
De Stad
Jagaraga.
De Stad
Tainbic-
baja.
De berg
Loetroe*
Het Landfchap
Ka-
docwang.
4 P B E S c H R Y V I N G E v a n
kanderen, in een ftreek van vier mylen.
Deze zes dorpen maken wel negcn honderd
huisgezinnen uit.
Éen myl Zuid-ooftelyker, dicht by de
Rivier , en niet verre van den berg Loe-
woe, heeft men de ft ad Jagaraga, die de
hoofd-plaats van dit landfchap is, alwaar
een Temanggong het bewina voert.
Zy is reaelyk groot, en na de Javaan-
fche wyze al met veel fraeje bamboeze,en
ook eenige planke huizen voorzien. De
Temanggong heeft een wooning van aan-
iien, en niet verre van daar is de Pasce-
baan j een groóte markt, en een fraeje
Mooriche Tempel, met nog een kleener,
die zeer vervallen is.
Men rekend deze ftad op zes duizend
huisgezinnen, die zieh meeft met den
Ryft-kattoen-garen-en hout-handel be-,
zig houden.
Deze ftad heeft een grooten overvloed
ÿah ailes, en een fchòon gezicht, zoo over
de R y ft-velden daarontrent, daar wel twintig
dorpen in verfpreit leggen, die mede
wel vyf duizend huisgezinnen fterk zyn,
als ook na de Rivier, en na ’t zwaar gebergte
in ’t Zuiden.
Twee mÿl bewéften deze ftad legt het
ftedeken Tambicbaja, dat nukleenenvan
weinig aanzien, hoewel nog wel vyftien
honderd huisgezinnen fterk is. Hierplagt
in oude tyden al mede een Koning zyn
zetcl te hebben} dog nu ftaat het onder
zekeren Demang, zyndc eenibortvanja-
vaaniche overften van lager rang, als een
Als men nu van Jagaraga en Tambicbaja
al Zuiden-aan gaat, heeft men eerft
eenig voorgebergte boven de laatfte ftad,
dat zieh Ooft en Weft ftrekt, en dan den
grooten en uitncmenden hoqgen en bree-
Hen berg Loe woe, die zig Noord-Ooft,
en Zuid-Weft zeer verre uitbreid.
Ten Weften van den zelven heeft men
het dorp Tiga aan een ipruitje, dat daar
uit ontfpringt, welk dorp pas tagtig huisgezinnen
fterk is.
Ten Ziiiden van dezen berg heeft men
weder een gedeelte van het landfchap Ka-
doewang, dat nevens dat van Mataram,
ook hier’t befte van Java is.
Vlak bezuiden de oofter-top van dezen
berg heeft men het dorp Tierilan, en een
weinig zuidelyker ontrent een Rivier,uit
bet gebergte van Domongontlpringende,
en een groote Rivier Noord-Ooft-aan mähende,
een dorpje zondcr naam leggen,
hoedanig men’er nog zeven, Weft-aan
tôt Pajaran toe, in een ftreek van drie en
een halve myl, heeft. Deze negen dorpen
zyn ruim duizend huisgezinnen fterk.
Een myl bezuiden deze dorpen legt het
zwaar gebergteDomong,dat ten Weften aan
detweegebroeders grenft, zynde tweezwa-
re gebergten, die van de Zuid-zee af van
het dorp Gading na *t landfchap Kadoe-
wang loopen.
Tuflchen dit gebergte en de Zuid-zee
heeft men verder een vlakte van wel vier
mylen, zonder dat zieh daar in Jet anders,
dan een groot getal van Ryft-velden, die
een deel van het landfchap Panaraga uit-
maken, opdoen.
Een myl ten Zuid-Ooften van het dorp
Tierifon, hoven den opfter top van den
berg Loe woe, heeft men nog een gebergte
Kadoewrinin genaamd
Bezuiden dezen berg vervolgd het ge- HetLand-
bergte Domong nog al Ooit-aan, bezui-fchaPPa*
den het welk het Zuider-deel van’t land- nara8a<
fchap Panaraga is, dat onder ÌSoerapati,
anders ook Radin Aria ^^iranagara genaamd,
geftaan heeft, en dat tegen de
Zuid-zee ft uit, en tenjQoften aan’t landfchap
Loedaja paalt.
Ten Noordenvan ditgebergteDomong
heeft men *t Noorder aeel van ’t landfchap
Panaraga, alwaar, men nuNoord-
aan drie mylen tot aan die Rivier, waar
aan Damalang legt, afzafekende, ontmoet
de dorpen Damalang beooften, en bewerten
die Rivier,zynde met haar beiden,en
nog twee, wat Weftelyker leggende, wel
vier honderd huisgézinnen fterk.
Een myl Noordelyker legt de ftad Pa- De Sad
naraga (waar na dit landfchap genaamd is) Panaraga.
beooften de Rivier. Dit is een fraeje ftad,
ftaande onder een Ingabey, d ie ’t opper-
bewind over zeven duizend huisgezinnen
heeft*
Z y is/edelyk groot, beflaanjje weleen
groote myl in ’t rond, en redelyk dicht
op zyn Javaanfch betimmcrd,
De Dalam, o f *t Hof van dezen Ingabey
ten grooten deele van fteen, de groote
Mooriche Tempel, de nette en wyd-
uitgeftrekte Pascebaan, de aanzienelyfcc
Palar, of markt-plaats, en een groot ge*
tal fraeje huizen van deze en gene grooten
onder dezen Ingalx v f^ndg^ g^yen^ een
zonderlingen luifter aan deze plaats,die be-
halven dit ook niet verre van de Rivier
legt, die ettelyke mylen Noordelyker in
de Rivier Samangi ftort.,
T wee mylen bewerten Panaraga legt het DcStad
ftedeken Sankoelang, dat een fraei bofcK Sankoc.
om zieh (gelyk ook Damalang aan deze en lai,S*
gene zyde der Rivier) heeft. Dit ftedß4
ken is ruim vyf en twintig honderd,Jwiis-
gezinnen fterk, en niet boven een kleene
nàjve myl groot, zynde maar een open
vlek, van ’t welk met veel anders tezeg-
gen valt, dan dat het zieh met den Ryft*
en hout-handel meeft geneçrt,
Beooften Damalang, en deftad Panaraga
legt het zwaar geborgte Willis , dat
meeft Zuiden ten yyeften, en Noorden
ten Ooften ftrekt ,/ftöoteride in; ’t Noorden
tegen het bergjeTfikameling. Deze
berg Willis fcheid het Landfchap Pa-
G R O O T
nagaravan het landfchap Brindjok, en
Kadiri.
Wanneer men nu byna twee mylen
Noordelyk van de ftad Panaraga aangÿic,
ontmoet men het dorp Eggiglang , be-
nóorden het welke nog een myl , de ftad
Madion legt, benoorden welke de dorpen
Koflor, Kadjang, en Kalageer Madion,
ten Weften van de Rivier,en twee
mylen ooftelyker de dorpen Tfioban en
Patoman (dat een myl zuidelyker is/ pas
beooften de zelve leggen, alwaar zeeen
Eiland maakt, dat wel een groote myl
Zuiden en Noorden lang, en ontrent een
myl breed is.
Deze zes dorpen zyn wel agt honderd
huisgezinnen fterk ; dog de ftad Madion
werd geoordeeld ’er ruim vyf duizend te
hebben. De grens-paal tuflchen Madion
en Panaraga is de Rivier Äflin. Zy isde
Hoofd-plaats van een Prinsdom van die
naam, en redelyk fraevgebouwd.
De Vorft, ¡ die hier het oppergebied
voerd, is een van de voornaamfte Man-
tri’s of Ryksraaden des Keizers} hy heeft
hier een fraei Hof, en voert een grooten
ftaat.
De ftad is wel een myl groot, en voi
huizen, hoewel zy door de oorlogen van
tyd tot tyd al veel geleden heeft. Daar
zyn wel twee a drie fchoone markt-plaat-
fen, een fraeje Pascebaan, een Tempel,
die al een van de fraeifte op Java is , en
zeer veel gemeene huizen, die niet veel
fchats, waardig zyn.
. Deze ftad bloeit zeer door harefraejéen
luftige gelegenheid aan de Rivier, en door
de groote Ryft- en houthandel, alzoo mea
’er ontrent ook een fraei bofeh heeft.
Een groote myl ten Zuid-Weften van
de zelve, digt by de voet van Loewoe,
heeft men het dorp Kamenattan, een myl
noordelyker Pápotel, en ten Wefteu van.
X Zelve . Kamogattan, Katting, en . Lan-
wangre, die met haar vÿven zes honderd
huisgezinnen uitleveren. j
Benoorderi het dorp Tfioban (dat on-
treût dat Eiland legt, ’t geen die Rivier
maakt, die by Sipanpamlang in de Rivier
Samangi valt) heetc men, ontrent een myl
*er af, eenig gebergte,dat Ooft en Weft
ftrekt, en een myl Noordelyker het dorp
Paloekifi, ten Ooften van ’c welke het
dorp Antroe, en nog een myl ooftelyker
Dander, en een groot myl ten Zuid-Oo-
ften van’t zelve Lombang, en Pandang,
niet verre van de Rivier leggen. .
Deze vy f fraeje dorpen, die men alleen
in deze groote landftreek heeft,die verder
zeer vlak, voor al na’t Ooften,'Zuiden
en Noorden , is, zyn te zamen wel ne- ,
gen honderd huisgezinnen fterk.:
Wanneer men nu längs deze Rivier ,
aan yrelke de dorpen Pandang en Lombang
leggen, Nooïd-aan afzakt tot aan
IV. Deel.
J A V A. 41
dat Eiland, dat deze Rivier ( die uit den
berg Tfîlameling komt) daar met de Rivier
Samangi maakt, en dan van daar weer
längs de zelve aan de Ooft-kant Zuiden ;
aangaat, ontmoet men eerft éen groot gebergte,
dat twee mylen boven deze R ivier
legt, en dat van de zelve , daar
zy zieh in ’t Weften vertoont, zieh ettelyke
mylen verre na ’tNoord-Ooftenuit-
ftrekt.
Pas 'daar boven is nog een gebergte, en
anderhalvc myl zuidelyker, even beooften •
’ t dorp Pandang, »nog een ander dierge-
ly k , zynde daar *t ganfche land meeft
oofch en gebergte.
Als men nu hier by Pandang, ten Ooften
der Rivier bly vende, die uit den berg
Tfîlameling afftroomd, Zuid-Weft aangaat,
ontmoet men een myl zuidelyker’t
dorp Zurante, Breembang (een half myl
verder } en Panjang een myl zuidelyker,
ten Weften van welke beide,als tuflchen
beiden in, tegen de Rivier aan, nog een
fraei groqt dorp zonder naam, en eenkleen
’er by legt. '
W anrieer men van Panjang nu wat Zuid-
Ooftelyker opgaat, ontmoet men Intana-
wat, Andjoe, en Patjoe aan een nieuwe
fpruit, in een ftreek van andêrhalve myl,
welke zeven dorpen agt hqnderd huisgezinnen
hebben.. V
Als men nu by de dorpen Pandang èn ? ”
Lombaùg eens zes mylen na’ c Oòften ter ¿ a
zyden fpringt, ontmoet men daardê dorpen
Wadon, en Prinin, en' één weinig-
Zuidelyker de groote Rivier van Kadiri ,
ten Weften van welke men even boven
Prinin’t dorp Pagoefan, met nog drie dorpen
zonder naam, en Matanipo, ieder on- 'v
rrent een half myl van een , en ten Ooften'
*t dorp Gadanpelan, en nog een dorp by
de fpruit, Taroefan genaamd ( die Ooft-aan
uit deze Rivier loopt) en nog een ander
kleen dórpfe bezuiden dezé Rivier , met
nog een%root vlek zonder naam , leggen
heeft. Dèze tien dorpen, en dat vlek,
maken te zamen wel twee duizend huisgé -
zinnen (lit. -
T en Noorden van deze dorpen, tot aan
Mering toe , heeft men ,eenige vlakte ; dog;
twee mylen"van Wadon na-’t N.en ook
ten Weften veel gebergte / van’t welke
het nòordelykfte zig wel vy f mylen Ooft-
en Weft tot aan de Rivier in ’ c Weften
uitftrekt. *
Zuid-Weft-aan, een myl van Matani-^
po (daar de Rivier zeer breed is, en daar-
men een kleen Eilandje, en wat hooger ^
een grooter Eiland, , Bilnihon genaamd,
heeft) onctnoet men’t dorp Endaja, be--
halyenidat ook op dat groot Eiland drie
dorpen, en nog drie andere pas-beooften
de Riviér zig. opdoen, die met Wonkoe-
doe (dat een half myl Zuid- Weftelyker, }
eabeweften de Riyier legtj te 2amen met
I F : : ' ' haar