
4 3 0 . B A T A
fchepen trá’s Reede, te weten, de Oude Zon, ’t
«le Engclze \ y apcn van Amfterdam, Delf, de gou*
niocutCSC" de L eeuw, den Engel-, de Valk, en de
jager, flellende Noordwaart aan'zyn cours
na de Engelze vloot, die elf fchepen flerk
zynde (daar onder gerekenthetvoornoem-
de van ons genomen fchip de zwarteLeeuw)
’s namiddags met de zeewindinsgelyksop
onze vloot afquam,en daarna ookontrent
een kanon-fchoot boven wint van de zel-
Ën werd ve ten anker, als wanneer terftond een
door de van hunne trompctters,diede Nederland-
Engclzen ee taal fprak, met een fchuit onze gehee-
? Ie vloot uit de naam van den Engelzen
Zeevoogd quam opeiflehen, onder dreigement,
dat, by weigering, met geweld
daar toe zouden gedwongen worden;dog
daar en tegen weder met beloften, indien
het goedwillig opgaven, dat dan alle de
ioldy van het volk volkomen zoude worden
betaalt, behalven .de genieting van
Zyn Edel- vryheid, en goed traólement. Waar op
faeids ant- de Gouverneur Generaal Koen liet ant-
•woord. woorden, dat ingevalle hem ons fchip de
zwarte Leeuw,met zyn volle lading,niet
wierd weder gegeven, hy dan genoodzaakt
zoude wezen zieh daar van te revengeren,
en geweld met geweld tegen te gaan, en
daar mede keerde de gemelte Trompet-
ter, na dat h y een meenigte van vuile
fcheld woorden haduitgebraakt, weder na
de Engelze vloot : en zoo eindigde ook
met een het jaar 1618.
Waar na op den eerften dag van ’t jaar
1619, de Heer Gouverneur Generaal met
een çhaloep van Jamby tyding ontfing, dat
de onzen en de Engelzen aldaar met mal-
lcanderen in gevegt waren geweeft ,en dat
’er een Engels Koopman was dood geble-
ven, en daar tegen van de onzen een Bottelier
, en een Inlander, voorts dat ons
Het fchip fchip de Berger-boot, op den 26 Decem-
«le Berger-ber i6i8 van Jambi na Jakatravertrokken
hoot, zynde, de twee Engelze fchepen,die daar
•voor de Rivier op hem gepaft hadden, nog
gelukkig was ontfhapt, en alzoo de Heer
Gouverneur Generaal Koen ’s avonds te
voren om de Noordweft een fchip in het
S ■ gezicht had gekregen, en nu wel giften
konde, dat net de gemelte Beiger-boot
moelle zyn, ligten de onzen ’s morgens
vroeg hun ankers, en liepen, omhetaan-
komende fchip, te behouden, en tot dien
einde boven wind te geräken,dwarsop de
gerangeerde Engelze vloot aan, waar aoor
v y f der zelve fchepen, die boven wind lagen,
eh niet willen wat de onzen voor had-
den, hun kabeltouwen afkapten, de ankers
ftaan lieten, en afweken tot by hunne
zes andere fchepen, zoo dat de onzen
als toen de wind ofte de loef wonnen, en
Komt in ‘t des anderen daags morgens den 2 January
gezigt -»an wat vferder zee-waard in liepen, om het
oszevloot. bovengemelte fchip de Berger-boot, dat
ze door de Engelze vloot heen zagen, bui-
ten der zelve magt te houden.
V I A 'S
- Alle de Engelze fchepen, die nu we*Die ïn gè:
der boven windgeraakt waren,ligtqnme- TfS1 “ ct&
de hun ankers, quamen op de onzen af, rj”^ icn
en, wat gehadert zynde, begonnen eerft
met fcherp op de onzen los te branden ,
dog kregen terftond op de zelve wyzedui-
delyk antwoord, en daar mede nam het
gevegt een aanvang, het welk duurde o-
ver de zeven glazen,ofte ontrent 4 uuren
lang, en dat met zeer gropten moed van de
onzen, de welke daar in bequameny doo-
den, en 15 gequetften , dog daar over veel
minder bedroeft en ontileld waren, als
over de bovindinge, dat ze in die körten
tyd wel een, derdepart van hun kruit hadden
verichooten; dan na dien-de Engelze
fchepen mede zeer wel getroffen waren,
zoo wierd ook vaflgefleld, dat ze al vry
wat ichade geleden, als mede veel volle
verloren moellen hebben.
Het bovengemelte fchip de Berger-boot, ~
ziende dit gevegt van verre, zette het zoo
regt, als hy konde, op onze vloot aan,
en quam tegen den avond daar in en b y ,
zynde alzoo de Engelzen ontjaagt,en ge-
noegzaam als uit den brand gehaalt, maar
hunne icheeps-boot, die ze met 14 mannen,
twee dagen te voren voor uit gezon-
den hadden, om de kuft te ontdekken,
liep ongelukkig in de klem ,en raaktemet
het volk in handen van den vyand.
’s Avonds liepen zoo wel de Engelzen,overleg-
als onze fchepen, na de wal, en quamen gingen van
niet heel verre van malkander onder eene
der Eilanden, buîten het gezicht, en denc^ Gene,'
grenspaling van Jakatra, ten anker: waarraal Koen,
na de Heer Gouverneur Generaal Koenc° Raad.
des nagts den Raad liet ^vergaderen, om
met den anderen te o veri eggen, wat hen nn
vorder te doen ftond; aogde aävyZen wa-
ren zoo duifter, en liepen zoo ver ward
door malkanderen, dat men tot geen be-
fluit konde komén: eenige waren vangc-
voelen, dat men de Engelzen met den dag
weder behoorde aan te taften, maar het
gebrek van buskruit fliet deze ftemming
(die anders ongetwyffelt gevolgt, en in ’t
werk gefteld zoude zyn geworden) tenee-
nemaal om verre.
’s Anderen daags, zynde den 5 Jariua-De Engel«!
ry, kregen de Engelzen nog drie van Him-“ vlooî
ne fchepen van Bantam, zoó dat z y n u iq ^ ^hf-
lterk waren,het welk de orizendenmoeapen verniet
weinig deed zakken, en, zynde den^kt.
Raad op het ontbod van de Heer Gouverneur
Generaal weder, .ten einde als daags
bevorens,by malkander gekomén, vielen
’er, behalven het gebrek van buskruit-;
nog te overwegen verfcheide andere zwa»
righedcn,de welke ’täantaften vandeEngelzen
mede ten eencmaal íchenen tegen
te zyn, namentlyk, gebrek van Volk, de
reddeloosheid der fchepenhuri ryke en
koftelyke ladinge, eri dar daar mede, tegen
zoo veele van den vyand', na alle ge-
dag-
G R O N D -V
dàgtciï ,- geen voordeel te behalen zoude ¡
wezen, zulx daaf op , voor af , wierd vaft-
geftdd} -weder, na. de Reede voor Jakatra.
te loopen,om met de onzen aldaar, het bo-
venftaande in. nader overweging te qemen.
De ankers:wierden dan weder geliebt,dewy!
de Engelzen al onderzeiTwaren,om,;
na het fcheen * de onzen-'weder aan te taften,
maar ziende dat ze op Jakatra aan zet-c
ten, blèven zy hunne körnende, driefche-
- í peneenweinigtyds in wagten , en volg-
den de onzen zeer kort agter aan , zynde>
nu 14. fchepen flerk.
De Heer Gouverneur Generaal Koen,
binnen de Eilanden van Jakatra gekòmcn
wezende , liec wederom cíen-Raad by malkanderen
komen., . om te zien waar men ’t
beft zoude cours zetten; dog-als de zaak
in overweging gelegt, was, wierd het an-
keren glad afgellemten. geoordcelddat
een befluit ,• om met de fchepen zoo dry?
De onzen vende;, • of zeilende j .na -Amboina te loo-
beiluitcnna pen, en aldaar onze magt by een te .ver-
te kjopen* dieniliger en neilzamerzou«
e oope . ¿ e we2en j f(jan (jen geheelen ilaat der È
Maatfchappy aan een hagchelyken zee-Jlag
te wagen f -te meer, om dat men, wanneer
de kleene voorraad van kruit yerfcho-
lteweeg- t e n w a .s » noodzakelyk zoude moeten vericdçnen
vallen in handen van de Engelzen ,en daar
dieswe- door komeñ te veroorzaken een onnoeme-
ECD’ Jyke-ichade, en een nederlage, die- men
bezwaarlyk- weder zoude-konnen herftel-
len; eri te boven komen. Hier quam nog
' by j dat dé Engelze-fchepen fceterbemand, I
en bezeilt waren, als ^e onzen, dat wy
de onzen toc-Jakatra geen-meer hulp kon-
den . toebrengen, en dat’er ook geen Tyd
was,- om hun advys van land te doen af.
halen ÿ dat zy van volk, en alle noodlyk-
. heden ter defenfie vry wel • voorzien waren
, uitgezondert van buskruit ; dog waar ¡
mede de fchepen hen ook niet kondenheU
pen ; dat zy na-t vertrek -van çnze fché-
pen na de Oofterfche quartieren, indien
hen de mood daar- toe quam te dringen,
ook een; beter- accoord, : ’c zy dan met- de :
Engelzen ,o f den Koning van Jakatra, zouden
können bedingen, alzoo de zelve zieh
' wel konden - verzekert houden, dat de onzen
niet zouden nalaten met zooveelmagt,
als <ze konden-by een krygen, ten ipoedig- 1
fien weder te rug te keeren. Dat men alle
de contanten en koopmanichappen, in
onze fchepen zynde , niet behoorde in zoo
een ongelyken waagfchaal te zetten ;omte
behouaen het gelatene tot Jakatra, ’t welk
ten dien opzichte weinig was , dat- het niet
te verantwoorden zoude wezen het mee-
tendeel van den Ncderlandzcn Staat in Indien
te pericliteren ; om daar van te behouden
een verbleven kleen gedeelte tot Jakatra
voornoemt: nadien, wanneer onze
bovengemelte fchepen geflogen en verloren
wierden, de Engeizen over al in In-
E S T I N G. 43 r
dien voor een langen tyd zouden hebben en'
koniien behouden hét meefterfchap terzec,
en waar opdan ,als gézegt, zoude moeten
, volgen eeri onverzéttelykèfchàdeen rieder-
lägc, die de Ë. Maatíchappy veele jaren ,
zoude konnen onderhouden ¿ maar tegens
dif alles, waren.weer andère redenén, namentlyk,
of men dan het volk, geld, en
goederen tot jakatra zoo fchandelyk zoude
mögen verlaten, en of men zoudé mögen
; toeitaan, dát de Engelzen zòo vervolgens
weg namèn, en hun meefter maakten van
alle onze fchepen , ,-die dagelyx, zoo uit
: het Yaderjáiid!, als verfcheide geweften
van India,in de StraatSundawierden ver-
wagt, benevens meer aridere, tedezerftpfi
fe, dienende,, tegenwerpingen ; dog ’t belang
.vari' ’t een en ’t ander wel en met aan-
daigt overwogen’ zynde, wierd eindelyk
befloten , en vaflgefleld, de fteven na de
Oöft te wenden, en met de rykfle fche-
pen na Amboina te loopen, gelyk dan ook
terftond gefefiiede, wezende de onzen nu
nog verfterkt met het Fregat Ceylon ,twee
dagen te voren vanSuccadana op Jakatra’s
Reede ten anker gekomeri zynde,dog met
het welke de Koopmári Jacques le Febre
door den Heer Gouverneur Generaal ge-
ordonneert wierd zieh te moeten onthou-
den omtrent. het Weft-einde ,ofte de mond
van de Straat Sunda vooraoemt, om aldaar
te kruiflen op onze fchepen, die vari
verfcheide Indifcnq quartieren, als mede uit
het Vaderlarid, wierden verwagt, om de
zelve voor dé Engelzen te waarfchou wen ,
.en kenniffe tc geven , van ’t gene tuflehen
Een en ons was voorgevallen, tot welken
einde zyn Edelheid ook na Solor afvaar-
djgde het fchip de Jager , als mede na Bi-
ma om Ryft het fchip de Berger-boot en .
na DJapan.(een Landfchap op Java’s Ooll*
kuft) om partye andere provifien, vee,
en veryerfling, het fchip “de Valk.
En op dat de onzen in de verfterkte logie
tot Jakatra, als toen voorzien zynde
.met 40. ftukken kanon, vari de vooröoem-
de genòmèri refölutie, en het vertrek der
fchepen niet onkundig mogten blyven,
fchreef de Heer Gouverneur Generaal
Koen, al Voortzeilende, een briete a a n ope¿_,
den Commandeur Pieter van den Broeke,melted"
denzelven, mitsgaders de verdere Officie- ^uic wcrd
ren en Raad-perioonen, daar by aanbeve- aan dc oti"
lende , om het tegen de vyanden zoo lang kltra L-*"
uit te houden, aß het hun mogelyk zou- kent ge-
de zyn ; dog niet langer könnende, dat^aakt;
dan met deEngelzen,oftèden Koning van
Jakatra zoude tragten een goed accoord te
maken, en liever onze logie, punten ea
boiwerken overgeven aan de Engelzen, als
aan den Koning van Jakatra, daar byvoe-
gende een ernftige waarichouwinge, van
wel op hoede te wezen, om onder fqhyri
van vriendfehap niet verraden te werden.
De gemelte Commandeur van denBroek
, dit