
hebben moeten vertrekken, indicn hy die
laft.ftipt gevolgd haddc, waarby die van
Batavia een gatiich jaar lang in een groo-
tewerlegenheit van Suratid goederenge-
raakt zouden hebben.
Hier by nii quam nog deze omftandig-
heit,dat zyn Ed. een net bericht bekamen
had, dat de Caffila al. naby was,
weshalven zyn Ed. met zynenRaad in
Överleg nam, o f men nu, by zulken vöor-
va], ook zoo ftipt aan die tyd gebonden
was, alzoo ’t maar eenige dagen zou können
verfchillen, om na de Caffilate wagten,
daar anders de fchepen ledig zouden
moeten na Bataviagaan. Zy dorftenhet
niet doen; dog, op zyn Ed. overreeding
, en na ryp overleg, befloot men 4
dagen langer, dan de bepaalde tyd, en als
zy nog niet vericheen, nog 4 , en toen
nog eens vier, en dus in ’t geheel ixda-
en langer te wagten, wanneer danein-
elyk de Caffila opdaagde, en de ichc-
pen, bchborlyk geladen zynde, nogzeer
gelukkig en voorfpoedig, zonder eenig
öngemak hier o f onderweg geleden te
hebben, dan alleen dat de goederen met
wat meer gevaar dan wel anders, wegens
het doorblazen van de wind aari boord
raakten, na Batavia vertrokken, daarzy
ook behouden aanquamen.
Haar Edelheden namen dir egter zeer
qualyk op, eh fchreven \ jäar daar aan,
aat zyn Ed. daar by al te veel, endit alles
voor zyne reekening gewaagd had.
Dat het wel was, voor zoo veel nu dit
wel uitgevallen was, en dat.zy tiit voor
deze eene reize wel wilden over het hooid
zien j maar dat zy niet verftonden, dat
hy dit oit meer doen zoude, alzoo hy
met de laft, die zy hem gegeven had-
den, te volgen, volftaan kon, daar hy
anders zieh zelven in geVaar bragt, om
¿Ile de fchade, die daar op loopen kon,
te moeten dragen, wäar mede dändeE.
Maatlchappy nog ganich niet gediend
was, en aikwils in een groote Verlegenheit,
door’t blyven harer fchepen, geblagt
wierd.
’t Opvol- Dat nu egter dit ftipt yolgen van den
gen van laft harer Edelheden altyd mede niet vol-
ida^pte daan, en zelf aan haar Edelheden wel
Heervan grooi ongenoegen gegeven heeft, zag
Velfcn in men ientyde,toen de Heer Jan vanFel-
Siam qua- Gevolmagtigde, öf Commifläris in
Iykgeno ¿¡am , A- 1705: a 1706. door haar Edel-
men’ heden ftipt bepaald was, öm voor laft
Ryft niet meer als 17 a 19 RyksdaalderS
te;geven.
Hy volgde die laft ftipt, . en wilde
aan den Koning van Siam die 3 Ryks^
däalders meer eiiehte, niet eenen peni
ning meer geven, aangezienhy zoo ftipt
daar ontrpnt bepaald .was , datny vreesae
ondank hier door te behalen-j maar hy,
die niet van te voren droomen kon , dat
toen op Batavia zoo grooten gebrek van
Ryft door den oorlog op Java was, be-
haalde hier door. zeer grooten ondank ,
zoo by haar Edelheden (die toen meyn-
den, .dat hy dat over zig behoorde ge-
nomen te hebben) als Jby. dien Koning,
die hem geen een laft Ryft mede. geven
wilde.. En ondertuffchen moet ik zeg-,
gen , (lat de Heer van, Felfin wyfelyk,
en wel gedaan had, alzoö ik vaft ftel,
dat, zoo hy de bepaalde prysovertreden
had, en ’er juifthetongevalvanditgroot
gebrek niet tuflehen by gekomen was, |
zy hem dat meerder Jbetaalde, wel net
op zyne rekening gefteld, en hem niet
een hair beter gehandeld zouden hebben,
als den Heer Syoaardekroon^ en taeör an-
drep,die buitenhunnen laftgingen,fchoon
¿y de reden nog zoo fterk voor zig hadden.
Onzen Dire&eur, en vooral die van statjc val,
de Engelfche Natie,houd hier, om niet onzen
minder als de Mooren te zyn, die deBircfteuir.
mcnichen na hunne ftatie gewoon zynte
agten, een zeer grooten ftaat, gaande,
’t zy pe Paard, o f met een Palankyn,
noit uit, zonder van een groote ftoet
zeer pragtig en heerlyk gevolgd te zyn.
Hier zou het nu de plaats welwezen,
om een lyft van de naamen: der' Heeren
Dire6teurs,die Suratte van wegen onze
Maatlchappy beftierd hebben, te geven;
maar wy laten die agter het leven der
groote Mogols volgen, behalvendatwy
ook hier en daar in dat werk zöo van den
Grondvefter van dit Comptoir, den Heer
Pieter van den Broek, als ook van meer
andre, ipreken.
W y hadden wel geerne de verdrb
voomame bedienden van dat Comptoir,
en, yooral, de Opperhoofden der bui-
ten-Comptoiren,onder dat van Süratte be-
hoorende, daar by gevoegd 5 dog ik heb
veel moeite vergeefsgedaan, en die niet
können magtig werden. •
Ik zal egter eenige Opperkooplieden*
die hier als zde der beftiering gelegen hebben,
opnoemem . . .
Tweedc
•s U R Ä T 7 E.
Tweede Perlöonen van Suratte.
KTaamcn
Van eenige
Op-,
perkoop-
lieden.
Garei Conftant. .» .* . vanAo. 163p. tot Ao. 1Ö42.
^SfjpsmÜndus 'Wfirfbufr. . » • • . v • ^ 4 * .. 1Ö4 y.
f' Job Diriks. . r . ; . . . . . . • *^4^
Gerard Pelgrom. . . . . . . 1^4f-
Jöoft Clant. . . . . . . . iödS. , 1670.
jintoni de Fogel. . . . . 168 f .
Pieter B ’ernhard van Breeh. . . . . 1703. I^°7 *
fijÜaniel Hürgronje. . . . . 170 7.
' Fhilfy Ztial.. . . . * . ._ 1717. »t2-®*
N .J ß b d e lft. . . . . . . 17ZO.
Men heeft hier ook als Eilcaal Independent, gehäd . . .
Jeban Diodati, . . . . . . . .. • • • '• f i lbp8. ^7°Sm
Hy quam met de Heer Diredteur de Fos, in de tyd ,
dat-wy -moeite met de Mooren hadden (waar van
nädbr in ’t leven der groote Mögolsgefproken werd)
ha Öatavia öp, en ging ’er met den Heer Grooten- ,
huts weer na toc . . . . I7°7* ijio&lfil in Odtobcr 171 o woonde hy de Lykifatie van onzen
Gezant de Heer Bezuyen nog by j dog leefde niet
zeer lang ’er na, en wierd A. 1711 buiten-gemecn
Raad van Indien gemaakt j waar van de tyding na
^ n doöd iü IißUen quam.
Commif-
fariffen
Van Su-
ratte.
C O M M I S S A R I S S E N van S U R A T T E ;
' ö f ik alle de Gevolmagtigde, o f Opperbevelhebbers om over en wegen de be-^
ftiering, oftc diredtie van Suratte, inipedbie te gaan nemen, hier zalopnoemen,wctefc
ik hietj ik zal egter die gene opgeven, die ik zeker wete, dat het geweeft zyn.
„ u fmilern Folger. Aö. 167z.
De, Heeren SaoMimi. 1*84-
De Heer Peynier Kafenbrood. ; , Jö8y.
De Ed. Heer Henrik Adriaan van Reede. ^ 1S91.
Deze Heer ftierf op ’t Schip Drcchterland den
ijden December 1691. omtrentBombahi,zooals
hy van Ceylon na Suratte vertrokken was. Dog
zyn L y k , gebalfemd tot voor die Stad gebragt zyn-
de , is buiten de zelve zeer ftatieus , gelyk meü
omftandig op ’t eindc vart de Heer Havarts werk
zien kan, begravenj en onddreenheerlyke Tomm
De Heer Paulus de Roo. iöp4 .
Deze was als Commiflaris väh Ceylon j Malabar j
;n Suratte aangefteld j dogquamden 10Juni i6s>j
n Suratte te fterven^ zoo als hy den i8 Aug.däar
iSn door haar Edelheden Landvoogd van Ceylon
'ClllUilNLt wWartsO..
* Hy wierd mede zeer pragtig hier begraven,
an de rechterhand van de Heer van Reede in
een
rombe gelegt. ?
De Heer Pieter Ketting. 1 opo.
Deze Heer den ix November iÖpf als Com-
hiflaris van Suratte aangefteld, quam ’er in April
1696. ftierf den tßden a 1 7 ^ December 1699.
wierd mede zeer deftig begraven , en aan de linkerhand
van de Heer van Reede (diens Tombe wel
t meefte boven de twee andre uitmunt) mede ori-
der een fraciie Tohibe gezet. I
1 T } Bid«
HK
i
I