
id 6 B B S C H R Y
A\ 1706. zy ook wel aan de armen dragen; dogdie
foort valt zoo breed, als die men aan de
handen dragen zier. 1
Haar gewaäd beftond in een fiepend fraei
kleedje, 7ynde zommige petola’s of ge-
fchilderdc zyde vrouwen-klcedjes, andere
in calga’.«, chitzen, en diergelykevandie
foort. Deze waren fterk verguld, en met
heerlyke fluyers, daar at zy't einde in de
linkerhand nieldcn,om harelichamenvaft
gemaakt. In 't geftadig en zeeraardig op-
lichten van deze fluyers, die nu en dan
fleepten, bi ftond een groot deel van den
aangenamen zwier van haar danfien. Zoo-
danigen fluyer.band hadden zy pok voor
de borft, en nog een diergelyken om de
middelen, waar over een zilvere gordel
henen ging.
Enharcn Het danfien zell nu van deze kinderen
dans zclf was ^er aardig; want alle gelyk begonnen
z y , na dat een oud wyf opgeheven had
te zingen, waar in haar ten eerften veel
andere onderlteunden, dog niet eer te danfien,
voor dat zy alle zeer eerbiedig met
het ophefien van beide handen tegen een,
voor den Prins, en voor ons, ieder in ’t
byzonder, gefombaid hadden, aangezien
dfc javaanfche Jufiers van geen neigen we-
ten, en geen aqderc groet, dan deze, ge-
leerd hebben.
Daar op begonnen zy zieh op de mat,
waar op zy danften, eerft met haarhoof-
den, armen, en met haar gpnfch lichaam
overen weder op dezen zangin aller hande
poftuuren zeer zwak te buigen, en geftadig,
by aardige draejingen der heupen,
der handen , der fchouderen, der voeten
en der hoofden in zoo veel bogten, te
wringen, dat men’er over. verbaaft moeft
ftaan.
Dit gedaan hebbende, dreven zy nuen
dan zoo gezwind, zoo lucht, en zoo aardig
over die mat, dat men niet zien kon,
dat zy hare voeten byna oplichteden.
Dan danften zy eens met haar vieren in
*t midden, met haar aangezicht na ons toe,
en aan ieder zyde drie, met het aangezigt
na malkanderen, dan weer een agter aan,
en de andere twee en twee voor aan.
Dan hielden Zy zieh eensovereind,dan
hurkten %y eens fchielyk neder, buigen-
de hare hoofden" byna tot aan de grond,
en dat voornamelyk op de rechter zyde.
Dan danften zy weer in een ronden dans;
dan weer eens, dat 'er van die tien agt in
’t rond ftonden, en twee tegen een, de
eene ftaande,cn de andere leggende j waar
mede die.eerfte vertooning een eindenam.
De tweede De tweede vertooning beftond uit tien
van den*0^ deerns, onder de welke mede twee
danfleref- van zyne voornaamfte vrouwen waren,
len. Een van tlie twee was zyn ailevfraeifte
vrouw,zeerblank,moy van wezen, fchoon
van oogen, ryzig van geftalte, zeer aar-
dig, gezwind, en (zoo men wilde) toen
V I N G E VA9
ook zwanger by hem, zoo hy ten min- A«. 170«.
ften geloofde, alzoo ’er ook andere zoo
men zeide, wel by quamen.
Deze was, hoewel zy alle beerlyk ge-
kleed, en by na op eene wyze vercierd
waren,nog wel het allerfraeifte uitgedoft.
Z y hadden alle zeer keurlyke onder-
kleedjens, en berilifle witte boven-kleed-
*jens aan, vol gezaeide vergulde bloemen,
en met blaauwe en goude infiagen terzy-
den onderfcheiden, van welke boven groo-
te fiepende fluyers ter linkerhand, hoewel
ook eenigzins van de regter-hand afhingen.
Voor hare boezems hadden zy groote
banden, die een hand breed, voor toege-
bonden waren, en met twee einden afhingen,
gelyk ook twee andere einden om
hare middelen gebonden, en om de zelve
ook zilvere beugels; drie vingeren breed,
die voor met uitgewerkte haken, twee hand
breed lang, gefloten waren.
Even boven hären boezem hadden zy
als een goud uitgewerkt ring-kraagje,
dat wel een hand breed, en in ’t midden
met een juweel bezec was.
Boven de ellebogen hal verwegen hare
armen hadden zy vleugels-wyze armringen,
en aan hare handen ook groote goude ron-
de armringen, en op hare hoofden groote
goude kroonen, die mede over andere
binnen-kroonen van eenig koftelyk ftof,
dat groen gefchilderd, en aan de einden
wit was, henen quamen.
Haar hoofd-hair was loshangende, met
olie gezalfü, en met bloemen niet alleen
befteken, maar van agtenen ook met een >
rift bloemen,metklater-goud geftrcngeld, *
die van deze kroonen afhingen, vercierd*
Haar winkbraeuwen waren na de al-
oude wyze der Oofterlingen met een zwar-
te verwe beftreken en befchildörd, gelyk
ze hare aangezichten getekencl , en met
verfcheide trekken als gemerkt hadden,
die voor ’t voorhoofü met een legende
halve maan tot op hare neuzen liepen, en
dan aan wederzyden al breeder en breeder,
tot w el anderhalve duim breed ho.
ven, en zoo al verder en verder ^(z-ynde
ter zyden de oogan wel ’t breedfte) 'dicht
längs de oogen al fmaller en fmaller in de
gedante van een yz o f twee en vyftig in
cyfer, ha beneden tot aan den mond toe
liepjzynde in 9t midden een pink dik,en
beneden wat dikker.
Zy waren vafifchodfie ringen inmenig-
te, na den Javaanfchen tränt, en voor al
aan hare twee voorfte en agterfte vingeren,
voorzien, Hebbende twee o f drie
ringen aan ieder van deze vingerenj. dog
het onderfcheid tuflehen de andere dans-
hoeren, en tuflehen Zyne twee wy ven beftond
daar in, dat de laatftegeen kroonen
op hare hoofden, en \ hair niet hangende,
maar dat zy 't zelve zeer cierlyk als
een ronde ichotel van agteren (bpcwel zeer
dik)
m r o o
A*. 170* dik) met allerlei ¡bloemen toegemaakt , ook
geen ringkraagjes aan, en een zwarteftip-
pdl even boven die gefchildcrde halve
maanen, of boven hare neuzen, hadden ,
hoewel ik een van die andere Zoo een
zwarte 'ftippel mede hebben zag.
Ook hadden zy veel kbftelyker juwee-
len, en dat moy jong zwanger wyf, Radin
Poefpa Itoe genaamd, van welke de
oude Prins zyn 00g niet aftrekken kqn,
had geen zilvere beugel om hare- midden
(die by hen zoo veel als de zona virgini-
ta/ri, o f de beugel der ongefchondenheid,
of des roaagdoms, is) maar de hare was
van goude koorden met eenflot, dat van
Beichte- entel 80tld WaS"
ven! r° ^digheid vaii haar danfien beftond
meeft in ’t aardig en zwierig bewegen der
voeten, 't draejen der heupen, het wrin-
gen der armen, handen, en in *t draejen
en wringen van harp fchouderen en hoofden,
bebalven.dat zy die fiepende fluver
zeer aardig na de maat wiften *op te ligtien.
Den dans begonnen zy noit, of tom-
baiden eerft, dat altyd, zoo als zy opry-
zen zouden, gefchiede.
Zy wierden door denPanombahan,die
9er ongemeen groot vermaak in fchepte,
geftadig fterk aangemoedigd, om wel te
danfien, begunftigende nu en dan zyn
moyfte wyf met een Sapä, of uitgekaauw-
de pinang, welke ongemeene gunft hy be-
vorens ook aan deze en gene van die kin-
dertjes bewezen had.
Z y danften, dan eens te zamen, dän
eens twee en twee, alle agter malkande-
ren, dan eens aan de eene, dan weer aan
de aridere zyde, fcheerende rakelings voor-
by onze lyven henen.
Als t dan nu en dan gebeurde, dat Radin
Poefpa Itoe zoo wat na by den Prins
quam, meende hy haar byhaar kleedje of
sjeip eens te vatten,maarzy ontfnapte dat
u*t fchaamte, waar over de oude
Heer wat narrig werdende, een van zyn andere
wy ven, die agter hem zat,RadinDe-
pati genaamd, en by ons bevorens mede
als..fraei befchreven, by zieh op de voete
• tenk riep, willende,dat zy by hem zou
zitten, om de andere tot ialoezy te ver-
wekken. J
Z y dorft dat in 't eerft mede niet doen;
dog op zyn nader gebod quam zy , na dat
zy eerft voor zyn andere vrouwen, ach-
tcr. ij01 gezombayd had, by hem zitten.
, -Aldus nu hadden wy drie danfien van.
de voornoemde jonge meisjens, en ook
arie van deze zyne vrouwen, en volwaf-
iene deerns o f dans-hoeren.
Wy dronken daar ondertuflehen cen
Sppje thee, en, door beftel van de Heer
°ok Hollandfch bier, enwyn en
namen, na alletdeze dwaasheden tot wal-
gens toe geaen te hebben, tegen den a-
vond ons aücheid, na dat ik voor al nual
T J A V A. 167
I lang gewenlcht had, daar maar van daanA'lijroi '
te zyn 3 dog dat mögt niet vezen , omgeen
reden ter wereld, zonder dien Heer zeer
te hoonen.
Den 30 Auguftus woonden wy weder Bwoefcen
een grdöten ren-ftryd by, werdende we-dcPrini!
der van den Prins van Socrabaja z e e r S f “ ™'
heufch met een kopje faffraan-thee, con-
fitiiuren, en andere lekkernyen ,onthaald.
Zyn dodot, of klced van ftaat, dat hy
toen aan had, was van een wit fchoon ftof
met bruine en goude ranken veheierd, hebbende
zyn kris nu tufl'chen dat kleed, en
zyn bloot ly f, fteken.
Zyn broek was van een fchoon groen
zyde ftof, dat zeer ftyf met goud döör-
ftikt en geborduurd was. ~ Daar waren te
dier tyd zeer veel Ridders, eneenigedui-
zenden van toekykers. ' 1
Den 3_September na de middag gingen En dien
wy den Prins van Madura Weder bezoe-van Madl»’
ken, zagen zyn fchoon en uitgelezen volk “ wedet*
in de wapenen iftaan, aan ieder van wel-
ke,een meuw Sol danc zy nde, die nog geen
land had, een ryxdaalder of tien fchellin-
gen door twee zy ner dogters.gegeyen wierden.
Hy fchonk ons thee, met fchoone con-
fittmren , en ik zag by die getegenheid al.
daar (met veel verwondering) cen Kakker-
lak met zwart hair, zoo blank als een Holländer,
hborende, dat kr verfcheide zul-
ke heden op Madura waren, gelvk w y ’er
daags’er aan nog cen zagen.
Oe Prins van Soerabaja, die *er mede Vcro-e-
quam, bragt tyding, dar de Heer Kapi-''1?™"
tem de Roode.het land van Cadoewang,
waar ontrent hy mctzynetroepenlag.om S'
den Ketzer te onderfteunen, gewonnen
had, alzoo zig vier Hoofden voor den Keizer,
cn voor onze wapenen vernederd hadden,
na dat haar Opperhoofd voor afge-
Itorven was.
Hy voegde daar nog by, dat Pangerang Pangcrang
uepati Anom onze geheime brieven wel DePati A-
bekomen, endie gehouden had, seven- aoms*M'
de daar op alleen tot antwoord, dat h v "
mets tegen de E. Maatfchappy misdreven
had, en met genegen wj is iets quaads tegen
de zelve te ondernemen; dog dat hv
zpo men hem geweld aan doen wilde,dat
afwagten, en zieh dan zoo dapper, alshy
Jon, verweeren zou, raakende ondertuf-
ichen, d^ar hy nu was, een Veiling om
voor ons met al te open te leggen. *
Den 4 September ’s morgens zagen wy Nieuwe
de troepen van den Panombahan na eie WaPcn*
rascebaan trekken, alwaar die Prins toenfcho“winS
vrfcheen“ I 2y“ Gr°0tC" en
tt> - . hanstroc-
AVy gingen zamen onder een van dePen*
w ° a,%V?n denDepatiSoerabaja aan een
lange tafel met Chmeefche ftoelen ritten.
Ue Panombahan was zeer koftelyk met
een fchoon Badjoe, van leververwig da-
maft