
m
fggl
i n
■Ir1
A*.i«8s. „ io greinenßtblimait, en gaven dat een
Ranga Ca--^ hond in , die in’t kort daar aan berftfe.
s gy jjäaj. 0p Ranga Cafoema tegens den Ka-
oro^otia- jw pitein Luitenant Greving zeide, Toe-'
pari tc ver-,fwang (of Heere} geeft my daar van wat
geven^ g mede. Waar op de Kapitein Luitenanc
,, voornoerat’; vraagde,//^/ wildgy daar
„ mede. doen? Etat zal ik, zeide h y , Soe-
„ rapati Pavond ingeven, omhem zoo van
■v | „ ¿¿«Z // krygen, ?« z«/ 8 || boofd daar
• „ iw# t'avond binnen in de pagger breiigen,
»;blyft maar op de been. Daar opwy hem
« in plaatze van io greinen, wel iz ga-
„ ven ; waar na Ranga Cafoema wegging
„ na zyn huis, en wy bleven op' ’t zeg-
„ gen by na de ganfehe nagt by malkan-
„ deren zitten; maar daar quam nietvan.
"■ „ W y laten daar op des anderen daags
„ Ranga Cafoema roepen, en vraagden:
Dat op bc-„. Hoe is dat zoo, dat het zyn voortgang
droguit- M tuet heeft genomen? Daar op Ranga Ca-
komt. ^ foema zeide: Ik beb bet bem ingegeven A
„ maar by kugte maar een weinig, en zei-
„ de tegens my: Porot ada iak.it toewan,
„ (dat is, myn Heer, mynbuik doetmy
„ zeer, ö f ik heb buik-pyn) en ging zoo
na huis, Zoo dat ik geloove, dat by too-
„ veren kan. Waar op de Kapitein-Lui-
„ tenant Greving zoo hevig begon uit te
,, vallen, zeggende: Dat liegt gy als een
ft fchelm s zoo gy bem dat bebt ingegeven,
ft dat hebt gy wel gezien aan de bond, dat
nogtans zoo een fterk beeft is\ en is'er
„ dadelyk aangeßorven. Waar op Ranga
„ Cafoema dadelyk zyn affcheid nam, en
„ ging half fchreyenae ten huize uit, en
„ is zoo by dat fchelms verraad gebleyen,
„ daar de moord opgevolgd is.
„ Ten zesden, de Heer Gezant komen-
ft de in zyn aantogt tot op Tinker, en zoo
„ voort tot aan de poort van Cartafoera di
„ Ningraf, genaamd Madiflano, daar de
„ Heer Gezant liet weten,dat hy zoo wyd
„ genaderd was, door een letterken, met
„ rood kryt van zyn eigen hand gefchre-
„ ven, aan den Kapitein-Luitcnant Gre-
ft ving, daar in begrepen ftond, dat zyn
„ Hoog Ed: niet boven zoude komen,
„ voor en al eer datSoerapati hem wasge-
„ leverd, 't zy levendig of dood; waar
„ op wy gezamentlyk na den Dalam gin-
s> gingen, ora den Soefoeho,enan dat te
s? zeggen*, waar op den Soefoehoenan da-
delyk Paingcrang Tsjakra di Ningrat,
t, ca den Balizen Paap Warilnata, liet
„ roepen, en belaftte hem, zieh-met zyn
. ft volk dadelyk klaar te houden, en zieh
ontrent de Pagar van Soerapati met
, , izooo Javanen, enzyn Madureezen,te
„ gaan ftellen , tot nader ordre, gelyk
„ kort daar na gefchiedde, ontrent ’s mor-
„ gen9 ten 7 uuren.
,, Ten zevenden, wierden hier op de
„ 3 Hoofd-Baliers by den Soefoehoenan A*.!«*.
„ geroepen, namentlyk M'anka Joeda, Dc Soe-
„ Wangfanata, en Singobaro, die alle drie ^ ^ enan
„ door den Soefoehoenan wierden gezon- rapaVi^’
den, en gelaft, om den Pangerang Tsja- wapenen*
kra di JSIingrat aan te zeggen, om Soe- n«r te
„ rapati zyn wappnen, neer te doen leggen leSSen-
„ voor de E. Maatfchappy; waar opSoe-
„ rapati had geantwuord: Alsde HeerTak
» boven was, dan zoude byzien, wat by
doen zoude j maar eer niet waarop de-
„ ze drie Hoofd-Baliers v’eder met dat be-
„ rieht na den Soefoehoenan zyn gereden,
,, om zulks bekent temaken, waar op den
,, Soefoehoenan haar wederom zeide: Zoo
„ gaat dan been, en zegt den Pangerang,
„ dat by de wapetien voor hem dan zoude
ft neer leggen, daar op Soerapati zeide: Dit D‘c <k«
„ legt op een quade tnoer, gaat zegt den j^ n zw
„ Soefoehoenan, dat ik niet zeer genegen
„ ben, om de v/apenen neer te leggen. Waar
j, op wederom de drie Hoofd-Baliers na
„ den Dal am zyn gereden met her bericht,
„ om aan den Soefoehoenan dat over te
„ geven ; waar op ondertuflghen de-Heer
Gezant begon op te trekken, en aan te
naderen, zoo zeide de Soefoehoenan tegens
dezedrie Hoofd-Baliers: Gaat enLaftdes
zegt tegens de Pangerang, dat Seerapa-.Soefoelwe-
ti met zyn byhebbende Baliers met bem s^a^ati
zal optrekken onder fcbynvan de E. Heer oerafau
uak in te baalen, en zoo door dat mid«
del hem kapot te maken, en de ver dere
in de Pagar zal ik met deze 40000 man
wel kapot maken; waar op de drie Hoofd-
Baliers wederom voorbyons reden,zeggende
: Toewan, het zal zoo wezen, en
reden al weder voort , om het bericht
aan den Pangerang te brengen, gelyk
den Pangerang 00k dede aan Soerapati.
Daar op Soerapati begon uit te varen,
en zeide: IVel is dit om genade, en ver* Om de
giffenis by de E. Heer Tak te verwerven, ^ecr
zegt tegens den Soefoehoenan, dat ik dat “ ,rcrmoor‘
niet wil doen, maar zoo den Soefoehoenan
zelver belief de mede te gaan, dat ky dan
bereidwas om mede te gaan yalzoo by my
voor zyn lyfwagt, beeft aangenomen, en
ik 00k niet zonder bem ga\ maar ik zie
wel, dat den Soefoebtienan met my niet
veel goeds in ’t zin beeft, maar by mag
hem wel bewaren,en kan verzekerdzytt,
zoo lang daar een van ons in het leven
blyft ,dat ikmbem in den Dalamzalaan-
doeu, want ik met de E. Maatfcbappy
niet te doen bebbe, daar heb ik al zwa~
righeit genoeg mede uit ge ft aan. Waarop Die dat
de drie Hoofden wederom met dat be-nict wi**
rieht voorby ons reden na den Soefoe- v<arfd^Ta-I>
hoenan ,waar op den Soefoehoenan wel vanen aan-
ltrengelyk belafte aan de Pangerang getaft
aan te zeggen, van hem Soerapati aan-werd*
ftonds kapot te maken, zonder uitftel;
waar op den Pangerang zyn affcheid van
Soerapati nam, en zeide: Zoo aanßonds
Dog alles
was beite-
ken werk.
. ,, moet ik u door ordre van den Soefoehoe-
„ nan aantaften. Waar op Soerapati met
,, een goede moed zeide, Dat kondgy wel
„ doen, maar den Soefoehoenan mag bem
„ wel bewaren. En ging zoo de Pange;
„ rang na buiten de Pagar, alwaar hyen
„ al zyn volk, met iemetgeweer tegens
„ de Pagar trok, met al zyne Badjöerän*
„ tes, ontrent 70 in ’t getal, en zette al de
„ Javanen daar buiten om, tot izooo man;
„ waar oj> Soerapati zig met zyn volk van
„ binnen in de Pagar klaar zette. Daar
„ na gaf den Pangeiang laft aan alle zyn
„ fchietgeweeren gelyk vuur door de Pa-
,, gar te geveh, waar van’er 8 in de Pa-
„ gar dood bleven leggen. Hier optrad
„•Soerapati met zyn volk dadelyk toe, viel
„ uit de poorten, en maakten met dezy-
„ nen daar zoo een verwerring onder, dat
,, daar 36 zoo dooden als gequetften hle-
„ ven leggen,. en alle de Javanen gingen
„ loopen, zoo dat Soerapati in ’truime
„ veld quam, en trok zoo de negerye om,
„ om dus zyn woord tehouden, om den
Dalam aan tc doen,'daar op ondertuf-
„ fchen de E. Heer Takquam optrekken,
„ tot aan de Kaimans-kuil toe, over. de
„ brug,daar den Kapitein-LuitenantGre-
3> v*ng by zyn E. quam, die vraagde:
„ JVel wat is hier voor een rumoer ? daar
„ op den Kapitein-Luitenant Grevjng zyn
„ E. onder het voorttrekke^, alles ver-
” yoqr. onze, Pägrr, aldaarzyn
,, E. halte hield, waar op de, twee andere
■ft vaandels benevens malkanderen wierden
»» gefteld, zeggende zyn E. tegens Pari
„ Rawang: fVyft my de weg, waar is de
„ vyand, en trok zoo op, om de vyand
Den Soc- „ op te zoeken. Waar op een Tavaan
>. komt loopen by Pari Rawang en sioet
■ rv*rir-nf a m A n r 1 m . .
>1 f ih n boven kamen, om my by de kop te tue.
„ vatten,, en my zoo tot firne te maken.
„ Alle welke ingeving niet anders gelchied i»geven
,) iS, als door den fchelmzen Ranga Ca- van zyn
„ foema, alzoo zyn gedagren anders niet 5-yk!br
„ en waren, als dat hem de (lag op't ]yf
„ zou vallen, vermits. hy aan r£ Soefoe.
„ hoenan zyn kop had te pand gefteld,
„ om Soerapati in-handen van de E. Maat-
„ fchappy, ’r zy levendig of dood.te 1&
„ vercn, waar op den Soefoehoenan de '
„ voorfz. Baliers in handen van Ranga Ca-
„ foema heeft overgegeven, endaczedaar
» a” e by hem zouden woonen, otn des
„ te beter wagt daar over re können hou-
„ den, en op zyn gedoente te letten.
Uie dit gefchrift blykt al vry klaar, dat
den Soefoehoenan belloten had de Heer
Tak om den hals te brengen; dpg hetzal
nog klaarder uit liec völgende blyken.
K e t Bericht van de
‘Eolk, die de zaak van
de Heer Taks optogtbe-
handelt, en bygewoont
beeft.
X : I - •
vlugt me-
de. „ bericht aan de Heer Gezant Tak, als
„ dat den Soefoehoenan al uit den Dalam
„ was vertrokken, zoo het zeggen was,
„ om Soerapati in ’t gemoed te trekken ’
„ en hem te vermeefteren, waar op de
» > van Vliet, en vander Meer
m by hem riep, en tegens hen zeide j dat
„ ky dadelyk nä den Soefoehoenan ryden,
3, en hem uit zynen naam zouden aanzeg-
„ gen, van zieh wederom na den Dalam
Doakcert % te,beSeven, alzoo ’er te veel aan hem
weder. ” 8e §e.n was, waar op den Soefoehoe-
„ nan uit de Gompang wederkeerde na
„ den Dalam. c
Zyncver
keerde j
dagtenvj
de Heer
Taks
komft.
„ Maar >t wäre te wenfehen geweelt,
c- „ dat zy hem in zyn voornemen niet had-
11 » “ e geftcurt, alzoozyn heel voornemen
„ door die gevernsde bangheit, niet an-
„ ders is geweeft, als om zieh met 'Soe-
» rapati op het pad te begeven, na Solo,
” w” »?0 Y.°°rts’ om u'c fanden van de
,,. E-Maatfchappy te ontylugten , vermits
I H i i “ nKt änders was> als de
,, Heer Tak zal maar in zoo een zoeten
P r iL U T r .1Q9 naar de v,ugt »an den
Profeet Mohhammed (over wien desenaen
" cde G°ds zy) in het jaar z a f den
14 van-de maandMohharram, donderdae
naardenuddag, is de Heer Commiflirfs
hranjois Tak uit de vaftigheid vanTsie-
r getrokken, en heeft zieh begeven
op een Gonting (of vaanuig) Dalili se-
naamd, varende daar mede na Samararig,
alwaar, na twee dagen op zee te wezen, ge*
arriveertis* °
lr .
De Heer CommilTaris Francois Tak is
op Samarang gebleven, wagttnde aldaar
at.de algezondene van den Soefoehoenan,
die van Garta Soera dt Ningrat ftondenaf
te komen, om de Heer CommilTaris te
ontfangen, waar mede 3y dagen doorse-
Iopen zyn wezende de afgezonden van
den Soefoehoenan met des aelfc brief niet
voor na 37 dagen op Samarang verfohei
n . i v . v .
De afgezondene van den Soefoehoenan.
om de Heer CommilTaris te ontfangen,
. waren,eerftelyk, Radin AriaSindoeRa-
dja ,en Radin Marta Wangfo Paianara-
ga, Kadin Soeranata tot Damak, en Te-
manggong Mangononan, vier gfoote Hee-
ren die de laft van den Soefoehoenan aan
de Hrcr Commißäris afbragten, veizeld
1 met