
8o B E S C H R Y
AS&äoj . weer van daar, quara den z i djto tot Gref-
Ecncpm- iic^ alwaar hy nu een(Compt9ir opricht-
Greff°P te»-en Öirk van Leeuwen als Öpperkoop-
gcrricht.0p' man ge^eg£ heeft, sevens Aarnout'Heins
ajs Onderkpqpman, en Klaas Dirkszoon
,van Hoorn„als Affiftent, met nog vier
mannen, met 18000 Ryxdaaldersj van
waar Warwyk den 6 December na Djo-
. hor verzeilde, en is op Baqtam den 27
JSfoyember iöoy wedergejkomen, alwaar
nog dien zelven avond de Zeevoogd Kor-
nelis Sebaftiaanszoon Ken *t fchip Amfter-
dam met nog ee n veroverde Kraak, St..
Antonio genaamt mede op de Reede
ankerden, vail waar de Zeevoogd War-
wyk den 6 January 1606 met vyf fche-
pen, Hollandia, Dordregt, Amfterdam,
Zeeland^ en Vliffingen (zynde de drie laat-
.ilen eenigen tyd vooruit gezeilt) na ’t Va-
derland vertrokken is.
I Buiten deze zyn nu en dan nog wel.ee-
nige enkele fchepen hier en daar op een
Reede van Java, en vooral og die van
Bantam, gekomen, zonder dat ik vinde, dat
zy op Java, onder ’t heftier van dezen
„Keizer, eenige ontmoeting van belang gehad
hebben.
De wakkere Zeevoogd Steven vander
JHagen.de twefedemaal 1603 den 18 December
meteenylootvan 12 fchepen (waar
by ’er in Juny 1604 nog eenquam) uitge-
loopen, om na Indien te gaan, en in En-
.geland den Zeeyoogd Paulus van Kaafden
by zieh gekregen hebbende, is met hem
den ,31 December 1604 voor Bantam
gekomen, en den 17 dito van daar met
4 e voornaamfte fchepen na de Moluccos
t’zeil gegaan, zonder dat my blykt, dat hy
op Java ergens aan geweeft is. Van deze
yloot zynnu en dan 00k weer fchepen op
Bantam aangekomen,,die van daar verder
de reize elders in ’t land, o f 00kwelna’c
^Vaderland, voortgejet hebben.
, Ik zie dat Paulus van Soldt, Opper-
lcoopman, A0. 1607 den 3 February op
Greflic aangeweeft zynde, op Soerabaja
toen nog een Koning gevonden heefc,die
blint, en groot van vermögen was, en van
wien hy met die -zynen 00k zeer wel ont-
haalt is, onder welken roen Greflic, daar
wy nog een comptoir haddcn, fchyntge-
ftaan te hebben': aangezicn die Opper-
koopman , nevens*t Opperhooft alaaar,
S'. Steven Doeflen, uitdrukkelyk door
dien Vorft (dien’t maar om een gering
gefchenk van kleedjens voor, zyn wyven
te doen was) ontboden is., om aan zyn
Hof te verfchynen. ,
Dc Zeevoogd Kornelis Matelief de
jonge, den 1 2 May ,1605 met een vloot
van elf fchepen uitgezeilt, en in Indien
gekomen zynde, is eindelyk met eenige
fchepen den 31 January 1607 op de Reede
van Bantam verichenen, van waarhy
den 7 February na Jakatra vertrok, daar
V I . N G E : VÄN
hy den u dito quam, en van waar hy» A*lt<
na een minnelyk onthaal by dien Koning*
•na de,. Moluccos vertrokken , en den
a7 November des zelven jaars daar weder
gekomen, en den 28 January 1608 van
daar na *t Vaderland gegaan is, zonder dat
my blykt, dat hem op Java iets verders
ontmoet, o f dat hy daar ergens aan ee-
Weeft £y. ,
De Zeevoogd van Kaarden den 20 A-
pril A°. 1606 met agt ichepen uitgeloo-
pen , en by Mofambique ’er een verloren
hebbende, quam met zyn vloot van ze-
ven fchepen tot Bantam den 9 January
j6q8 , zonder dat hy op Java ergens verder
aangeweeft is.
De Zeevoogd Pieter Willemszoon Ver-
hoeven,den 2zDecember 1607 fflet der-
tien fchepen uitgezeilt, is inet eenigefche-
pen van zyn vloot den iy February 1609
voor Bantam gekomen, en den zy dito
van daar verder na Banda gezeilt, zonder
wy. verder zien, dat onze aangeko-
men Zeevoogden, o f byzondere fchepen,
ergens op Java aangeweeft , o f eenige ontmoeting
gehad hebben.
Wat nu verder de zaken, op ’t Eiland VetH
Java in ’t byzonder voorgevaUen.aangaat.Ä"!
|ik zie dat de Koning van Soerabaja İ. Mohhi
i 601 00k Koning van Paflaroewan, en m«<l.
Joartan, behalven dat toen ßalamboangal
voor eenigen tyd (en waarichynelyk, na dat
onze eerfte Ichepen in January 1597 ’er
ten anker quamen) mede onder hem so*
raakt was.
Ook is.dpze Vorft nog al ¿enige jaren
’er na een magtig Koning op zieh zelven
. gebleven , gelyk hy het land van de Ko-
ningin van Landa, op ’t Eiland Borneo,
yeroverd, en nog lang naderhand ’t opper-
gezag daar behouden heefi:.
Het is echter zeker, dat deze Keizer
Va,?i va ’ nu‘ en ^an een Preuve heeft
willen nemen, om, waar,’t mogelyk do
J«n Vorft te vermeefteren, en aan "zyn
kroon te onderwerpen 5 dog dat wilde toen
nog met gelukken.
De Javanen, weeten vandezenMohhaim.
med veel te verhalen, dat zyn cerfte^öe-
leg geweeft is, om Jakatra te vermeefteren
,' voorgevende, dat die Koning (gelyk
ook uit het vorig verhaal van Pinto 1
at te nemen is) bevorens onder zyn kroon
geftaan had, en van hem aigevalien was.
De hulptroepen, die hy hier toe ge-
bruikte, waren zeer veele zoo uithetOo-
ften, als uit het Weften. Uit het Ooften
verfchenen die van Soerabaja, Sampan
Paflaroewan, Cadiri, Wirafaba, Panna-
raga, en Madion. Uit het Weften quamen
die van Sammedang, lOcker, en
Timban-Antan.
Wat moeite hy toen ook dede, en hoe
fterk hy was, zoo kon hy Jakatra niet
veroveren, en moeft dus onverrigter zake
weer
De Opperhoofden,
•p GrelCc.
Fredcrik
Druif A*.
-1616. m
gezaot na
Mataram.
Oorlog
met dien
Vorft.
G R O O T
8- weer aftrekken, een bewys, hoe vermo-
. gentkte dicr tyd de Koning van Jakatra
geweeft zy.
Kört daar aan ftonden die van Ocker
•tegen hem op, welke hy overwon,bren-
rgende vcelen van hen na Mararam, daar
hy wel 1100 man kriflen liet. ' ~
fli Hy maalcte in die tyd ook met denKo-
, ningen van Soerabaja, en van Tsjeribon,
een verbond, welke beloofden vooitaan
den Keizer van Mataram onderdanig te
zullen zyn j dat men egter niet verder ver-
ftaan moet, dan dat zy als bondgenooten
onder hem, als de noot het vereiiehte , tot
zyn dienft zouden te velde te trekken:
want anders weet ik niet, dat de Princen
van Tsjeribon oit onderdanen van zyn
kroon geweeft, gelyk zy het ook tot nog
toe niet zyn. En ’t zelve blykt van die van
Soerabaja uit het vervolg ook klaar.
A°. 1610 zeide men , dat de Keizer
van Matäram reed^op weg was, öm den
Koning van Soerabaja aan te ta'ften, zoo
dat onze kooplieden op Greflic zeer bang
voor hem, en zyn leger waren; daar eg-
ter in die tyd nog niet veel, zoo ons toe-
fchynt, van gekomen is, alzoo wy in de
volgende jaren daar nog in ruft gebleven
zyn.
W y hebben op dit comptoir A°. 1602
eerft Dirk van Leeuwen, A®. /öoyCom-
poftel,. uit laft van den Zeevoogd Steven
van der Hagen, daar na A°. 1607 Steven
Doeien o f Doenfen, Ao. 1609 in Febr:7
.Pieter Zegerszoon, en. Cornelis vander
Meer (die in Maart des zelven jaars doör
■Adam Klaaszoön van Driel vervangen is) i
tot onze Opperkooplieden, en Hoofden
van den handel gehad, dog Ao.16 16 zie
ik , dat dit comptoir opgebroken was.
Om de vriendfehap van dezen Opper-
vorft in M itaram nu te beter te onderhou-
den, hebben haar Edelheden den Heer
Frederik Druif, van Enkhuizen, als ge-
zant aan zyn Hoogheit; in dit zelve jaar
met groote gefchenken gezonden. Dit is
r(myneswetens) de,eerfte geweeft,die der-
waards van wegen de E. Maatfchappy met
dien eernaam vertrokken is.
'^’ h^enige jaren daar na zyn wy egter met
Y? in oorlog geraakt; want dat
blykt klaar daar uit, dat de Heer Opper-
landvoogd Koen Ao. itf 19 in ’t begin Ja-
para veroverd heeft, dat hy niet gedaan
zou hebben, zoo onsdie Vorft bevorens
geen reden daar toe gegeven had.
Zy beftond hier in: Korten tyd te vo-
ren, Ao. 1618had de Javaanfche Land•
voogd van Japara uit laft van den Soefoe-
noenan onze Logie aldaar laten afloopen,
de goederen der E. Maatfchappy . ontrent
.20000 Ryxdaalders waerdig, geroofd,
arie mannen van ons volk vermoord, drie
er zelve gequetft, en nog zeventien van
v^rd lanc^ewaar(^in gevangen ge-
J A V Mi S'c
Om dit ftuk te wreken, was den 28 A\ rgis,
OÄobcr des zelven jaars\de bevelhebber
•Ädriaan Maartenszoon Blok, byzynetogt
na de Oofterfche geweften, al geiäff, om,
zoo hy kon, op Japara aan te loopen.
Daar op was*hy den 8 November met Jap ara ver>
honderd zeitig man te land-getrcden, nam woci^ ¿«ä
een vaftigheit der fcelve in, ftak de ftad, ff?g A*‘
en tien jonken (van welke hy ’er ook ec- '
nige nam) nevens een grbötc meenigte van
praeu wen, en andere vaartuigen, in brand,
buiten dat daar nog dertig Javanen het le-
ven lieten , daar hy geen een man verloren
had. ~
De Landvoogd van Damafc, dit ver-
ftaan , endaar by veel fchadegeleden hebbende;
zond aanftonds zyn volk na de
fchepen, biedende den onzenzvne vriendfehap
aan, met beloftcn, dat hy ons een
verdrag met den Keizer, en ook verder
verzoigen zou, dat' de Landvoogd van Japara
over ’t afloopen van onze Logie, en
over ’t vermoorden van ons volk, niet al-
leen geftraft; maar dat ons gevangen volk
ook ten eerften ontflagen ,en aan ons weer
overgeleverd zou werden; dog onze fchepen,
na ’t befcheid van den Keizer van
Mataram niet kennende wagten, hadden
hunne reize na de Ooft vervorderd..
Een klaar bewys nogtans; dat de Kei- En dort
zer maar uitftel gezogt heeft, blykt daar dcnQppci-
aan, datvyfonzer fchepen pnder de Heer^"^0^»
Koen den 23 May 1619 voor Jäpara ge- KoenT0
komen, niet goetgevonden zouden heb- i6i9.
ben, :die ftad toen weer aan te taften, uit
re plünderen, en weer te verbranden, in-
| dien daar geen wettige reden (te weten,
’t agterhouden van onze gevangenen_) ge-
| weeft, en zoo die Vorft niet met ons ge-
fpot had, ’t geen de Heer Koen niet ge-
woon was te dulden.
Ondertuflchenfchynd ’er A°. 1620 weer Vrede A-.
vredc tufleheri ons en dien Vorft gemaakt
te zyn, vertmts my uit zekerc befluiten
der Heeren zeventienen, den 14 Oäober f T
idzi na Indien gezonden, komr te bly- '
ken, dat zy, wegens de trotsheidvanden
Koning van Ätsjeh (doorgaans Atsjien ge-
naamd) op zyne veroveringen, niet geraden
vonden denTCeizer van Mataram (die
’t jaar te voren daar al om verzogt hkd)
tegen den Koning van Bantam te hehien ,
het welk zy den 8 September ¡622 Weder Zyne gc-
belaften, willende dat men die twee vor- ^ i,Icn
ften maar in evenwigt tegen malkande-tIi,!iBan'* *
ren houden zou: want hy had Ao. 1620
al voorgegeven, dat de Bantammers van
hem aigevalien waren, en dat hy die daar-
onii*i ^erzoekende onze hulpe daar toe.
wilde beoorlogen.
In dezen tyd was Mohhamrned meefter
van zeer veel Koningryken, en Landvoos-
dyen van Java; dog dat’er nog veel ¿ n ,
ontbrak, zullen wy in ’c leven via zyn
zoon zien. - . 1
L . - i-- Het 1