
i74 E *\T feT
ft. 1405. grenfeftay als hy ria Cathay, en China ging,
om daar te öorlogen, nog 00k te Samai*-
cand, gelyk andre willen, niaar inHin-
doeftan, en in de Stad Cabul; daar hy
ook begraven is op eentyd, wanneer hy
Vöornemens was nög al verder zyne ver-
överingen in dat groot Ryk tot aan den
©ceaan vöort te zetten. Wyvertoorien
hem hier in prent afgebeelt by No. 1.
Vopr zyn doed nam hy ook veel landen
in Hein Afieri, Egypten, en Afly-
iidn in,"' dringende den Perfiaaü hem
als hunnen Heer te erkennen , gelyk wy
bevoren al ten deele vertoond hebben.
Men kan met waarheitvandezeridap-
peren en weergadeloozen Vorft zeggen,
dat hy voor de grocrtfte overwinnaars eri
. helden der aarde nergens ihbehoefd te
wyken, en dat al het grootfe van Alexander
den Grooten en van Julius Cxfary
Vopr Mier Timoers veibazende bedry ven,
en dappere veroveririgen zeer verremoet
wyken , om dat hy in ontrent zeven
. jaaren meer ryken; dan de Romcinenin
een zeer groote reeks vah jaaren, als een
;; blixem, pndegeellel van zyri tyd, zeer
i gelukkig jngenomen heeft.
, . O ok bezat hy zeer veel wezentlyke en
.-:£ f^orftelyke deügden, die in geen van bei-
de deze andre Vörften te vinden waren 5
' een dood vyand vanjlrönkenfchap,
' Zeer voörzichtig-'in alle zyne handelingen,
’\ j ? en gröot liefhebber van de geregtig-
• heit, een belooner van de deugd,enby- I
- zonder godvrugtig j en fchoon hy jeerft
. ccn Heiden was,, is ; egtjxdn^’t
ieinde vap zya leyen, Mohffemi^edaans
. . geworden, waar ran hy met het bou wen
r . van eeriige Möskeen zoo iri'S^arcand,
als eldcrs , een fclaar bewys gegeven
, V ; ' t ' Eeeft.
j | Sjeriefeddien mield bok van zulken heer-
* -J -- lyken Tempel in Samarcand; döor hem
~ -gebouwd, diens - gewelf- inet marmere
jftaaten bedekt Was, eri ’t - welk door
fyöto pilaaren vari uitgehouwche fteenen
onderileurid wierd , ’t geen zekerlyk een
zeer pragtigenuitmuntendgebouwirioet
^ g ew e e ft zyn.
Z yn ^ ^ Hy liet' vier zoonen na,, die Djihadn
¿oonen. G/W;* 4at is., overwinnaar-dran de wereld,
(of ariders ook 'weVPier Mohhammed Dje-
haan Gier genaamd) Sjeicb Hamar, Mi-
roen Sjab y en Mirzab Sjarok, (die ook
I?-'Mel dien Väri SeyedSjarok voerde) genaamd
Mierden. ;
De oudftt? liierf A. ' i ^ j ’by’ zyri Va-
ders leven, twee Zoonen nalatende,
-- ¡Sultban Mohbarfimedt en Pier Mobham-
irted.
Sjeicb Hdmtr i dät zoo veel als den
Eerwaardigen Hamar, iri ’t Perfiäanfch
■fceteekeftd, had hy Stadhoüder in Per-
'fien gemaakt. Dog die wieid in een
Söich, al mede nogny zyn Vaders leven,
gedood.
r s d is k.
1 vMiroen Sjab bezat Iraac, Aderbidan,A- Moÿ.
eri de verdere Landen tot Damafcus toè,
en beftierde de zelve by zyn Vaders leven
als Landvoogd.
Dog ria de dood van zyn Vader volg- Miroen
dé hy hem A. 140^, zoo in ’t Keizer- ^»Kci-
ryk , als in Hindoeikn als tweede groote ndéeroo-
Mogol, gelyk dat klaar uit het voor- teMogoi^
noemde Ryks-Zegel te zién is. André A. 1405. *
egter meenen, dat zyn jongfte Zoon hem
in ’t Kéizerryk, en deze alleen in ’t Mo-
golfçhe Ryk , en als Opper-Vorft vari
lraae, zou gevolgd zynj een gefthil^
dat wy vöbr by gaan-, alzoo het tot oris
öogwit génoeg'is f dat^hy hem in Hin* ,
doeftan gevolgd is.
Hy was de Zöon van een dapperert
Vàder j inaar ondeituflchen, ’t zy bÿ
zyn Vadere leven, ’t zy ria zyn doöd;
in al Zyne ondernemirigen Zeer ongeluk-
kig; fchoon hy aridefs in zich zely^i eeri
moedig Vorft, en ontrent zyn Volk Zagt
en minnelyk.van beftjer was.
Hy hield Indien niet tot zyn verblyf;
maar het Ooftelyk deel vanPerfien, ver-
mits dat onder een Veel gematigderlügt-
ftreek lag, en maakte Herdt hetmiddel-
punt van zyne Staten, tot zyne Hoofd-
plaats, en tot den Setei van zyn R y k ,
te meer, alzoo de Staat der Mogols iii
Indien nog zoo vaft niet was, om zieh
daar neder te zetten , o f Hof téhoùden :
Iwant .fchoon Mier Tîtnoer veel tréfFelykê
yèftfngen in Hindoeftan veroverd ; en
zware fchattingen van alle de Koninkjes
getrokken hadj. moet mente.gelyk
weten, dat fchrik voor zyn on'tzac- WÎszoo
chelyken naärri hen die, zoo lang hy
leefde, gewiliig betaalen dede j dögmet^-- v-.
zyn doodhielddit zoo goed als op,ver-dS! "
nfttS Zy voor zynèn opvolger, Miroen
Sjab) dat ontzag niëthadderi, enhyhad
de gröotfte moeite van' de wereld, om
die vân Cabul en 'Hindoeftan te dwin-:
gen; om die fchatting te betaalen’, ’t
geen ook met eer gefchiede, vopr dat
hy daar jaarlyks met een geweldigLeger
verfchéen, dat hen eenigen tyd in den
band hieldj dog verfcheen Hy daar niet;
zoo wiften zy ook van geen betaalen.
. Ook waren *er onder die Vorftenver-
icheide, die niet even zeer van hem af- ^
hingen , onder welke de Koning van
Çafcar, die de ftoutheit zelfhad, vandc
wapenen tegen fern op .te vatten. :
Het ongeluk, dat Miroen.. SjÆ dik- wéd ge-
'wils bp de hiélen volgde, tröf hem oök vaugeir
hier , zop dat hy, na zekeren veldflagfTir^oor dc“
handen van dezènKbnmg vetVielvd^zoo
edélmôedig was , dat hy hem téri eerften Car. •
weer bp vryé voètën * ftelde ; niet anders
by dezé överwirijiiägf Bègeerendev,/ /dàh
dat hÿ vbortaàn gëéri ïchatting vâh nein
Vorderen Zoride.
Zevenmaal was Miroen Sjab' liégCn dè-
• zen
Waar toè
hycca .
zcergocdcgclcgcnReit
waarneemt.
De blinde Vorft, die hier de fchoon-
fte gelegenheit ter wereld, om zig aan
dien ondankbaren wreedaard te wreekeri,
geboren zag; zey \ dat hy ¡fchoon een gegangen
, echter ook een Koning en nietgenegeniuas
de bevelen van imand, dan allem van Miroen
Sjah, die boven hemwasyte-gehoorzamen
9 en dat hy niei eer y voor hy z e lf ,hem
dat gebood, na V voit fchieten wilde. ^
Mieroen Sjah y die voor geen quaad
vreesde, gebood hein daar op zelf, om
na *t wit te fchieten, waar op die blinde
Vorft den pyl, die hy op zyn boög
had, op ’t bloot g e l u i d v a n Sjah's
ftem,
G R O Ö T E
A. 1405., zen.Koning ; die hem zoo edclmoedig
gchandeld had , ongelukkig geweeft,
zockende door allerlei liftige wegen hem
onder zyn geweld te krygen.
Dichs . Dat hem eindelyk gelukte j doe hy be-
tdelmoe- afltwoordde geenzins de edelmoedigheit,
digheit by jjpm bevörens door die Vorft bewezen }
wreetheit ja ^ct waS zoö verrc van daar , dat hy ,
beant- hem niet alleen gevangen hield , maar
woord. ook de oogen dede uitgraven.
Deze daad, die men niet alleen den naam
van een groote ondänkbaarheit, maar
ook van een weergadelooze wreetheit
eeven moet, verbitterde dezen blinden
Vorft zöodanig, dat hy van die tyd af
/, v voornam, hem dit, al was ’t ook met
• Verlies van zyn leven; dcwyl hy dat dog
inoede was, betaald te zetten; en zieh
daar over tot genoegen te wreeken.
Hy kreeg daar toe een göedegelegen-
. heit aan de hand. Dewyl de Tartaaren
M O G O L S ; i f ?
zeer goede boogfehutters zyri, zyn zy A, 1408»
gewöon zieh dagelyks, met na zeker wit
te fchieten, te oefreneri.
Miroen Sjah had den naam van daar
in boven alle andren uit te fteken; maar
vernemende,dat deze blinde Koning van
Caicar den beften ichutter; zelf in zyn
blindheit,niet behoefde te wyken; en;
het wit zoo net, als imand wift te treffen,
kon Miroen Sjah ; jaloerS; dat
iriiand, en veel meer een blinde boven
hem uitfteken zou, dit op een zeggen
niet aannemen; maar betuigdedathybe-
geerig was dit zelf te zien.
Dierhalven deed hy dien Koning in
Zyne tegenwoordigheit brengen, en in
Het iriidden van een plein, daar zeker
wit gefteld was, plaatfen, en boog en py-
len geven, hem döor cerivan zyneOffi^
ciers bevclende na het voörgefteld wit te
fchieten.