
- 1 7 6 B E S C H R Y V I N G E v a n
A®. 170«. bcter jydanaan die van de Veld-Heer, boe-
ten kon.
lk ftclde aan de Veld-Heer voor, om
daags daar aan, zynde Zondag, hoezwak
ik 00k was, een dank-predikacie tedoenj
maar zyn Ed. zeide my, dat her onmo-
' gelyk gefchieden kon, alzoo men den vy*
and ten eerften vervolgen moeft, behalven
dat’er ändere nodiger zaken van veel ge*
wigt te verrichten waren.
I Zyn Ed.gaf hier afook ten eerften ken-
riis aan haar Edelheden, en wierd op Batavia
over deze overwinning zeer plcgte-
lyk gefchooten.
Hoe veel dooden de vyand had, was
onbekcnd jdog wy hadden’er geen eenen
van de Holländers; maar agt of tien Ma-
durezen en Javanen, en vyftig of zeitig
gequetftcn.
Terwyl ik door het dorp reed, zag ik
eenige verflagenevyanden 1 eggen,demee-
fte zonder ooren, alzoo de Javanen en andere,
om hunne dappere daden te können
bewyzen, deze elendige, in de plaatsvan
de koppen mede te ncmen (die te zwaar
zyn) van hunne ooren beroofd, en die,
volgens gewoonte, aan kriflen geregen
hadden, hoewel deze bajevangers dikwils
de lafhertigite menichen in ’t leger waren.
.De Madureezen, die deftig gevogten
Hoe’tiig hadden, waren de eerfte in de veiting,
aanvaiCD 01 ^c^e^men van Soerabajers het goe-
heefaoc- wer^ maar hadden ftaan aankyken,
gedragen.. en ’er menigmaal door den vyand hunnen
Prins toegeroepen wierd:, Depati Soerabaja
volgd ons, Depati Soerabaja volgd
ons, en niet die honden van Holländers.
Ja in plaats van te vegten, hadden zy de
vlugt al genomen.
lk ging ’s vyands werken ter degen be-
lchouwen, en bevond, dat zig die wel
een groote halve myl verre uitftrekten,
en dat hy ons daar, zoo hy ’t wel over-
iegd had, mct een kleene magt wel een
geheele maand had können ophouden,
zoo datwy veelredenen hadden, omGod
te danken, ’t geen ik in myn hert deed,
hoewel ik liever gewenicht had,ditopen-
baar te doen, ’t geen in zeer körten tyd
had können gefchieden; dog hoe zeer ik
daar op aandrong, en hoekragtigiktoon-
de, dat dit hoognoodig was,daar was izei
de Heer Knol) geen tyd nog gelegenlieid
toe, dat ik te minder verduwen kon, al- k».Xjoi,
j zoo wy hier nog tot den 27 dito bleven
lcggcn.
Even gelyk de Soerabajers, alzoo hadden
die van Sammanap, en Pamacaflam,
zieh by dezen aanval zeer lafhertig en
bloode gedragen.
Terwyl zekere Sillebar, met drie of
vier'van onze boflehieters, met händgra-
naten, den vyand eerft aangcvallen waren,
en toen zoo fchendig door de Soerabajers
verlatcn wierden, zoowierdenzy ten eerften
door agtvaandels van de Heer de Be-
vere onderfteund, waar by daar na eenige
vaandels van de Heer Bintang, en meer
andere quamen, die ten eerften een groote
reddering maakten, ftand hielden, op
den vyand indrongen, en den zelven in
körte tyd op de vlugt dreven.
lk vond, in het omrvden van *t dorp ,Zwaren
de Heeren Sergeanten Bintang op een zeer ^ “ U81U
groote markt; maar waar op nog waaren om*
nog verkoopers te vinden waren. Ontrent
de zelve llond een ichooneenlommer-ry-
ke Waringin-baom, diens dicht aan een
gegroeide flammen tweeen twintigtreden
in ’t rond waren.
Onderwylen kregen wy bericht , dat’er
vericheide Hoofden en overften der vyan-
den gefneuveld waren, onder welkemeh
Kijaij Drahaman, Stranalla, Cartanaja,'
en Sindoegati telde.
Soerapati was hier niet zelf by geweeftj Wie hi« ’t
maar Ingabei Loor, een Balifch Heer
had het opperfte gezag, aan welken, als
zyne rechterhand (gelyk Ingabei Kfdol
zyn linkerhand was) hy dezen vöornamen
poft toevertrouwdj maar die hy zeer Hegt
verdedigt had.
Wy noorden dit uit een gevangen, die
ons 00k zeide, dat de vyand zieh weer by
Gerongan, twee mylen van hier, en 00k
op Wmongan, dat wat aan de linkerhand
verfterkte, dagende ons met drie o f
vier duizend man, waar mede hy op de
Alon Alon, of Pascebaan verlcheen ; uit,
om tegen hem op een gelyken grond te
vegten. jg m
By deze verovering kregen wyookont-
zet van Ryft, behalven, dat men ookpas
buiten dit dorp op de velden overvloed
van Padi ftaan had, ’t geen eennieuwle-
ven onder'c volk gaf.
D E R -
G R O O T J A V A.-
DERDE HOOEDSTUK.
A«;i7oéf;
WPinken -weder op van Pananggongan. De fchryver in ievens-gevaar. Mi[Hai
van den vyand. JComg ontrent Derma. $uade ruß-plaats. Nader trouwloos-
hetd van den Depati Soerabaja. De Madureezen en Soerabajers ,m t de troepen die
ben dekten, op de vlugt gejaagd. De Heer de Bevere, tot hun ontut gezonden ’ en
- | eßagen. Ordre door de Heer Knol gefteld. Bericht aan den Feld-tieer Zyne ver-
drovoorzorge. Bericht van de Heer de Bevere zelf. Zyne Mißag. Eftrechtvaar.
digmg hier legen. Het groot gevaar van 't leger. Voorzorge van de Heer Knol Ge-
drag van den Prins van Soerabaja. Hoe zach den febryvertoen gevoelde. ■ Zynoor-
deel, om wat reden wy niets te vreezm hadden. Zyn verdergedrar. Hoeveelvolk
wy hier verloren. Zeldzaam geval van een vader met zyn zoon. Huts, roemrunire
dood. Gevolgen voor de Heer de Bevere. Die eindelyk mygejprooken is. HndrioL
ftandtgbeden, hier toe behoorende. Scbelmagtig teriebt van Depati Soerabaij Be
U m om °t <• hreken , door den Panombahan gtßuil, en tot Batavia uitgelekt. Bericht
wegens Soerapati. Wttt de vyand veroverd, en verloren had. Bericht aan die
van de Aruisvlopt. 1 De Roode’s bedryven. Ons opbreken van Derma Vluitvan
onze Batoors. Gevolgen daar af. Wat de fihryver by dat voorval dede Bericht
van de Heer Knol wegens deze zaak. Ware reden van dit vlugten. Del rchmers
hmß by de Eher Knol. Gobrok van levensmiddelen. Niouwo opflani en vlugt der
Batoors. Gefprek van den Panombahan, en over den fihryver. Die hoe Innrer heb
zteker wierd. Gefihenk van denPrins van Soerabaja! SMelyke w a p en O in L
nacht. Du weer op een beuzehng uityuam.. Pocht na Bangel. Trekkenin de nie«
we werken. Bas-kogel over ’s Feld-Heers tent-, , . - "
Wj bt i k envEn zy ditobraiten wy yad Pabean,
-I J fofPf lPirapnUainn gmgporn g/iai»n , op ; dog talm_den weder op
van Pa-
nanggon-
Dç ichry
Terînle-
vensge-
taar.
w. - , v-ijv , u u g LüllIlUCIl
gewcldig met die geringe Artillcry,
alzoo de Batoors weer op de loop waren
gelyk ik de myne mede al quyt was:
Wy moeften hier in ’t eerft door elendige
moeraiEge wegen, daar ik dagt dat
myn paart my noituitgerukt zou hebben.
Ook moeft het met my, die nog zeer zwak,
pn door geen middeien aan eenige ontlofb
fing of opening van. lichaam te brengen
was: van een groote hoogteeen fprongin
eenRavicr doen, die wy overtrekken
_ moeften, en zoo diep was, dat ik daar
myn-eindc in dacht te vinden; dog myn
brieicheiide Bimanees rukte ’er my moe-
dig door, en zwom met my over.
Anderen verkozen, ditgezien hebbende,
«WigemakkelykerplaatSjengeraakten bui-
(en eenig gevaar aan de oveizyde.
'. • Daarna quamen wyaan een digtbofeh,
dat wel anderhalve myl duurde, en diens
lommer ons wat verquikte.
Indien de vyand nette kennis van alles'
genomen had, zoo had hy ons ganich le-
gor in dit bofeh zeer gemakkelykkonnen
inflmten, en ons door uithongering, tot
overgave dwingen, of, zoo hy gewild had,
net leven benemen.
U H ~ Y y re?en door mvta of »gt moeraffige,-
“ door dne o f vier heidere ipruitjens,ln
quamen, na van ’s morgens ten zesuuren
gereden te hebben, ten twee uuren eerft
m onze ruft-plaats op een groot veld by
reT3 ’ iud"clien dit: dorp ter linker, en
milchen Sawoengan ter regterhand, boe-
-IV. Deel.
Mifflag
van den
vyand.
Komfl c
yvel Derma, of deze ruftplaats , maar twee
my^n en een halve van Panaq^ongan is,
Het Padi-veld,waar op wy lagen, wasQuade ’
al mede de regte plaats niet , ;daai; wy hal- plaats-
te moeften houden ; want ichoon wy (te
weten de Veld-Heer, en ik) opeendroo-
ge plaats waren, Zarenegterdemeeftebrigades
van t leger midden in de modder der
Kyft-velden, diedras ftonden. Behalven '
dar wy hier geheel open , en voor den vyand
alomme bloot lagen, die ons hier weder
aan .twee kanten had können influitep
alzoo wy waarlyk als in de, vai, waren !
want zoo hy aap’t bofch,dat ons van vo-
ren en van agteren beüoot, maar twee d ui -
zend man, te weten. aan içder zyde du£-
zend gepöfteerd had (daar.hygemak.kelyk
komen kon) hy had ons de grootftejnoei-
te van de wereld können geven ; hoewel ■
d« daar na nog quaad genoeg uitquam. .
Hier hadden wy niet alleen, door quade
voorzorge, gebrek van levens-middelen
moetende ons meeft met drooge ryft. en
wat droogc vifch, alzoo ’er geen vleeich
meer te bekomen was, behelpen: maar
hier was ook niet daa modderig en ori-
drinkbaar water te bekomen.
Wy konden hier van daan zeergemak- m
j yk hct gebergte van Cadiri vanter zy. |
den zien, hoewd w y ’er nog zeerverreaf
waren.
Wy hoorden hier van een gevangen van
Bulleboe, een dorp ontrent BangeL dat
Ingebei Loor fhopwel wynaderhandhoor-
de. dat het Ingabei Kidol was; van Ban-
gel deze laatfte veroverde plaats met twee