
4 yq ^ B A T A
Z y awocfcn en verklaardenmede, dat
ze niet zoo zter tragten na hun eigen ver-
loffing , als wel na de behoudenis van die
vac het kafteel; dog *t welk zy vaft ftel-
1 Ä' f ^en» dat tot de wederkomfte van de Heer
Gouverneur Generaal niet zou können
werden ingehouden, en daarom meenden
ze, dat het voor ons veel vöördeeliger en
beter zou wezen, daar van een vry willigen,
als een gedwongeri afftand tedoen,
igebruikende in hunne gemelte drie bricf-
jes (waar van het bovenftaande wel de
voornaämfte -zin en meening is) zoo veel
Vreemde beweegredenen, om die van V
-kafteel tot de ovcrgavete dwingen, en
«gemelte hun gevoelen tedoen toeftemmen,
- dat men met den Kapitein Jan van Gor-
-cum wel gedagten zoude krygen, o f ze
'Zieh met den Koning van Bantam niet wat
te ver hadden ingeläten, en ten ininften,
ö f ze welzouden können ontgaan den naam
van des zelfs voorfpraken eeweeft te zyn.
De onzen tot Jakatra,'die zomtyds de
moed nog niet geheel verloren gaven, en
■de zelve dan eens weder wat te veel lieten
zakken, waren met malkanderen nog niet
overeen gekomen, wat ze die van Bantam
op hun voornoemdeaandringendeinfinua-
tie-briefjes zouden antwoorden; als wan-
neer van daar weder by henin *t kafteel
quamen te verfchynen de meer gemelte
Dire&eur Henrik Janszoon, en de Koop-
man Abraham van U fielen, benevens nog I
eenen Theodorus Jemming, mede bren-
gende een briefje van den Koning, o f re-
geerende Pangerang, het welk bevonden
wierd, te zyn van den navolgenden in-
houd. ■ •••• • |
Ik Pangerang Aria Rana de
Manggala, wenfebe u Räuden
in *t Fort Jakatra een
lang leven, Amen.
„ TTOIgens uw verzoek zende hierne-
„ V vens den vriend Henrik Janszoon ,
„ om ü myne meeninge duidelyk te ver-
3, ftaan te geven, gelyk ik ook alle uwe
3, mifliven wel verftaan hebbe, ’t gene u
,3 my toelegt, als ’t quart van de goede-
n ren, en de helft van ’t gefchut, is my
-3, aangenaam; en fta ook toe alle uwe ar-
n3, tikelen, my voorgenoemd} dog’t ver-
3» zoek van den brief van vrygeleide der
„ Engelzen , daar toe kan ik , dieeen Kort
ningben, ganfeh niet befluiten,omre-
„ denen, die devrienden wel zullencon-
3,- fidereren. Ik verfta ook uitu mifliven,
„ dat wel gezind zyt met my in verbond
3, te treden, en in vriendfehap te hande-
„ len. Zulx zoo zynde, laat het nu bly-
Dc onzen j» ken- Ik geve u als nu veor de laatfte
in hun „ maal, -van twee punten een te verkie-
v« 1 2£a’ te wetcn> ’teerfte, dat gy met't
wct’tYollc.» volle geweer uit de Godong zult ver- ■
V i : a ’s
trek-ken, en dezdre verlatenj’fzy om geweer ult
in de jonken te embarqueren, of tnet "ct Fo« te
kleene praauwen herwaards 1 , ... , ... a,a n te <ko- nuae kB£aennt,acmn men, naar t u believen zal. ,. oyer tcka.
„ *t Ander ,-indien niet gerefolveert zyt men.,
u in zee te begeven, maar in d.e Gor Of daar
dong wilt blyven ,dat gy zult gedQgeq,^|nncn t#
dat de bol werken -afgebroken, en \ha mitvsCj a’t dc
grof gefchut met de fteenftuldcen ¡hier bol werken
gebragt zullen werdenblyvende a|? afgebroken
ieenl.yk met de musquetten en jzydge- wicr^en*
weeren daar binnen'. ~£n iodien gytot
geen van beide deze punten kond verftaan,
bemerk ik zelterlyk , daegyn ei-i
gen zelven zoekt te bedeiegeu., en tny
te verraden.: want ik ralrede den ICo-
ning van jakatra rnyn tnaagfehap ver-
;worpen, en any vyand van de. Engelzen
gemaakt heb, endit al, ora uwent
wil, 7t welk u zal gelieven te oveeden-
ken. Myn vermoeden is, indienngeen
van beide na wilt ikomen, dat nier>ge-
relolveert zy t in Bantam langer tenego-
tieren, waar na my ook reguleereu zal.
Hier mede wenfehe u dis voren,, geliik
en vooripoed. Tot Bäntam inmynHolf,
dezen 22 February 1619.
Was getekent
Pangerang
ARIA RANAdi MANGGALÄ.
Deze brief des Konings, eeniger maten Daar «J©
verfchillende, van ltgene zoo kort bevo-on7cn gcen
rens zynent wegen doorde onzengefchre- vafl,beiluit
ven was, veroorzaakte weder geheel ande- ngmc°tinea
re gedagten , dag ce bot tegen yaadlkande-
ren aahloopendqzoodabze niet wel konden
overeen gebragt worden. De gene diede
meefte moed hadden, mitsgaders ihet.kafteel
wilden inhouden, waren iweLhermin-
fte getal in den Raad; dog daar en tegen
weder gefccundeerd van het gemeene vötk,
de welkeinsgelyx met een inbeelding., van
daar in mede wat te zeggen te'hebben,op
hun manier waren by eengekomen en vor-
gaderd geweeft, en hoewel ©p,de gedaa-
ne voorftellen van den Koning o f Bange-
rang Aria Rana di Manggala, nogookop
het voernoemt fchryven -van .de onzen; tot
Bantam, geen vaft bell uit genomen was,
wierd «venwel voor af goedgevonden ,dat
gemelte Henrik Janszoon , Abraham van
Uffelen, en Theodorus Jemming, ¿^Isait
zieh zelyen de Bantamze vrienden byfeeri
brie% zou laten weten;fgelyk ook opdon
^7 »February ldrqgdcbiede) hoe zysdie
van \ kafteel tot Jakatra hadden bewanden
gemch'neerd, ofte geintentioneerd re zyn,
namentlyk, dat het gemeen g^eupel ijr?c
mmfte tot geen overgewing wilden: verftaan
, zonder dat hun aLvorens een vr.ygc-
lei-brief van de Engelzen wierde ver-
toont.
Dan
Dan dat ze gezamentlyk hadden be-
looft, met de gemelte Engelzengeen ver-
• bond te zullen aangaao, buiten voorwe-
ten van denKoqing van Bantam, aan den
welken zy ook wel wilden, beloven en
2weeren, het kafteel in handen te zullen
, leveren, zoo haaft de Gouverneur Gene-
raal Koen, o f eenige van onze fchepen,
aldaar zouden wezen gearriveert,en dat de
. Koning voor zyne gedane onkoftenen be-
. wezen goedhertigheid, ook wel zou bq-
loont worden, fe
Dat zy , namejyk de ichryvers van de-
2en brief, Henrik Janszpon, van Üffelen,
en Jemming, nog tot Jakatra gebleven waren,
alleen om hun met malkanderen te
beraden, over het te geven antwoord op
-den brief van den Koning, omtrent wien
i2y verzogten dat hun excufe , dien aan-
g^nde, raogte worden gedaan,onderbe-
lofte van ten ipoedigften weder na Bantam
v te zullen vertrekken.
De Engelzen zieh, na alle gedagten J
¿ebbende ingebeeld met hun ftil leggen tgr:
Reede voor Jakatra veel te zullen verzui-
men, en dat hun onderwylen wei eenige
onzer aankomende fchepen mogten komen
§ .ontfnappen,■ waren met hun vlopt wat
Weft waart aangezeilt, als wanneer pp den
De Jagten 2 en 4 Maart van Jambi en Andrasiri, ter
Tl « k o - , ccde voor hct kafteeI tot J^atra ten an-
men op f er quamen onze jagten Delfen de Iyger,
T ,‘ ‘ het eerfte geladen met 80, en het ander
.met jölaften peper, dog Delf zoodanig
gefteld, dat.het aan de wal gehaalt enge-
flpopt zoude moetep worden, na dat. al-
voorens zoo veel van de lading, als anders,
in ’t kafteel geborgen zoude wezen,
v - ^ ^ aIs eenigzins doenlyk was. DeTygernoe
rn S o n ^ 46.1^,- f e i » zynde> wierd terftond
— j . uit het kaiteel afgevaardigt (of hetnogein-
delyk eens op een overgeven mogte aan-
komen) mpt 17 kjftjes Japans fchuitzilyer,
i z bondeltjes met diamanten , 4 potten en
4 pakjes drakenbloed, en.zoo vertrok de
zelve al met een vaart na Ambon, mede |
nemende een briefje aan den HeerGouver- '
m en o p
Jakaira’s
Reede.
. Waat af
■voortge-'
zoadeu.
- - — *
neurGeneraal Jan Pieterszoon Köen, waar Met fchry-
m maar kortelyk (alzoo het de tyd nietvcns a*n de
anders wilde toelaten) wierd aangehaald ^ccr f*e~
het voornaamfte, dat zedert zy.n Ed. ver- Koen we-
trek en vlugcinge (zpo wierd het by die gens de
van ’c kafteel tot Jakatra gehoemt) was todtand
yoorgevallen. Zy maakten daar by öokder zakco*
bekend, hoe dat ze nu op het laatfte geen
andere uitkomft ziende, genoodzaakt waren
geworden te befluiten,, tot de överge-
ving van het kafteel aan den Koning van
Bantam, onder zoodanige artikelen, of con-
ditien, als zy opgefteld, en aan hem over-
gezonden hadden; dog die hy hun,nahet
zieh Ijet aanzien, niet zou willen inwilli-
gen,..cn zonder de welke zy ook vaft ge-
fteld hadden, daar van geen afftand te zullen
doen; maar liever van twee quaden,
die ze te gemoet zagen, ‘ en bezwaarlyk
icheenen te zullen können ontwyken; het
befte te kiezenj namelykde dood, al veg-
tende, voor een ellendige en langduurige
gevangenis, met diebyvoeging, datzenu
hun eenige hoope, naaft God, moeften
ftellen op een fpoedig ontzet, ’t welk, in-
dien .de afzending, en het gewinnen van
de reize doenlyk waar tegens de Moeflön,
zy vertrouden dat ’t zelve nog zou können
wezeq het behoud van hun, en van
het voor de E. Maatlchappy zoo wel be-
grepen koftelyk kafteel..
a • d^ vloot, beftaan hebbende
in 19 fchepen (daar onder 5 jachten )
fchreven ze dat hog iy in de Straat Sun-
da bleven kruiflen , o f heen en weder
zwerven, en dat zyn Ed. zieh wel verze-
kerd mogte houden, dat’er van dat jaar ,
Jof in ’c Wefterzäiiben geen na de Öofter-
Mche quartieren zou werden afgezonden.’
r^ee 'Y^en 5er over a ^aSen na Europa;
Jof Engeland afgevaardigd, en twee ver-
brand, het eene met voordagt, ,om dat het
afgevarea en onbequaam was, en het an-
dere, zoo yoprgegeven wierd, by onge-
luk, zynde het van ons genomen fchip de
zwarte Leeuw;, hier voor meermaien ge-
noemt. • 0
ZESDE HOOFDSTUK.
DE Koning over bet jongfie fcbryven zter verfloort, vcrkUart ons Fort door de Engelzen
te zullen dem verweeßm. Brief van den Bantamzen Sjabbandar aan de
onzen tot Jakatra. Waar deor de onzen te meer aangepert zyn om zieh in 't Fort te
defendeeren. Het Jagt Delf in irand gefiekm. Nader voerjlag van den Bantamzen
Sjabbandar. Tyding van den Koopman le Fcbre uit 4e Straat Sunda. ’t Fregat
Cetlen entfnapt de Engelze vloot, m vlugt na Ambon. Den Koopman Ic Febre reor-
domeert niet langer in de Straat Sunda te verteeven.
Be
ove
jongfie
fchryven •
zeer ver-
llooit.
V c
‘Olgens het fchry vens van yan den
Broeke, en Houbraken tot Bantam
e1
•en gedateert, en heden de ,
onzen in ’t kafteel toegebragt,had deKo- |
ning 2iich over ft agterblyven van den Di- 1
redteur Henrik janszoon, eri den Koöp-
man van Ufielen, zeer verftoort getoont,
en nog meer over het gedane nieuwe voor-
ftel op den 25- der gepafleerde maand February
1619, wegens de behouding van
LH i - het