
A»., Uij. gendççl groote winften aan de E. Maatichappy
heeft toegebragt.
, $ 3 dat hy nu ’t opperbeftier van Indien
van Juny °. 1618 zoo getrouw bedient,
en al het verovcrde met zoo veel beleid,
door zynen alom gevrecsden naam bewaard
í had, heeft hy, nu genegen zynde weer
na zyn vaderland te kecren, zyn oog over
een van de bequaamfte dienaren der E.
Maatfchappy laten gaan, om dien tot zynen
vervanger te georuiken.
i Onder deze quam hem als de bequaamfte
voor, de Heer Pieter de Carpentier,
Ao. 1616 met het fchipdeTrouwalsOp- I
perkoopman uitgevären, welken hy, A°. I
1619, in Amboina zynde, als ordinär is |
Raad, en algemeen Beftierder van den I
handel der E. Maatfchappy, in zyn plaats !
aangeftelt had, welken dienft hy totzulk ¡
een byzonder genoegen van de Heer Koen
waarnam, dathy, na ’t vaderland om zyn
verlpffing fchryvende., in de algemeene
brief de voortreflelyke hoedanigheden van
dezen Heer omftándig aanhaalde, daar
nevens voegende, van oordeel te zyn,
dat hy debequaajnfte was, om zyn vervanger
te wezen, en dierhalven alleen
— Htm (juii uc nccrenuaar“
toe voqrgedragen, en zeer ernftig aanbe-
volen te werden.
-Daar pp in het antwöörd der* Heereil
. Zeventienen A°. ifiix laft bekömen heb-
bende, om zyn opperbewind aán dien Heer
over te geven, hçeft hy dat ( na,’c zelve 4
I Jal-en s I maanden, en eenige dagen waar-
i genömen te hebben) den 51 January 162Í
met toeftemmirig vandeaanwezendeHee-
ren Raaden gedaan, en hem op dien .tyd
, als Oppergebieder van Indien vöorgefteld*
I Op de zelve dag nn met het fchip Dor-
dregt, en nog 4 andere welgeladen fche-
pen, van Batavia vertrokken Zyhde,ishy
in September in Zeeland (zoo de Heeren
zeventienen den 23 O&ober 1625 fchre-
ven) met 4 fchepen behóuden ten anker
gekomen, gelyk het vyfde, vari hem af-
geraakt, in November gevolgd is ,’tgeen
die van de Ooft* Indifche Maatfchappy zoo-
danig gefterkt heeft, dat op die tyd (een
zeer aanmerkenswaardigezaak) éenige weinige
kooplieden al de peper der E. Maatfchappy,
bedragende eert getal van 19000
baalen, en een fomme van 4y tonnen gouds
beloopende,by verdrag opgekogthebben.
V A N D E H E E R
O P P E R L A N D V O Ö G D
P I E T E R d e C A R P E N T I E R.
H«t leve» T'VEze Heer was de vyfde Öpperland-
van dcHcer voogd van Nederlands Indien,
landvoosd . De2e_Heer Oppergebieder de Carpen-
, Pieter de tier» dit zyn ampt getreden zynde, heeft
Carpentier. zig niet min naaribg en voorzigtig in het
zelve, als in dat van Algemeen Beftierder,
gedragen, en alles in die eerfte maar pas
ontloken ftaat der E. Maatfchappy'in het
Nieuw Batavia bygebragt, wat eeniger
mate tot ftaving van den borger-ftaat, en
verdere yoortzetting van den zoo onlangs
daar geyeftigden hoofd-handel dienen kon,
In zyn tyd viel *er een zeldzaam geval
voor, als hy eens van de Tygers-jagt te
riig quam, en men, met ’t vallen van den
avond, nu dicht by Batavia de paarden,
volgens gewoonte, uit de Rivier water
wilde geven. Terwyl een van zyn Edcl'-
heids lyffchutten daar bezig was,om zyn
paard, zoo als hy’er nogop zat, te laten
drinken, fchoot’er een Jíayman na toe,
die’t paard vattede,cn in aller weerwilin ’
de Rivier trok, zoodatdeRuitermaarpas
tyd had, om ’er zig met een fprong af te
redden.
Dit geval alomme op Java gehoort zynde,
het de Koning vanTsjeribon zyn Ed,
wet;en, dat hy een bezweerder had , die
raad wift,om dien Kayman levend op te
doen komen, den welken hy zyn Ed. zond,
om dat uit te werken, en hem teftraffen.
Zyn Ed.nam dit aan; dog vaft ftellende
dat ’er könft o f pedrog onder liep, liet
dezen bezweerder over al na gaan, alzoo
hy zeidetot dit werk eenige dagen van no-
■ den te hebben, en hy zag hem eindelyk
met een grooten Kayman aankomen, dien
hy zeide gevangen te hebben, en de zelve té
zyn,die aat paart in de Rivier getrokken
had.
Zyn Edelheid, zyn Spion nu gefpro-
lcenhebbende, höorde, dat hy hem met
een vetten aap (daar de Kaymans dol na
zyn) gevangen; maar geenzins door eenige
bezwenng gekregen, o f uit de Rivier
I op doen komen had. Hy had dien aap
aan een grootetwee-takkigehaakgeflagen
•en die over een tak boven ’t water gehan- j gen, waar op de Kayman toegefchoten,
j en zoo vaft gehaakt was, dat hy volgen
moeft, wanneer hy hem daar mede na zig
toegetrokken had.
I Mm 1 - Zya