
2jg L E V E N
A. 1654. ook ongeveinßj en zoo , als gy het eensvoor i
Gody etronzen Propheet, diens bloedverwant I
bet’V'ioas, zult denken te verantwoorden, {
het recht handhaben zu lt, op dat dit omoo-
z tl vergooten bind vanzttlkeen Godvrucbtig
Man , en dat in, en door dronkenfehap , zoo
zeef van Mohhammcd in den Cor aan verbo-
den, niet op onze, en onze Nazaten home.
Z y zeiden : dat zulk een bedryf, na de .
MahammedaanßWet, dubbeldde doodver-
• dknde, en dat zy dierhalven's Vorfien Breeder
permits deVirfi wilde datzy die liedenregt
zottden doen, ' daar van niet konden bevryden.
De Prins Precs hun vonnis, hing’erzyn ze-
Moraad gel äan, en Zei tegen de klagers, dat,
Beg,werdaangezien zy.9<?y<?<frKinderenwaren, men
enthalft. dg hoodige bevelen mede geven zou,
en dat zy na Gualeor ten eerften gaan
konden,om dit vonnis aanhemzelfuitte
voeren, en hem -t hoofd af te flaan,ge- ’
lyk zy ook deden.
Dus was nu Eurangzeeb zeer gemak-
kelyk van twee Broeders ontflagen, die
hem de Kroon hadden können betwiflren,
en voor al van Dara Sjekoeb, dien hy ge-
zegt had maar wat te zullen tdmmen ,o f
ftraffen, over zyn baldadigheit aan zyn
Vader, in hem zoo lang gevangen te hou-
den, bewezen, om daar na de.poort van
de vefting voor zyn Vader open te zetten,
enhem dan de fleutelen van’t Ryk
met het opperbeftier (’t geen rur al tyd
begon te werden) weer over te geven.
•Eursmg-: ^Ondertuffchen dagt hy nergeris om 3
fceeb's ge- ®naar wel, ota Sjah Djihaan nu en dan
veinsde eens na zyn koftelyke juweelen te vra-
^ ntdel gen, of om een huuwelyk tuflchen zyn
(VadSn " x>a D tta r, en dc Princes, Noer ut %&-
djoa, gevange Dochter van DaraSjekoeh,
Noerul < d iew y b y de letter A. met hare arm-
Tadjoe, banden boven en benedens elleboogsver-
“ ®Cga_ beeiden) Dog öu onder beftier van Beheb
, afge- &um Sa^elf > (diewy by de letter B.op een
beeid. ruft-bed afbeelden) en haar Grootvadcr, P
Sjah Djihaan,zyndete maaken j dog deou-
de Vorft zei3 dat, zoo by hem weer om
zyn juweelen aanfprak, hy ze alle met een
bamer vermorfelen zou, hem wel bits ver-
wytende, o f't niet genoeg was, dat by hem
zyn Ryk, en vryheit benomen had.
. Wegens’t verzogt huwelyk wilde hy,
nog Begum Saheb, niet hooren iprekeri,
■ en de Princes zei, veel liever aanfionds te
•willen ßerven, als te trouwen met den Zoon,
van die haren Vader gedood, en den zynennoch
gevangen had 3 weshalven hy aan geen van
beide die zaken voor een tyd tornde.
Hy dryft ' Hy.liet nu maar alleen zyn gedagten
Sulthaan gaan, om Sjah Soufa te dem pen, enmet
Soufauit al de zynen te verdelgen, om het welke
J X - te eer uit te voeren, hy het Leger des
la#, Nababs ¿oodanig verfterken liet, dat de
Prins het niet langer in Bengale könnende
uithouden, (hoewel hy A. 1659 den
25 December, zoo one uit een Brief van
S D E R.
haar Edelheden: van den zy Äugufti, A. A L
lödo blykt, des Nababs Mofa Chans \t- 1 S4i
gcr in de yluet geflagen had) met al de
zynen den 3 Juni A. 1660 met zynZoo-
nen, en eenige äanzienelyke Mooren na
den Koning van Arrakan, en na de Stad
Diahga iskomen vlugten, die aan zyn
oudften Zoon, Bon Sulthan, o f Sulthaan
Banke genaamd, beloofde, van hem en
zyn Vaders huisgezin wel te zullen ont-
fangen, en hem, volgens zyn verzoek ,
van een fchip op zyn tyd te verzien, bm
hem na Mocha, en zoo Verder na Mekka
te voeren.
Dus quam hy dpn z6 Auguftus hier'Gevallen
aan met zyn,Gemalin, drie Zoonen, 'öriYan dezen
beide zyn Dogters in een Galey van Dek-:?rins» al_
ka by dien Vorft, die hem in het eerfte
zeer minnelyk öntfing 3 en boven in de
Stad in een bämboezen wobning huis-
veften liet, zonder dat egter eenige
vreemde Volkeren by hem mogten körnen.
Ook hadden de Portugeezen, die
Sjah Soufa uit Bengale na Dianga over-
| brachten, hem ontrent 15 tonnengouds.
aari juweelen, goud, geld,enz öntkne-
pen. In December quamen noch 70 st
80 Mooren van zyn Broeders volk uit
Bengale daar by hem , die onderweeg
met eenige Holländers Haags geraakt zynde,
zieh dood gevogten , en bntrent ”s
Konings Paleis brand geftiefit hadden. . -
De Koning ondertuiTchen ziende, dat
hy geen gefchenken genoeg na zyn zin
kreeg, en op den grooten fchat, die de
Prins by zieh had, loerende,begon den
zelven hoe langer hoe köelder-te beBari-
delen, en te klagedv^^dät hem de Prins
niet quam bezoekeny ’t geen wei waar-,
maar orn goede redenen, en uit vreeze
van in ’s Konings Paleis gevangen gehou-
den, cn van dien fchat dan te gemakkely-
ker ontzet, o f aan den Nab ab overgele-
verd te werden, gelaten wierd, hoewel
men voorgaf, dat de Prins ziekelyk was,
en zieh niet in ftaat bevond, om by den
Koning te komen.
Hy verzogt wel zeer emftig, wanneer
het Moeflon nugoed was , om een fchip,
’t geen hem na Mocha voeren zou, doch
hy kqn voor al zyn geld’, ’t geen hy over-
vloedig had, niet geholfen werden ,vee-
mits de Vorft het verboden had. •
De jonge Prins, Sulthaan Banke f had, Zyn aan-
ook verfcheide aanzienelyke gefchenken, ¿«g tegen
zoo aan den Koning, als aan dezeenge-d.“ K?‘
ne grooten gedaan, doch het hielpniet-ven^mi.
hoewel men z e i, dat de Koning drie lnkt.
Zoorien van den Priris ieder een gbud-
zonnefcherm vereerd , en hen veef eere
bewegen had.
Eenige dagen daar- na verzogt die Koning
Cen van Sjah Soufa's Dochters ten
huwelyk , ’t geen men hem weiger-
de , en dat hem noch meer- tegen
d«-