
Hanne
Huwelyken.
Brayd»
ichat.
ZeldzaineZamenwoning.
gen noit .in ’t bvwczcn 'der oude Lieden
¡¡■rckea (dat wel een deftige gewoonte
ls) maar alleen neerftig toeiuifteren, en
opalles groote opmerltingnemen.
/. Zoo zy.te zamen op eenig Gaftmaal
z yn , werd het befte altyd den oudlten
van jaaren eerft aangeboden.
Zy laten hunnc Jongelingen niet voor
20, i n » jaaren; dog deDogters, zoo
r.« zy Vryfters geworden zyn , trouwen,
zonder zieh eemgzins aan jaaren te binden.
.
Geen Jongeling mag voor zyn 17 jaaren
lang hair dr^gen, zynde het. zehre tot
dien tyd toe kort by de ooren afgeineden;
dog na dien tyd laten zy dat zeer lang wat
leben..
. Het beftel des Hnwelyks hangt hier
meelt van de Braydfchat af. De Jong-
man doedzyn Vryfter door zynMoeder,
“ oey, Sufter, o f eenige van zyn naafte
Bloedveryranffiu verzoeken , die daar op
dan de medegebrachte Bruydichat aan da
Dochters Ouders en Vrienden vertoonen.
Indien hen diebehaagd, behouden zy die"
en van dien tyd af is ’t Huwelyk ldaar.
Hy neemd daar op zyn Bruyd als zyn
Vrpuw na,zich, zonder wegens zyn Huwelyk
verder eenige onkoften , ’t zy van
eenBrüyloft, o f ieediergelyks, temaken.
Deze Bruydichat beftaat, o f in 8 a io
Rokjens ,.en zoo. veel Kleediens, en in 200
a 400 Arm-ringen van Bamboefen, en 10
á 12 Metalé o f andere Vinger-ringen van
Witte Harts-hoofn gemaäkt. Deze Ringen
zyn wel zoo groot als een Ey in ’ c
rond, en wel een Udvaneen vingerbreed.
Z y voegen kiernog 4 a 5 Gordels, 10 a
12 Kleedjens van.Honds-hair, 20 a 40
Tsjineeicne Kleedjens, een grooten bos'
Honds-hair, een Muts van Ströö en
Honds-hair geVlógtén , 4 a y paar Kouf-
ien van Harte- vellen , of iet diergelyks,
by , al het welke, te zamen opger¿
kent, ontrént de weerde van honderd gülden
uitmaakt. Ditis de Bruydichat der
Rykften ; dog derpindere können met de
helfte, o f met de waarde yan 8 a 10 en
zelfvan 2 3 3 Ryxdaalders, volftaan. ’
Schoon zy nu getrouwde Lieden zyn
' woonen zy geenzins by malkanderen; maar
.ieder woont in zyn eigen huis, als te vo-
.rcni en als hy by zynVrouw komenwil,
.komt hy als! een Hoender-dief heime-
lyk in huis iluipen, gaande maar ftil te
bed leggeo, zonder tegen iemand te fpre-
ken. 1
Zoo hy iet begeerd te hebben, hoeft hy
maar eens, waar op zyn Vrouw, daar op
afgerecht, by hem kojnt, en hem geeft,
dat hy van nooden heeft, gaande weervan
. .hem af by ’t volk van den huize, tot dat
hetllapens tyd werd, wañneér zy by hem
- te bed komt; dog zy moet maken, dat
hy voor den dag ftil uitfluipt, en weer
V A N
Weg is, mögende op dien dag niet weer bv
haar kamen. " - 1
By dag konien zy zelden by een, ten
zy zy malkanderen, op eenige heimelyke
plaats, befcheiden hebben, ot ten zy de
Man zeker weet^ dat zy alleen t’huis is.
Hy verzoekt dit eerft. Staat haar zulks
aan, zoo haald zy hem in; dog zoo niet,
zoq moet hy wederom keeren
Zy eet en drinkt by haare Ouders, en
hy by de zyne, zonder dat hy eenige laft
van ’t Huwelyk heeft. ~ Yder heeitzyn
eigen Landeryen ; eq. inkoraen , en yd.er
van hen leeft aus ook van ’t zyne.
Krygt zy nu eernge kinderen, diebly-
ven by haar; dog men moet voor afwe-
ten, dat de Vrouwen hier, voor.haar 36 a
37 jaaren, geen kinderen baaren, vermits
Zy al hare vrugten, waar van zy onder-
tuflehen fwanger werden, door hare Prie-
ftereflen op een godloöze wyze laten dood
duwen , en afdiyven , uit een verkeerd
bygeloove , om daf zy vaft ftellen, dat
het een groote zonde zyn zou, hare kin-
dexen,in die tulfchen-j^aren, in ’t leven te
laten ; maar alle, die zy ha de 37 jaaren
krygen, houdde moeder.
Na <kt nu de Mans yo jaaren gewordep Wan-
zyn , dan is ’t hen. geoorloft by hunne °eer(le
Vrouwen te woonen; by welke zy zieh ^ ansb^
dan in ’t Veld meeft houden ; en zyn dau "^u-
in die jaaren wel gewoon haar hier en daar wen morn
te helpen; dog in-de jonge jaaren doen 8en
Zy dat noit.; woonen,'
Z y hemen hoif meer als eene Vroüw;
dog hoereeren fterk ? fchoon getroud zynde.
genegen zyn vah malkanderen te
» ge£hied dat niet om deze, of -
wetüge reden, 't zy van ontrouw,
overipel, o f iet anders, maar zy 7.yn gpwrr>r>n
malkander, enfc^I opj^yder^oefbahd^n, te
verlaßen'; gaande maar-yan mall^^fören*
dc>g zoo^de Man lefieiden w i l, en geen
wettige reden’er toe heeft, vejiieft hy de
, Bruydichat; maar by wettige redenen,als
, vah overipel, o f iwaarhüis-krakeel, moet
zy alles hem weder geven.
Wil de Vrouw nu, en zonder reden, Echt-
van hem icheiden , zoo moet zy oök de icheidin-
Bruydfehat weer-geveh ; dog heeft hy zieh 8“ *
ergens in te buiten gegaan, en haar reden
^er toe gegeven, dan is hy zyn Bruyd-
fchat quyt, en zy fcheiden volicomen van
een, zonder dat zy verder eenige betrek-
king tot malkanderen hebben, könnende
aanftonds weer e^n ander trouwen; dog
zullen zieh noit met iemand , die hen in
den vierden graad beftaat, verbinden.
Zy.leven (buiten ’t geene wy beyprens Leven
van de Magt der Quaty’s aangehaafd heb- bY na
ben) by na zonder Wetten, offtraffen. ^Sten
Dieven vind men onder hen niet ; maar eri ftraf-
de Mans zyn groote Hoereerders eh Over- fen,
ipedders., doendedit weizoö bedekt voor
hunne Vrouwen, en voor andere Mans,
als
T A Y O Ü A N è F F O A M 015 À.
17H" als ^t mogelyk is ; dog als het üitkonit,
wreekt zieh ieder aan zynen belediger na
zyn eigen goeddunken, vergaderende (zoo
zyn tegenpartyder zieh door geen reden
wil laten overtuigen) alle zyne Vrienden
by een, om hem zyn goede zaak .te helpen
uitvoeren; dat egter veel verwarrin-
gen en moeyelykheden veroorzaken mc>et.
Ook doen zy wel zaaken by infchik*
Iring, met zoo o f zoo veel, volgeiis het
gewysde van de tuflehen-gaaride Vrienden
aan weerzyden, als goede mannen, af.
•Zoo een Doodilager ’t niet onvlugt , is
hy een man des doods.
Een Dief moet het geftolene, of de
waarde van dien fykelyk, -wedergeven,
■. o f werd’er anders door . geweld toe ge-
dwongen.
Iemand, op Overfpel, en by een anders
.Vrouw ,1 betrapt zynde , mag de
beledigde man daar voor 2 a 3 Verkens
uit des beledigers kot. haleri, ep däar mede
is alles vereflend, zonder dat hy hem daar
over eenigen haat mag toedragen.
Hunne Den meeften tyd oorlogen deze en gee-
optlo-!ne Dprpen tegen een, vallende nuenaan,
*“ • dog niet zonder eerft te waarichouwen,
maar in malkanders huis , daar zy alles,
dat zy in ’t leven vinden, doodflaan , ne-
mende gemeenlyk de koppen, of indien
hen die te veel beiwaren zouden in het
vlpgten, maar wat Imir; dog zoo zy niet
helemmerd zyn, nemen zy wel heele li-
yyanden mede, daar
Äy yder een deel uitfnyden, om daar op
jte können roemen. • • - r - ■ Bj^P ’ '
Zulke togten ondememen zy egter niet
* * ycor .de vuift , of Zuflen niet by lichten
dag öp zülken Dorp aanvalleh ; maar ge* ly f? ,
meenlyk doen zy dit heimelyk ftil, en
by nacht, flaande demenfehen in hunnen
flaap of dood ; of hen de afmeii eh beeh&i
afk^pende.
Z y ; wetep ook vari gten Legcr-h°°i*
den of Hoofd-lieden; dog die'zig in andere
gevallep het dapperfte ged ragen, eh
de meefte koppen gekregen heeft, die werd,
als hy iets öndernemen w i l, .gemeenlyk
van de anderen .gevolgd. ;
Hunne wapenen zyn pyl enboog, latr- wape^
ge breede fchilden , Iwaarden , die kört,
en breed zyn , of lange en körte fpieflen ;
dog zonder weerhaaken , of zonder fchel-
leken, gelyk zy op de Jacht gebruikeri.
Na hun te rug-keering van een togt is ’er Na dein
gemeenlyk een Feeft,zingcnde eenige dank- ^*7^ 1
llederen,ter eere van hunne Goden over den *®
zegen , aan hen verleend, en helder qp Feeft
.trommelende en juichende over de over- aan.
winning, die zy behaald hebben.. 2. ^ ' :<•.
: 'Die een kop verkregen heeft op wat Agtmg
wyze het ook zy , is in groote eere.byheri, dappere
en een yder zal hem-zeer geeme van zy- mannek.
nen beften wyn fchenken; zy brengen
dien kop in een van hunne Kerken, daar
zy ’tvleefch ’er af koken, en ’t zelve droo-
gen laten,, met hun wyn begictcn, enbo-
ven alle hunne ichatten achten, en bewa-
ren, gelyk zy over ’t verkrygen daar van
ter eere van hunne Goden ettelyke Verkens
flachten, en met alle hunne Vrienden
veel dagenaaneen gaftereerenzullen. i
En.dit ¿w e l het voornaamfte, dat men
van Formöla , en hare Ingezetenen kan
zeggen j dewyl ’t nog ten grooten deele
voor ons onbekend gebleven is.
T W E E D E H O O F D S T U K.
\ T J n de van Formoft. Wameefi de Portugeezen 'er quamen^ is ortbekend.
Y Engelfchen. Van de ^komß der Nederlanders hier. Warwyk komt Ao. 1604.
voor V Pehioe. HereerfiegevalvanReyerszoonen vanMclderdhier.. Reyers-
200ns Tocht Ao. 1622. na Macauw, mislukt. Waar op hy na de Pifcadores, en eihde-
h k in a Tayouan liep. Eenige Schepen liepen. na de wal van Tsjina. Der Welver kpmfi
voor ’* Eifcid Lanquyn. Een Vefting op Pehoe gebottwd. D e orK.cn fragten de, Tsii-
neezen tot den Handel te dwingen. Zeldz.aam geval van eenig Volk^ van ons , dat
Schipi-breuk leed, en aan de wal van Tsjina dreef. Vordere gevallen der onxjen met de
Tsjineezen Ao. 1623. Httn vreeae voor de Holländers, om een oude voorzjegging. D e
Jie er van Melderd na Aymuy gez,onden. Keert vrugteloos weder. Tocht van de Heer
Reyerszoon na Hokfieuw. Den Handel door de Tsjineezen geheel verworpen. Hun
befluit, om een Schip, en 2 Jonken, na Batavia te ¿.enden. D e Heer Franszoon na de
Eivier van Tsjintsjeotgez,onden. Krjgt hope tot ¿« » Handel. Spreeki met ¿.ekeren Tsji-
neefchen Profeet. Krygt antwoord van den Totok. Die vemoekt hem iemand te z.en-
den, om nader te handelen. D e Heer Franszoon derwaards gez.onden\ dog fchendig door
de Tsjineezen bedrogen. D ie ons een van de Schepen , . voor Aymuygekomen, doen ver*-
liez.cn. Befluit, om »» Tayouan te handelen, aan de onzen toegeftaan; deg alleen in fchy».
Oxkjb Gevolmachtigdcn gevangen gehonden , en de Jachten door Branders aangetafi. £ &
flu it , om Pehoe te vcrlattn, en na Tayouan te verbuiz.cn.
IV. Desl- ZAA