
2 2 B E S C H R Y V I N "G E v Àîî
- ontrent dé eerfte de dorpen Pàdoko, So-
hokan, -Takam, Panekolling (met nog
• eên; onbékend dorp) Tfiwi; Tfidaraja,
Tloporang, Tfibocqüami, en, pasboven
derioòrlpfòng yatn de Tiberus, en tuflchen
de RÎvierLaffari Loerangon, en Wiranagara
lèggen, die met haar dertienen wel
vyftiëfi honderd huisgezinnen fterk zyn.
DcZe allé zyn in de Landftreek Gabbang
gelegen,
" Bezuiden de Rivier Laflàri , een myl
boven Wiranagara, zyn de dorpen Tfiba-
rb, en Badala, bèooften welkéontrent
anderhalve myl ( o f twee mylen beooften
■ Wiranagara) men Konterbanjang (met nog
een ander onbekend dorp in *t Weften J
Tfibron een 'myl Zuid-Weftelyker i; èh
Java een kléene myl zùidelyker heeft, die
te zamen wel acht honderd huisgezinnen
können opbrengen.
Bezuiden deze dorpen leggen vyf ofzes
zware gebérgten, waar ontrent de dorpen
Moorimoé, een groote myl bezuiden Ja-
•va?s kuft, Ooela wel ’t zuidelykfte, of
een groote myl Zuid-Oöft vànMoorimoc,
en bewerten *t laatfte dorp , dat van Tfiap-
per , en Sôèbang zieh vertoonen, zynde te
zamen ruim vier honderd huisgezinnen
fterk.
Buiçen deze heeft men nog, al ooftely-
ker als de Rivier Laflàri, behalven het
dorp van-die naam, en wat zuidelyker Ka-
iîbontô, Dräwölarig en Soerabang , die
wel vÿ f honderd huisgezinnen uitleveren.
Regt Zuiden aan, boven Soerabang in
?t O. en Z; heeft men veelz waar gebergte,
gelyk mede bezuiden ’t dorp Ooela,
paTböVerrwelk- geborgte mem-tweéffiÿîEir
bezuiden Tfiapper ’t dorp Dailoor, en,
een groote myl zuidelyker, *t dorp Ma-
dura weer in een andere Landftreek ziet,
dat wy hier alleen aanhalen, om te we-
ten, waar wy ten Ooften gebleven zyn,
Deze twee dorpen zyn ontrent drie honderd
huisgezinnen fterk.
Ooft-aan van Dailoor heeft men de enge
doortogt na den Mataram, dat al mede
de Landftreek van Wattas genaamd
wërd, en eén groote ftreek lands Ooft en
Weft wél àcht, en Zuiden en N oorden
wel vier mylen beflaat,.zynde byna over-
al'in Zwaar geborgte befloten.
Nü gaan wy weer na ’i Weften byhet
dorp Tfipelo , by den oorfprong der Rivier
van Indramaja, daar wy ’t laatft aan
die karit liètéïi, en zeggen, dat Zuid-aan,
pas 'er boven eenig gebergte is , gelyk men
dat al mede zoo ten Noord-Ooften van
Tfipelo twee mylen, als mede twee of !
drie mylen bezuiden dat dorp > en dus val j
mede daar ten Ooften en ten Weften heeft,
zynde byna ailes gebergte, wat men daar
ziet.
Pas boven dat zuidelyker gebergte, ontrent
drie mylen bezuiden Tfipelo, heeft
I men het dorp Panjaroeweffi, en een myl
ooftelyker de dorpen Tfimamara, een inyl
hooger o f Zuid-Weftelyker Salawi, en
een myl Zuidelyker Parackän Liinoes,'
boven ’t welke weder twee zwafe gebergten
O. en W. geftrekt leggen. Dezedorpen
können wel v y f honderd huisgezinnen
uitmaken.
Beooijten het dorp Tfimamara heeftmen ^,n**
het Prigsdom ,of-*t- Landfchap Pondajähg,
middenadoV T-welke een fraeje Rivier
ftroomd , die een mylljenoorden hären
oorfprong heeft, en in de Zuid-zee meeft
met een regten ftreek na ’t zuiden, ruim
tien mylen van zynen oorfprong zig ont-
laft.
In dit Prinsdom (dat zig Ooft en Weft
ontrent twe& myleny en ^.uiden en Noor- ■
den mede zoo verre öntrerit uitftrekt, en
meeft rond is) zyn beooften de Rivier in-
’t N - en verder Z. op de dorpen Reger-
metjang, Tfikondang, Siange, en Pondajang
y dog beweften'heeft men in ft N.
en verder Z. op, Nanari, Tfimawara,
met nog een dorp zonder naam, Hado-
morang, en Lomilalik, welke negen dorpen
elf honderd huisgezinnen fterk zyn.
Beweften de Rivier,pas buiten’t Prinsdom
Pondajang, heeft men Tfimongang,
Tfioetjang., Minjangfimg, BatoerWaggi,
Tandjong Karring, en Cipette, dat ontrent
een myl bezuiden dat Prinsdgm,en-
twee myl van Tfimohggahg legt. Deze
dorpen zyn met haar zeflen ontrent zeven
honderd huisgezinnen fterk.
t Alle deze landen aan deze Weft-kant De landeo
wierden nog al onder de. Priangfe landen bezuiden
^rekLMßf^ aie op de grenfen van *t K o - ‘ e*
ninkryk van Tsjeribon legggn ,‘eriidie door
dezes voorname Hoofden van Samondang,
ßandonpar, Kanontjang, Soekapoera, Imban
agara, en Cawafleert beftiert werden ,
hoewel deze laatfte dorpen onder Söeka-
poera behooren. ‘ ^ k 1..
Van daar, ö f van Cipette twee o f drie In de
myl Zuid-op, heeft men weder twee l-aDdftreek
zware gebergten, waar na längs de voor- poc’
noemde Rivier, al Zuid-aan, de dorpen
Koedatam drie en een hälve myl van-Cipette
> een halve -myl Zuid-Ooftclyker,-
Tfilimkon, Itil, Cadjang, Tfigandön-j
Prakantigi, Tsjappan ,^ en Tfitappang,'
längs de Weft-kant der Voornoemde Ri-
vicr in een ftreek van twee mylen zöoda-
nig leggen, dat het laatfte döfpiias eeö groo^
te myl van de Zuid-Zee af gelegetr iS, en
zyn deze agt dorpen ruim duizend^huisgezinnen
fterk.
Beooften de voornoemdö Rivier, paS
buiten ’t Prinsdom Pondajang, heeft men
ten Ooften eenig gebergte, en pas ten Zui- <
den 9t landfchap ■ Pondajang, de dorpeif
Lagoera, Tfiongel, Tfipangel, Danjötig,
dat ten Ooften eenig gebergte, en ten Weften
nog een dorp zonder naamheeft, Bellam
R ö 0 t J Ä V A . *3
îawaÿ, Tfimangel, dat wat Ooftelyker
legt,, é/ockan ^omi, dat Atsjang wat ten
Weften hçeft, Hatgadâwa, Sifodol, Tfi-
bororan,en Dörrawati in een ftreek lands
vin drie en een halve myl Zuid*op van
Pondajang tuflehen twee fraeje Ri vieren,
die beide oyna op eene lengte in de Zuid-
zee uitwateren ; dog de ooftelykfte deSKf
twèe Rivieren buigt zieh met écn groote
bogt nà ’t Ooften. Deze dertien dorpen
rnakèn te zamen wtl zeftien honderd nuis?
gezinnen uit. .
W^t ten Zuid-Opfen. van Dorrawati »
heeft men weer drie €Ware gebergten, dié
vetvolgens ëeri myl boven malkanderen
tot dicht aan de Zuid'zee le^snyJÎOT
anderhalve myl bezüiddtt Dorrawati ,maft
' aan de eeffte R i’rier . die door Potïd^ang
loopt, en bèooften de zelve. ziet mèn^de
dorpën Tfigentel;, Kataabatoc, Sikarija ¡j
Gandatpanm^; Lomeri ,'Tdàt wat Wefte-
Jykér, gelyk iook Sikarija, legt) Pan-
dajapan, Tfikallong, Lawietolok, en
Tfitalok al vervdlgens Zuiden-aan, zoo'
dat de laatfte plaats pas een myl vian de
Zukhzee af, a i van de eerfte ontrent
änderhalve myl gelegen is; Deze dot-’
pen_ können te. zamen met haar negen
Vfef elf honderd huisgezinnen uitleveren.
De Land- : - Van het Prinsdom Pondajang; Ooft-aafi,
bver ,de .naaite Rivier 3 die in de Zuid-zee
lütwatert,gäande,'ontmo.et men, tuflehén
de fweede en' dénie Rivier, Zuid-àan, tôt
aan het Prinsdom Selagodon, anderhalve
myl van den oorfprong der Rivier, de dorpen
Wating,. Sibufang, wat ooftèlyker ,
Mora, Kawongan, wat WeftelykéryLa-
bijang, Bidamma, Tradjoe, en cen myl
Ooftelyker Tûlamoes, en een myl Zuia-
Ooftelyker Tfikalong} welke negen dorpen
elf honderd en vyftig huisgezinnen
hebben. -
Pas boven, of bezuiden Tradjoe, en Tfi-
kalong heeft men ?c Prinsdom Selagodon.
In *t zelve, dat meeft rond, en wel zoo
'groöt als *t Prinsdom van Pondajang is ,
leggen aan de Weft - kant ontrent de
tweede River, de dorpen Lawi Paflàng,
Nangor, dat wat ooftelyker is,l Tfipa-
dong, by een gebergte, dat zieh wat
Zyidelykcr opdoet, Pan, en Foorol, en
aan de Oo|l-kant Tiitollo , Sirondo, Bat-
tedamber,Selagadang, Wallig, Tfiromo-
lan, en TiàaniS y welke twaalf dorpen
ruim veertien honderd huisgezinnen fterk
s&yn. :
HctPtins- Beooften dit Prinsdom, en längs de def -
domSela- de Rivief, die in de Zuid-zee uit wat ert,
80<lon* aan de Weft-zyde, een myl tenZuid-Oo-
fteti vâh Tfikalong, heeft men de dorpen;
Tfifenfi, Sihoporà, Batoeangara, Kattan,
Tfîauw, Oetjong, Paliang, Loa, Afà-
käl, Tfiloewang , en nog een dorp zonder
naam, in een ftreek van twee en een
ooften
Fondajang.
halve myl, al Zuid-op, leggén, van waar
men tot aan de Zuid-zee wèi vier o f vy f
mylen verre t nièt dan vier zwaré gebergten,
met eenige vlakten hier en daar tuf-
fchen beiden necft, die zich vOóf al tu f
fchen de tyvée Zuidelykfte gebergten op-
doen. Deze elf dorpen Zyn wel dertien
honderd huisgezinnen- fterk.
; Beobftén cte derde Rivier, die in dè
Zuid-zee liitw'àtei'd, een groote myl ten
Zuid-Ooften.van Pankolang in ’t Noor-
den, ontmoetmen eerfi ’t dorp Malela,en
wat oóftriyker, pas bovén, o f bezuideri
een kleene ìpruit, die twee o f drie myl
ooftelyker in gen andre^ Riy ier yalt, die in
^^mncrRntìrUltwa^it ,Ztìid-op, dè dorpen
Brafal, Koetta, Tfimet^, Tfikefi,
dat lùting ten Ooflen heeft, Tinfon, eh
wat Ooftelyker, Laliibolang, en Tfiwo-
làtì , ten:Òoften van welke laatfte dorpeh
een haìve myÌ', tWée gebergten leggen |
deze dorpen hébben met haar tienen wel
denien honderd huisgezinnen.
Een myl bezuidenTfiarolan legt, Zut*
den-aän, Tfitanjong, Tfigatoe, Kappipal-
la, Tfìjonfi, Tripamocti, enSappi,welke
zes dorpen wel zeven honderd huisgezinnen
uitmaken.
Ten Zurdeti van Sappi ontmoet men,1
binnen anderhalve myl, CoenVoen, Lay-
tatong, Patèkoi , Sofòkàrti, éù èen myl
o f andèrhaif ooftelyker T'ÌÌpàróra,enPa-
non^n, wel zoo weftelyk , dan weerPa-
noiigafiaö byna een myl Weftelyker, Mà-
dang Tafhjong, Linkombàfan ; dog wat
oofteiykef dan Panangonan heeft men Si-
panahf (tén Ooften van ’t welke Datnma-
jong legt) Tfiliggi (dat Dindangajor een
myl Ooftelyker hccft) Tfikambo, enTfi-
goeger, welk laatfte van Tfiparora ontrent
twee mylen na ’t Zuiden legt. Deze
vyftiéo (Ictfpeo können Wel zeventien
bonderd'huìsgefcinneh uitlevCTen.
Boven Tfigoeger, en Linkombafàn, tot
aan de Zuid-zee heeft men drieofviermy-
len verre, niet als woeft gebergte ; dòg
hier ontrent uécmd 5tRiviertje Pinang,of
Kidoelang, dat in de Zuid-zee uitwatert,
zyn oorlprong, pas benoorden Tfigoeger
met twee ipruiten,die zichkort’er nà ver-
eenigen.
Wanneer wy nu al verder Ooft-aan, by De Landdie
Rivier, die in ’t binnen-meir uitwa-^c^cn
terd; en bezuiden dien tak’er af, die Ooft waffing*,"
en Weft loopt, opgaan, pm zoodeland- Golocn.
ftreeken van Koewafiìng, Gòloen, Im- Impanag».
panàgara, en ’t land vanPagger, grenzen- ^ | nvjcQ
de aan malkandercn, te befchryven, ònt- Paggcr»
moeten w y , aan de Weft-kant, eerft de
dorpen Sinampan, Paieripan, Tfiparays,
Woeliger (met nog twee onbekende dòr- r
pen) Tfikawawi ,en Tfikanjong; en daar
Dove» twee gebergten,. boven malkande- '
rén, en twee mylen Zuidelyker nog een
zwaarder gebeizte, pas een myl van de
Zuid