
I7O8.
De Dcpa-
Daar op vertrok de Heer Knol den'2,6
dito na ’t gebergte vanMalang, om'cle
yerdere vyanden van de E. Maatfchappy,
aldaar nog fchuilende, uit te roejen. Dit
wel ten grootften deele door zyn Ed.
verrigt; c}og naderhand is dat oud quaad
weer opgebroken. Alles ging nu met
meer yver voort, om dat ieder eenzynen
buit van flaven, enz. dat hy kreeg, be-
hield, dat bevorens niet gefchiede.
Öndertuflchen was de trouwlooze en
rabaja öp- opßcblazen Depati van Soerabaja, na de
pcrßrand- dood van den ouden Prins van Madura, om
Heer ge- zyne l'aatft bewezene dapperheid, tot Op-
maakt. perftrand-Heer vän alle * des Keizers landen
aangefteld, dat dien hoogmoedigcn
en wreeden man nog veel verwaander en
wreeder, dan oit te voren, maakte, ’t
geen ook al verder de grond tot zyn ver-
derf gelegt heeft.
Niet lang daar na, en na dat nu den
oorlog volemdigd was, quam zyn valfch-
Eeid en verraad in dezer voegsn uit.
Nieuw? Hy had de 00m van zekere Javaanfche
blyken yanvrouw van aanzien, die hem groote dien-
uonw*.0" **en g®*330 , zonder de ällerminfte reden,
laten kriflen, ’t geen zy zoo euvel
opnam ,dat zy,door wraak-luft vervoerd,
en kort daar op na Samarang, daar de
Heer Knol toen was, gevlugt zynde,aan
dien Heer bekend maakte, hoe zy zelf
die gene was, die verfcheide bricven van
den Depati Soerabaja in hare Conde ( of
in de omwonde vlegten van haar hoofd-
hair) aan Soerapati in zyn leven, en van
den zelven weder aan den Depati gebragt,
en dat zy aan hem ook een goudekrisvan
Soerapati had overgegeven.
Dus braken de bakens van zyne vorige
gepleegde fchelmftukken en verraderyen
nu wat klaarder uit.
De Heer Knol, geraden vindende den
Keizer hier af kenmfle te geven, ging zelf
na Cartaiöera, engaf hem van deze vuile
zaak bericht, van welke nu egter niemand,
dan nog maar een Javaanfch Heer van de
r eerfte rang, wift , alzoo’er veel aan gelegen
lag, dat dit werk nog wat geheim
gehouden wierd.
Zyn Ed.toonde toen aan de Keizer, dat
aan ’t wegnemen van dezen man, enaan’t
verdelgen van dezen adder in zyn boezcm,
de ruft van zyn geheel Ryk gelegen was,
en dat men hem zoo ipoecug, als het mmr
mogelykwas,uit de wereld helpen moeft.
De Keizer, die wel bevroeden kon,dat
dit hoognoodig was, zag ’er egter in het
eerft geweldig tegen, alzoo hy magtig,
van een zeer grooten aanhang, en Heer
van zulken wyduitgeftrekten landwas, dat
hy in twee o f drie etmaal, wel zeitig dui-
zend man in de wapenen brengen kon.
Wanneer nogtaps de Heer Knol zyn
Hoogheid zeide, dat, ingevalle hy dit niet
tydig dede, de E. Maatfchappy dan de hand
De Keizer
befluit
berate
I van hem zou moeten aftrekken, en niet A*. t7os.
.in ftaat zou zyn, om hem voprtaan tehel- doen(W
pen, wierd eindelyk zyn dóod onder hen cn‘
befloten, en vaftgefteld, hoe wel ’t , om
de voorbereidzelen daar toe, nog al eeni-
gen tyd aanliep.
In dezen tuflchen*tyd wierd* ook het,?cHcer(ie
pleit-geding over ’t geval van de Heerde
Jöevereop Batavia geëindigt, hy, op de
bewyzen tot zyne verdediging, vrygefpron>
Çn j lang daar na, als Kapitein
na Ceilon gezonden, daar hy eenige jaa-
ren gelegen, maar in ’t einde, van een
tocht na den Keizer van Candi wederom
gekomen, al mede zyne ilrubbelingçn gehad
heeft, gelyk wy breeder onder de
itone van Ceilon zullen .zien.
By dien laatftentocht van de Heer Knol Watde
na Malang’s gebergte, had men verfchei- 8É- Kno1
de onbekende Djáti-Boflchen ontdekton? daan S
trent Rivieren, längs welke men het hout
gemakkelyk kon afvoeren ; ook heeft hy
toen wel 16 o f i8 my len landwaard in
nog eenige honderden rooyexs gedempt. -
Na dien tÿd heéft‘ieder Land-Heer
moeten opgeven, wat vrugten, gewaf-
fchen, enz; in zyn land vallen ; ook heeft
men ’erfchoone peper, en fchoone Indigo
, veel beter, dan de vorige, gevonden.
Men zeide ook,dat hy ria Madura geweeft
was,om dat in drieën te verdeelen.
De Heer de Wilde ( die de Javaanfche de
Grooten in’t eerft zeer vleide, en groote NinSrat
eere bewees ; maar daar na bevond, dat8ev0rdcr<1,
dit hem by hen veragtelyk maakte, alzoo
H > van een flaafagtigen aard .zynde., pok
als flaven moeten geregeerd,. werden j gaf
voor zyn vertrek van Y Hof, den Keizer
deze les : Dat hy zyne Grooten niet groo-
ter moefi maken, dan zy waren ; maar de
Heer Knol, en vander Horft, die den aard
van den Inlander wel kenden, vonden egter
na ’s Veldheers dood goed, Djaja de
Ningrat (Pangerang Depati’s overgeko-
men Veldheer) tot Depati van Caliwongo,
Tagal, en verfcheide andere ftrand-dorpen,
te vorderen, om dien misnoegden Heer niet
tot wanhope, en tot. het ondernemen van
deze o f gene wraak, aan te zetten, maar
daar door van hem, en zyne trouwonste
verzekerenj hoewel in later tyd deipraak
ging, dat men hem al mede uit de wereld
wilde hebben.
Öndertuflchen hoorde mep, dat deKoßendu
oorlog van Java dit jaar, waar in maar zoo oorlo£s
weinig te doen viel, de E. Maatfchappy AV 7°8’
nog honderd en dertig duizend gulden , r“ ,
alles inkoops gerekend, gekoft had, wat
moeten dan die andere jaaren wel beloo-
pen hebben.
, Indien men de berichten van dezen en
genen wegens de vorige koften, bydeE
Maatfchappy gedaan, geloof mag geven,’
zoo had de Javaanze oorlog met Panee-
rang Depati Anom, en met Soerapati, ze-
dert
A*.x7ot. dert de Heer de Wilde’s tocht (die A° 1705
begon) tot het begin van, A°. 1707 al drie
en twintig tonnen gouds gekoft, zcinder
de groote fchade, die op Batavia geleden
is, >’er by te rekenen.
Depati*^ ^ CD 6 September (zoo ons in Amboi-
konuop uit de Batavifche nieuwe tydingbleek)
Batavia, quam Pangerang Depati Anom met Rei-
gersdaal op de Rheeac van Batavia.
* Wanneer hy nu zag, dat’er, by zyn
aankomft, geen eerfchooten, om hem te
verwelkomen, gedaan wierden, en dat
men dicrhalven weinig werk van hem
-icheen te maken, zeide zyn Gemalin’s
moeder., een gryze en zeer verftandige
vrouw : Zoon, beb ik bet u niet wel ge-
zegt, dat gy beter zoud gedaan hebben,
■ met 11 zelven als een dapper Keizer voor
bet recht, dat u God, uw vader t en alle
de Ryxraaden gegeven • hadden, dood te
vegten, en zoo roemrugtig met de wapenen
in de band-te ßerven, dan als een veragte
fla&ßi gelyk gy r j j ö 7 0 / nu wwvewl Aziünlwt nmiovectne»n doen,
dewyl men u in de val heeft , te leven ?
ziet gy een begin, van ’/ gern ik u wel-uuur-
jfpeld heb, en een*warfpd van 7 verdere,
dat u te. wagten flaat.
De Prins gaf daar op tot antwoord ,dat
hyhet befte noopte, ein'dat het beter gaan
. -Zoude,als zy dacht 3hoewel ’t netzoouit*
~ gevallen is.
o ^ 0j^e.r ®eer andere zaken was hem tot
-Soerabaja in den'vollen raad (zoo my van
eenige heden , die dit zeer wel wiften , cre-
. zege is) beloofd, dat men hem de Ryks-
-aeräaden, beftaande in een Gong, een wit
Badjoe met eenige Aräbifche letters , of
;ipreuken, een kris, een piek (het voor-
naamfte erfgoed van zyn vader) zou laten
behouden, en hem zulks zelfs onder eede
toegezegt j dog wy zullen, aanftonds zien
wat daar op gevolgd is.
S b l ^ wierd dan eindelyk door de Heer
handcld vander Horft (om zyn taalkunde, gclei-
wierd. der der Javaanze Gezanten en Grooten,
dog/-zyn .doodelyke vyand) en door de
.Heer Heirmans, van boord gehaald, en
an zyne -verblyf-plaats in het kafteel voor
cerftgebragc; dogaan vander Horft, daar
na op de groote zaal in ’t kafteel gekomen
zynde, en hem zyn kris afeifchen-
de, zeide hy: Ue» gtvt ik die niet, maar
zal die aan die genen geven, die ieven me
zyn. J
Hrwei- Daar op zou de Heer vander Horft na
EL eimc “ S ^ n zyn.om (zoo myeenHeer
geven. aanzicn uit de mond van een der
Heeren Raaden gezegt heeft) haar Edelheden
daar bericht af te geven, die hem
laft gaven, hem die weder af te vorderen
Hy deed dit, dog de Prins wei-
gerde hec tot driemaal toe. Men liet
m dan met zyn kris op zyde binnen kof
J » É j toen getredenzyn-
, de, en nu voor den Opperlaridvöogd, deA.,i)oi. j Heer van Hoorn, ftaande, nam hy (zoo z7ncycf-
I my d ‘ e vriend al mede uit de mond van ica7a’ °S.
: een der ordiparis Raaden verhaalde) zyri Edeihe-*1
kroon van zyn hoofd,. en lei die met den j en
zyn Ryks-ftaf, en kris aan de voeten van deftige
zyn Edelheid,’t geen de Heeren niet zön-suufpraafci
der beweging, of met droogeoogen, kon-
de aanzien.
Voor al nogtans wierden zy zeer over
deze zyne deftige aanipraak bewogen: Ik
ben y zei hy, de wettige zoon9 en erfge-
na am van den over leden Keizer, Amang-
koeraty myn vader, en alzoo ook een wet-
tig opvolger en vervanger van hem op den
throon myner voorvafleren, de Javßanfche
Keizers.
Dat ben ik, niet alleen door H regt van
myne gebeerte, dat my God gegeven beefl,
maar daar en boven ook door de avil en open-
bare verklaring van mynen gezegenden vader,
maar by hy my in de tegenwoordigbeid
van alle de Ryxraaden, weinig tyds voor
zyn deed, als opvolger in’t Ryk,epenbaar
voorgeßeld enverkortn heeft, gelyk ook die
keure by alle de Ryxraaden goedgekeurä is,
Nu wese ik niet, dat ik.de.E. Maatfchappy
, of U Hoog-Edelheden , oit of
011 ergens in benadeeld, of beledigd beb-,
en derbalven kan ik niet bedenken, wat
de reden zy, dat u Hoog-Edelheden hoeb-
tans my, een wenig erfgenaam, ett eenge-
troum bondgendot, zoo bitter hebben gellte
ven te vervolgen, my van myn kroon, en '
throon te ontzetlen, en die aan eenen, die
daar geenreebt ter wereld toe had, te re-
ven.
Maar, vervolgde hy, wat Zalik daar
verder a f zeggen, dit is voofby, en niet te
berdoen. Ik verz'oek nu maar alleen dat
, volgens uwe beloften, en den in-
boudvandez.en briefvan vergiftnis, waar
voor tk u Hoog-Edeibeden dank Zegge , my
als een Prins van den bloede, myne vrj-
beid, en een landflreke gelieft te geven
die tk als een vry Prins, die niet van den
Keizer, maar van u Edelheden, af.bangt,
befiteren, en van welkers inkomßen ik met
de mynen, als een Prins na myn ftaat Je-
yen mag, belovende dan noit meer op myn
m t* zullen denken, en my daar ingeruk
te boudem gelyk dit ook het verdragis met
de uwen aangegaan, en waarop iktot ben
af gekomen ben.
Als na de Heer vander Horft ditwilde2?“ <h*f-
vertolken,zoo verbood hy hem dat, zeg-pcredcncn
gende, dat hy zyne woorden niet t r o u w E , i „
vertolkte en haar Eddheden maar mislei-te Ä .
de, herhalende die woorden wel twee of
driemaal met een groote moejelykheid ,zoo
dar haar Edelheden we! konden befpeuren
dat’er tuflbhen dien Prins, en dezen Heer’
een bittere haat wezen moeft.
Als hy nu egter zag, dat de Heer van
der Horft, zonder zieh daar aan te kreu-
C c nen,