
198 L E V "E
'litffi ln dcze Ijcdicning is hy A v 1644, als
Gezant van de E. Maatfehappy na Goa
afgevaardigd, om te zien, of hy met den
Onderkoning, den Grave d’Aveiras, der
vrede zou können treffen, gelyk hy dit
zeer gelukkig*. en byzprjdec- -voordeelig
>? voor ons gedaiin heeft.
In ffit zelve jaar heeft hy als voorzitter
in \ Gericht.'over de verföeje! y kezaak vän
de Heer Juftus Schoutenextraordinaris
Raad van Indien,. die over Sodomie ge-
ftraft wierd, gezeten. Ik hebt» verfchei-
de befluitert, daar over by haar Edelheden
genörnen, gelyk 00k het vonnis oh
der my, dog heb beft gekeürt, om die
zonde te bedekken, daar af niets te berde
te brengen.
Ao. 1646 ging hy als Landvoogd na Cei-
Ion, daar hy tot A°. 16 jo bleef, gelyk
wy onder die ftoffe zullen aanhaalen.
Pas na zyne komft op Batavia, als hy
algemcen Beftierder van den handel, of
tweede van Indien, by het vertrek der
Hqeren vander L yn , en Caron, geworden
was, gaf hy den 18 January 16y 1 een
Zeer heerlyk Advys wegensdeNederland-
ze Colonie, ofte een volkplanting van
Holländers in Indien, het gene wy , uit
vreeze van te langdradig te zullen zyn,
beft keuren hier ult te hoüden.
Hy bleef Direfteur Generaal tot den
18 May ro f f? wanneer hy, in plaats van
den overleden Heer Karel Reinierszoon,
twaalfdeOpperlandvoogd vanlndien wierd
Hy was toerieen Heer van 47jaren,en
is de grootfte en wyfteOppergebieder van
Indien geweeft, die de Nederlandiche
Maatfehappy oit heeft gehad, gelyk ’er
00k geen voor o f na hem 9/ zoo lang, als
zyn Ed. ,geregeerd heeft.
Onder zyn opperbeftier is Ceilon voor
het grootfte gedeelte, mitsgaders de kuft
van Malabar, en Macaflar, veroverd.
Hy is het 00k geweeft, die van alle de
Vorige Placcaten, op de gronden , by de
Heer van Diemen gelegt, niet alleen een
ordentelyk Placcaat-boek, maar uit de zelve
een t’zamentrekzel gemaakt, en daar
uit de Statuten van Batavia, dat heerlyk
werk, en het cenig Recht-boek van Indien,
waar na de Gerichts-zaken alomme
in ’t gebied der E. Maatfehappy uitgewe-
zen werden , opgefteld, en tot zyn tyd toe,
voltoit heeft; een werk, datwy medebe*-'
zitten, nevens de placcaten van Batavia,
al zeer na tot onzen tyd toe.
Hy is het 00k geweeft, door wieriuit-
gevonden, en ingevoerd is, om aan de
dienaaren der E. Maatfehappy, in plaats
"N - S M E E
| yan honderd,,, maar vy f en zeventig gul- A*.
-den,te betaalen, zbnder die lieden toen
daar by te kort te doen, om dat men hen
toen:in Bankdaalders, en Spaanfche matten
(of ftukken van agten) die zy en 30
ten 100 opgelddeden, betaalde; dog dat
verfchild zfeer veel by debetalihg, diemen
jegenwoordig aan de dienaaren doet, aan
welke men, by vöorbeeld, nu rpo guld.
ter maand belooff, höewel men hen niet
meer als 75:, in een foort van- gcld, dat
geen opgeld ter wercld doet, -betaalt>dat
tot een merkelyk nadeel der zelve, en een
wyze van betaling is , die wel hier uitge-
fproten, dog, met’er tyd van een anderen
aard geworden zynde, nu 00kanders,dat
is Z09,als men de menfehen nuaanneemt,
en volgens die belofte behoorde betaalt te
werden.
Ik heb wel hooren zeggen,datdit.mid-
del, eerft door de Heer Maatzuiker uitge-
vonden, ter plaatze daar ’t behoordp(te wer
ten by. haar Hoog Mog:) goedgekeurt.is,
om dat daar by niemand verkort wierd
maar kan niet begrypen, hoe met de bil-
lykheid ovcrcenkomt, en wat regt men in
Indien daar toe heeft, om de dienaaren z y *
ten 100, daar in ’t land zynde, aftetrek-
ken, en dan nog tegen hun wil half geld
en half goed (daar zy zekerlyknogopver-
liezen,' en tegen hun eed aan, medehan-
del dryven moeten)te geven, ...
DezeHeer Maatzuiker was een lopzeen
doortrapte vos, waar van hyal vefßheide
zeldzame voorbeelden gegeven heeft. | ,
Zommige willen (niet zonder grondj dat
hy een Jefuiet geweeft zy. Immersik heb
eenige byzondere redenen, om dit te ge-
looven, behalven dap yerfcheide van zyne
zeer'rabeftaande bloedverwanten, waar
van een zufter ,die klop was , nogonlangs
leefde,van ’t RoomCch geloove zyn. Zer
ker Heer in Indien heeft menigmaal tegen
zyne huisvrouw gezegt, dat hy^ noch
Roomsgezint, dezen Heer Maatzuiker.,
en zyn broeder als Jefiiiten geltend had ,
welke Juffer my dat zelf wederom ver-
haalt Heeft.
. Hy was nog niet lang Opperlandvoogd
geweeft, wanneer Ao. 16y4 de Heer Gérard
Hulft, een zeer wakker Amfterdams
Heer , als algemeen Beftierder van den handel
vanjndien uitgezandep wierd, om de
bakens-der- Regeerihg fe Batavia (zoo
men voorgaf) niet weinig te verzetten.
Op het vertrek yan zyn Ed. vindlk in
Vondels Liérdichten , fol. 4.07 , dit vol-
gende:
A«. 1¿54»
O P P E R - t A N D V O O G D E N . 29p
O P H E T V E R T R E K
V A N D E N ED. H E E R E
G E E R A A R D H Í J L F T ¿
D I R E C T E U R G E N E R A A L IN D E O O S T - IN D IE N . .
Ha tibi erunt artes:
Mjinhafte H U L F T , een ieder vjord
( Beßrafme, Indien ik mis)
Een geefi van boven ingeßort,
Die naauw verzetbaar is.
Elk heeft zyn trek en tegenheid9
'Tot dit, van dit en dat.
Wie breideld de es genegenheid,
Dat z.y niet uit enfpat,
En uitberft, d'eene of d?andre tyd ? x
Men onderdrukt ze vjel
EenpOos, maargeenzins zonder ßryd ,•
En inner ly kgequel. .
Natuurwet -wankeId niet zoo liebt,
Hoe hard zy word gefchokt.
Zy zet zieh febrap, en fluit zieh dicht,
Enftaat gelyk verßokt.
Lykurgus, die -wel eer tot nut
Vm Lacedemonfchreefy
Door 1wet, die Staat en tledenßut ,-
Dees nutte waarheidfteef.
Wanneer dejonkbeid aan depoort
Vin hären leidsman quam,
Hy uit den aard van elks geboor?
Een zeker teekenn am.
De vrye keur haar vryheid hiel
In*t kiez.en onder veel,
Een oeffentuig, daar ’/ oog op viel.
Natuurgafelkzyndeel.
Men greep, als in een oorlogs-buit,
Deesfnel, en die bedaard,
Een ring, een pen, een vyl, een luit,
Een boek, een beeid, eenz-waard:
En op bet geen een ieder greep,
Gedreven door zyn lot,
De kiezer dan zyn zinnen ileep,
Gelyk een ampt, vanGod
En vrou-w Natuur hem opgeleit.
Wie hier aan t-wyffelßaat,
Die baale op Jakatra befebeid,
Byu, den eerft en Raad 9
Van ons Ooß-Indiaanfib gebied,
Enfcheppe een blyk uit u,
Die ruimmoeft-weiden t anders niet.
Dies viel ons ruim en nieu-w Stadhuis j
XJ-w ruimen geeß te kleen.
Het zitten op ons -wapenkrüis,
. Uongemaklykfcheen.
Dat dreefu naar het zee-geveebty
Een zorgelyke kans,
Daar */ Britfcb en Hollands-water-reebt
Elkandren om den kr ans
In ’/ zee-perk floegen, ende brand
Den Oceaan ontfiak,
De lontßok, in u-w rechte band
Kartou-wen, krakopkrak,
Aan baaren bolp, enftaal en febroot,
En ketens van met aal t
Ten heften gaf dan *s vyands vloot,
En zynen Amiraal:
Gy ftrekte, /»’/ midden van U gefcbreeww,
Een kiaau-w aan Hollands Waterleeu-m,
Geverft in Engelfcb bloed.
Nu dreefde zelve -waterzuebt,
Ter-werelduity in ruimer lucht,
Zoo -wyd men zeilen kon.
De hoop van Ridder Maaruveen ,
En onzen Vry-Heer Graaft
Verzekerdons, d a t g y ’ tg em e e n ,
Zült voorßaan y ruim zoo braaf,
Als oit een Amfterdammer zoon
Zieh in het Ooften droeg.
t)e deugt begeert geen ryker kroon:
Deze is haar eer genoeg.
M D C L V .
Dus vind ik fol. yy7 dit op Zyn Edelheids
af beelding :