
i88 L E V E
Ä. 1370. De ftoutheit van deze Harders, en hun
Hoofd ^quam ter oorcn van Hoffein, K o - '
ningvan die Landftreek, daar Timoer-
JLenk zoo den baas ipeelde, en de voort-
gang van zyne wapenen, by dit verflaan
van Mohhammed, zynen nabuur,maak-
te hem zoojalqers, dat het hem tyd dagt
daar in. te voorzien.
Hy oordeelde beit dit met weinig,
dog van zyne beft geoeffende troepen te
doenj maar alles viel tegcn Hoßein'sge-
dachten ui t : want hy wierd zoodanig
yan Timoer-Lenk geflagen, dat hy zyn
Kroon met zyn lcven verloor.
. Na dien tyd verfterkte hy zieh meeft
ip zyne Ruitery, voorzicnde, dat hem
die in zyne veroveringen de meefte dienil
zou können doen.
Veroverd \ wierd zonder eenige tegenftand
A. 1370. 00k van de groote Stad Samarcand, (die
Saraar- onder Hoktai-Chan al bnder dit Ryk be-
{• hoorde, dog ’er weer afgeicheurd was)
van zyn Meefter, en veftigde hier na dien tyd de
Ryk. Setei van zyn R y k , vergaderendedaarin
alle de fchatten van ’t Ooften en hct
Weiten, voor zoo verre hy dat veroverd
heeft.
Van de verovering van dit Samarcand,
die, volgens dezeChronyk, A. Hegira
7 7 1 , o f A. C. *370 voorviel, ftellende
Mogolders het begin van zyn R yk , wan-
neer hy jaaren oud was, een leeftyd
op welke Alexander de Groot, by hen Is-
kender Dfulcarnajim genaamd j zyne veroveringen
vpleindigde 5 maar Alexander
vond een Kroon * en wierd ’er mede geboren
j dog Mier Timoer moeft ze noch
(zoo dit verhaal in allen deelen waar is)
gaan zoeken.
Van dezen Vorft dart, *t zy hy noch
eerft na een Ryk zoeken moeft, ’t zy hy,
*t gcen ons veel waarichynelykcr voor-
komt, als de zoon van Boefendjaar de Ilde,
opvolger van zyn groot nagelaten Keizer-
. ryk in Syordjofs plaats (die ’er zig voor een
tydindrong) geweeil is, werd in het al-
gemeen getuigd, dat hy een groot lief-
hebber van devoorzeggingeauitdeSter-
kunde, matig, rechtvaardig, Godsdien-
, itig, mild, en een uitftek van andre deug-
den ■ geweeit is, wat 00k zyn vyanden
van hem mögen zcggen.
Hy zey,_ dat de mildadigheit een
menich het naail na God dede gelykcn,
dat hy dien dag niets verricht had, als hy
niet deze o f gene gift aan iemand gedaan
had.
2yn De Mogolders verbalen, dat hy 00k een
deugdcn, zeer ieverig Mohhammedaan geweeit is,
enGod?- (gelyk 00k Sjeriefeddien Aali inzynleven
jfienft. yan ymotr ß ec zegt) maar hetwaarichy-
nelykfte komt ons voor, dat hy in ’t
cerft noch Heidenich , en van den by-
zondren Godsdienit van Tßngis-Chan ge-
weeit is, die, gelyk hy aan ’tMogolfch
N S D E R
Stamhuis 00k zoo eigen was, God als den Ari^oi
eeuwigen, onzienelyken en Almogenden,
wel zonder eerrig ondprfcheit van Perfoo-
nen, maar echter met verachting van alle'
de droomeryen van den Alcoraan, aan-
bad, zynde een vyand zoö wel van de
Mohhammedaänen, als vandeAfgöden-;
dienaars geweeit.
Men wii zelf, dat de Gemalin van
Tßngis-Chan een Chriftinne geweeit z y ,
en dat zy hare Kinderen zeer fterk aaa-
gemaand heeft, om achting voor d6
Chriftenen, en hunnen Godsdienit, te
hebben.
Dezen Godsdienit van zyn Voorzaaten,
waar in hy God als het eenig oppcrwe-
zen, met verachting der Afgoden, en
der leere van Mohhammed diende (fchoon
te dier tyd al veel Tartaaren Mohham-
medaans waren) volgde Mier Timoer mede
zeer ilipt, ichikkende zieh verder na de
Wet der nature, die in 7 ä 8 geboden^
die met de Wet der 10 geboden -yeel
overeenkomit had, beftond. Maar-gelyk
hy de Afgodery, en het vefbeeiden
van God door hout, en iteen , o f iet
diergelyks, zeer verfoeide, alzoo heeft
hem den yver, om de Afgodery uit zyne
Landen te houden, immers Zoo iterk,
als zyne heerfch-zugt, aangezet, om al-
lereerit den Oorlog in Indien te voe4
ren;
Veel zaken, als van zyne veribheidene
opgerichte Tenten of, zoo andre willen,
yan driederley opgeftekene vlaggen, eer
hy een.Stad veroverde, werden van deze
en gene zonder grond verdicht.
Cabul, een van de Noordelyke Ste- Veroverd
den van Indien, tuflehen Periien, Tar- het Ryk
taryen, en den Indus gelegen, en die de van Ca-
naam aan het R )k van Cabulefian geeft i buIeflatii
was de eerile plaats, en deszelfsKoning
de eerfte Vorft van Hindoeitan, dien hy
met kragt aantaftte, en met der haaft
overwon. Hy verwoeftte die Stad, en
’t ganfeh R yk , en maaktc dien Koning
aan Tartaryen cynsbaar.
Andre Schryvers willen, dät hy on-perfieri:
trent dezen tyd Herat, enCorafan, en,-geheel ’
n a ’t beleg van Nisjaboer, 00k geheelTarta-
Georgien, ofMengrelien veroverde, dogij6”,’ f *
Periien zelf wederftond zyn groote magt a§ a
lang, en het duurde wel twee jaaren,
eer hy Meeiter, eerit van Sjiraas,en daar
na van ’t geheel Koningryk, ten deele
door geweld, ten deele döor zoetigheit,
wierdT
Van daar voerde hy den Setei desöbr-
logs na ’t Noorden, en maakte' zieh in
körten tyd Meeiter van het eene en’t ander
Tartaryen; doch de zägtheit derlugt-
ftreek, en de pproer vän eenige weder-
ipannelingen, herriep hem wel haaft nä
Periien.
Hy^Veroverde niet lang ’er na Bagdad,
dreef
Trok
weerna
Indien.
U o o t E
^ dreef’er des zelfs Vorft , Ihn il Aivis,
een Mogolder, mede van het Stamhuis
Van Tßngis-Chan ^ zoö als h y ’tpasbezat,
weer uit, en dwong hem over den T igris
na den Sulthan van Egypten tevlüg-
ten. 1
\ , Gedurende deze tuftchen-fchermutfelingen
konden die van Hindoeitan weer
wat adern halen , en zieh eenigzins in
ftaat Hellen , om Mier Timoer's wapenen
met wat minder vrees, dantevoren,afte
wagten, en zieh tegen zulken flaverny,
ajs die van Cabul noch drukte, met hun
uiterfte vermögen te dekken.
Hunne vrees en voorzorge was niet
idel: want de pproer van die van Cabul
herriep Mier Timoer (welken naam wy
hem voortaan zullen geven , om dat hy
zoo in de Mogoliche Gedenkfchriften be-
- ~ kend is) wel haaft na Indien, engafhem
gelegenheid , om dit Land der groote
Mogols, nu Hindoeitan genaamd, te
yeroveren.
Hy quam dan, zoo hunne Chronyk
zegt, A. Hegirte 800, ot A. Chrifti
i j 39 weer in Indien, na dat hy nu al
een man van 64 jaaren geworden was,
van welken tyd af men eigentlyk de op-
komit van het Ryk der Mogols, ’t geen ,
wy voorgenomen hebben te oeichryven,
beginnen moet.
Cabul was voor Mier Timoer niet meer,
dan een ftap, om in het hert van dat
fchoon Land, dat tuftchen den Indus,
en den Ganges legt, en den naam van Hin-
doeftan gemeenelyk, dog nu eigentlyk
; die van ’t Land des Mogols voerd, inte
dringen.
Vind veel Al dit Land, tuflehen die twee verlegen
maarde Rivieren gelegen , veroverde hy,
maar vond hier meer tegenftand, dan in
de overige yan Aiien, en voor al by ze-
keren Berg-Koning, eeö Heidenfeh
Vorft, die Rana genaamd, en midden
in ’t Land gelegen was.
Hy ichreef hem een Brief van bcdr£i-
ging, verklärende hem verder den oorlog,
zoo hy weigerde zyn Vaial te werden
.G
p diefgelyke dreig-brieven hädden
zieh wel deze en gene lafhertige Vor-
ften aan hem onderworpenj maar deze
jonge en moedige Prins, die zieh weinig
aan zyn dreigen kreunde, agtede hem
niet waerdig, om op zyn Brief te ant-
woorden, het beter keurende hem aan ’t
hoofd van een ontzachlyk en vry talry-
ker leger, dan het zyne, te gemoet te
trekken, te meer, alzoo zyn Ragipoe-
tes in zyn oogonverwinnelyk waren,gelyk
zy doorgaans de roem hebben van
zeer goede Soldaten (te weten tegen geheel
onbedrevene Indiaanen) te zyn j dog
fchoon hy van honderd duizend Ruiters
Voorzien was, en Mier Timoer ’er maar
I V . Ü B E L ;
M O G Ö L S, 189
12000 hadde, was ’er tuflehen de A. 1399.
troepen van Rana, en die vari Mier Timoer
, dit groot ondericheid, dat die vaü
den laatften Vorft zeer wel geoeftende
Soldaten, en te gelyk önder een Veldheer
Waren, die, waar hy öok quam?
gewooh was tfe overwintfen, eh doordjc
älgemeene roep Van zyne weergadelöoze
dapperheit, onVerzaagtheit , ¿n groot
beleid , alles Voor zyne Wappnen beVen ,
en buigen dede.
Beide deze Legers waren niet zoö ras
in inalkanders gezicht gekomen, o f de
hoofden der Tartaren, dopr deze groote
menigte van Indifche Ruiter-troepen zeer
ontzet, ftondenalsgerced öm de vlucht
te nemen.
Hebben wy, zeide hy 41 fcheldende öp
Mier Timoer, dezen rukeloozen niet'lang ge-
noeg als een kreupel ge dien d, dat Wy hem
in deze iadtßeflag nu ook noch'iierminkt aan
de handen zullen möeteii zien? is het Mief
Timoer niet genoeg , dat hy ons ganfeh
lichaam gekorven , en in fiukken gefneden
ziet', gelyk als het zyne, of wil Hy-, dät
wy nu ons leven hier 00k *ver'liezen zullen in
een luchtfireek -, die zoo veel van dk onzen
verfchHd ', en daar de bitte alle die gene,
die door de vergiftigepylen der Indiaanen niet
omkomenverteeren zal. ,
Dete ojproerige taal, het ganfeh Leger
döofloöpendö, veroorzaakte in al de,
Tartaarpn eenfehikking, en voornemen,
om Indien te verlaten, en, wel verre,
van tegen Rana's ontzachlyk leger een
kans te wagen , maar ftil wcör na hun
Land te keeren.
Ondertuflchen Was Mier Timöer inge-
ftadigen oniruft in zyn Tent , nifet, ohi
dat hy de menigte van zyn vyanden eenigzins
vreesde, mäar om dat fiet hem
verdtoot , dat hy niet al met hen handge-
meen was , yoor de reft op de ervaren-
heit , en kracht der zynen, als hy hen zelf
maar beveelen gaf, nü Zoö geruft als
oit te Vören zynde, maar terwyl hy
midden ih die ongeruftheit van geeft was, Zoo
hoorde hy met een groote: ontzetting ^hy beft
dat zyn volk, in plaats van met de zelvekeurdc .aF
dapperheit , als te voren te vögtfeh,voor-tetrc^“
ne mens was de vlucht te nemen. ^cn*
Nöit had hy zulk een voörVal byge-
woond, en, niet gewoonopröerigenter
neder te zetten, vörid hy groote zwa-
righeit ’er in , om zoo groöten Leger met
een kleen getal bevreesde Soldaten aan-
tetaften, en keurde het dierhalven beft,
liever met een ftille from af te trekken.
De Tehten waren reedsopgepakt, en .
men begon de baeaeie af te voereh, wan- tGeen
neer zieh zeker Muildryver voor den-Muildry-
Vorftvertöonde, en , zieh voor zyn voe-ver bda
ten nederwerpende, zeide,: Menheeftü,werd.
o ! Heere, altyd overwinnadr van alle Köningen
gezien, geen van welken zkh tegen
llf ü l
i ! ? ;
l i i t i
I H
t m