zwaren
berg jroorby , maar ook van ’t O. na *t
Z. en Z. O. optrekken,
Zpo als men even binnen deze poort
gekomen is, heeft men een groot dorp,
waar in wel twee duizend huisgezinnen
zyn.
. De Ingabey, die hier legt, moet op
alles, dat hier doortrekt, wel letten, en
hy mag aari niemand dbortogt na boven
o f beneden geven, ten zy de Keizer hem
dit door een uitdrukkelyk getekende paf-
cedel belaft. Ook werdalle maand de
wagt hier verwiflelt, om het bedrog hier
ontrent voor te komen, en alleaanflagen
te verydelen.
Na dat men hier watgeruft heeft, trekt -
men den vierden dagal Z . O. aan,ont-
moetende nog wel cen myl o f twee verre
niet dan zware boflehen en bergen j dog
daar na krygt men weer fchoone vlakke
landen , hoewel men ter regterhand nog
al zwaar gebergte, en ter linkerhand on-
eindig veel ryft-velden heeft, die men niet
overzien kan, al klimt menop’tnabvge-
Jcgea