
A*.'x<97‘
L E V
V R A G E N .
S D Ê R
a n t w o o r d e n .
namcn den Gczant niet wel wift, vermits
de zelve nog jong zy nde,na hun nen bcwaar-
berg vervoerd werden. Des zelfs eenigfte
dogcer heec Aroefa.
O f daar niemand meer van de Koning- Den Gezant antwoord hier op, dat’ei
Ivke Pringerj qp de berg van Amhara, ihans nogover dehonderd perlponen van
en Gezehen, in bewaringe gebragt werd. Keizerlyken huize bewaard worden,
waar onder 44 van des tegenwoordigen
Keizers grootvader Alam Sadsjed, als me-
de 1102 eenige van des zelfs vader zyn, die alle hun genoegzame vryheitenonderhouc
genieren, vrouwen en kinderen, waar van zy de zoons by zieh houden.maarde
dogters na her Hof zenden, alwaar zy aan de Lands-Grooten ten huwelyk gegeven
werden.
ü . m
In watland zynMajeiteltnudenoorlog Tegenwoordig meeft tegen -die van
voe[j J Dzjata, Amara, en Damoet, die alle te.
gen de grens -plaatzen van de Gallas ftooten.
1^7*
Ofden Koning die van ouds genomen
geweften, of kleene Koningryken, als
Schowa, Walka, Damat, Gutage lfat,
Fatagat, Ongot, enz. weder gekregen
heeft ?
M
Hier op antwoord den Gezant van ja ,
en wees de zelve landfehappen in de nieu-
we kaart van de Heer Ludolphus aan,
met byvoeginge van nog eenige andere.
Nademaal den Gezant belooft heeft een
bericht van alle des Keizers inkomften,en
andere zeldzaamheden te zullen zenden.
Van dezebelofte heeft de Gezant cenlyk
deze geheugenis, dat hy deHeerGeheim-
fchryver de Roo zak. eenige toezegginge
dieswegen gedaan, maar het zelve nader-
hand vergeten heeft,ora egter hier op ee-
nig genoegen en opening te geven, heeft
de Gezant aan de öndertekende het vol-
gende bericht gedaan, namelyk:
Dat Audira, eene der grootfte geweften onder des Keizers gebied behoorende, alleen
Wesens den toi van het zout, tot een jaarlyx tribuit op brengt 4000 oncen aan goud,
blyvende daar tegen in die geweften aUe andere goederen en waaren onbelaft, en van
^Momboerm geeft yoo oncen goud, wegensde zout toi; dog is de reftonbezwaart.
Timbeen geeft 00k yoo oncen goud, wegens de zout-pagt, en blyft de reft onbe-
zwaart.
Z a h e t zoo oncen, fpruitende ter zake als boven.
Maygoga, en Adoewa brengen te zamen 1000 oncen goud op,dogde zout-tolvan
Maygoga f ten bedtage van 500 oncen goud, heeft den Keizer aan zekergeeftelykper-
foon eefchonken, behoudende die van Adoewa voor zieh zelven.
S a r a w i j a , alwaar Chodja Moraad zelfs 5 jaren gewoont heeft, betaalt jaarlyx yoo
^Doewarba geeft wegens de koopmanfehappen, die van daar na Maffoewa gevoerd
werden; als kleeden, enz.yoo oncen goud.
Dziri brengt den Keizer op 700 oncen goud.
Zemin het welke onder een zeer kout klimaat leid, en eertyds een zetcl der Joden
die een der Abyßinfche Keizers van daar heeft doen verhuizen, geweeft n , geeft
no£*200o oncen goud. Alhier is het in de maanden van Camboet, en Tikkim,.dat
is Maare, en Oftober, onverdragelykdcout, door de groote meerugte fneeuw die ’er
valt, en wegens het ys, dat wel een halve mans lengte hooguithetaardrykkomtop-
WLama geeft 100 oncen goud, en boven dien nog yooo p’ .katoene kleeden,te we-
ten I ps. vanzo.die met de Kaffilaas aldaar doortrekken, welk getal jaarlyx volkomen
moetwerdenopgebragt, het zy daar veeleof weinig Kafülaasaankomen.
O P P E R-L A N D V Ô O G D E N . 31?
V R A G E N . ' A N T W O O R D 'E N. A.
Dzjonga, brengt den Keizer jaarlyx zooo oncen goud op ,dog vöorde verwoeftin-
ge der Gallas plagt die provint-ie 4000 pneen goud uit te leveren.
Agoino lev.erd den Keizer jaarlyx ibpopo koebeefteu, zooo ps. kleeden, 10000 pot-
ten met honig, 1000 kalbaflên met kgasj en 1000 potten boter.
’ lfat, o f Ifer, het welke onder de"Mohhammedanen gehoord, moet echter aan den
Keizer jaarlyx zoo oncen goud opbrengen.
Het getal der verdere en mindere fchatting-landfchappen, mitsgaders kleene toi ge-
vende plaatsjens, is zoo groot, dat de Gezant verklaarde, die onmogelyk te können
noemen. Immers dit zeid hy in het algeraeen zeker te zyn, dat de Keizer van Abyf-
finen uit alle die,en daar aan grenzende landen, jaarlyx eenongeloovelykefchattrekt j
voegende daar nog by, dat niemant in Abyflinen erffelyke landen ofakkers heeft, dan
alleen die geenen, die de Keizer uit een byzpndere günfte, tot. yergeldmg.yan eenige
bewezene dienften een fluk lands fçhenkt, qf iemant, die een heel ruy/, en boilig
land heeft gezuivert, en gebruikba^r gemaakt, vervallende anders alle de akkers, na
de dood van den bewooqder, weder gap den Keizer , die de zelve gemecnelyk door de
kinderen, o f vrienden van den ovçrledçne, weder laat gebruiken: betuigende de Gezant
vorders, dat indien hy om de byzonderheden gédagt hadde* hy binnen Mocha
gelegenheid zoude gehad hebben, om zieh van de nämen en gelegenheid van alle de
andere fchafting-ge vende landen, in ’t byzonder bericht te doen geyen, belovende egter,
zoo hy met gezontheid weder in Abyflinen komt.een net bericht in het Arabilcb,
en Ethiopiieh gelchreven, wegens de regte gelchapenheid,zeden,gewoonten, cn in*
komft van Abyflinen, over Mochà na Suratte té ziillen zenden, om zyn Edelheid den
Heer Gouverneur Generaal daar in te vergenoegen.
14. . . , ’ . 14-
Hoe het met de Portugeezen , die voor Dit zegt de Gezant geen 1 yo,maar ortanderhalf
honderd jarert als Soldaten äl- trent '70 jaren gcleden te zyn j wanneer
daar in het land gekomenzyn,tegenwoor- de Keizer hun. alle uit zyn Rykgebannen
dig ftaat, enz. heeft, zoo dat ’er tegenwoordig niet een
Portugees in Abyflinen te vindea is -, zynde
• allé na de geweften van Soçnarge weken,
daar nog eenige van hun onder de Mohhammedanen leven, waar yan zommige nog den
Roomfchen Godsdienft zouden onderhouden,en andere het MpIÄammra^nsdomaan-
genomen hebben, te-weten, die'metsMohhammedaanze vrouwen getrouwtzyii.
IT- •
Van den. Patriarch doet de Gezant dit
veihaal, dat als de Patriarch, of Aboe-
na, uit Egyptenontboden word,men den zelven grootegefchenken doeç,enKoiyng-
lyke eere bewya:’ dat hy door eenige duizend,geeftelykçn, enden Keiza^^lß, mrt
verzellinge van een oneindig getal menfehen, die op éen zeer eerbiedige manière, dp
aarde kuflen, daar hy over heeft gereden, werd ingehaalt : dat het, zyn pligt is,ophec
leven en bedryf der Leeraaren agt te flaan, en de zelve in cas van een quaad gedrag,
te ftrafifen, mitsgaders alle kerkelyke verfchillen te vereffenen, dat hy allude geefte*
lyke,ontrent hun geleerdheid in de .Ghriftelyke Godsdienft, zelfs ondervraagt, de zeU
ve in meerdere en mindere bequaamheid onderfcheid, dat hy debequaamftemettwee,
en de modere bequame met een kruis op den arm brand merkt, en als dan eenige ka-
pittelen uit het Evangelium doet oplezen, het welke gedaan zynde, hy over de nieu-
we gemaakte Leeraren zyn adern laat gaan, zeggende : Ont fangt den H. Geeft.
Deze Patriarch heeft met den Keizer een gelyke macht over de geeftelykheit; dog
mag zieh met de politie en zaken van ftaat niet bemoejen.
Voor twaalf jaren hebben zy een heel deftig en verftandig Patriarch gehad, met name
Dzjaloeda. Deze is door den Keizer, om reden van ftaat,verftoten geworden, en
in des zelfs plaats zekere Markus verkoren, die eerft over twee jaren uit Alexandrien
afgehaalt is, ontrent 50 jaren oud zyndet wel ervaren in dèfchriften des Oüden,en
Nieuwen Teftaments, en by den Keizer in hboge agtinge.
De tegenwoordige Patriarch houd zyn verblyf in een groote ftad, Dzjendzja ge-
naamt, ontrent tien dagen reizens van Egipten gelegen, alwaar hy met zyn vader,
moedér, en breeder woond, körnende noit anders ten hove, dan om eenige kerkely-
ke en andere zware verfchillen te flehen, of om den Keizer te kroonen, enz. dog
als ’er geen Patriarch o f Aboena is, werd zyn Majcfteit door den Iffige gekroont.