geñ, ende Ñederíanders voîgens hunne
krygs wetten, geen gehoorzaamheidIchul-
dig waren aan een, die daar buiten, veel
min aan een die gevangen was, en dat hy
ook zelve, wanneer mede een Raadsper-
ipon wäre, zyñ Commandeurs ordre in
diergelyken geval niet zoude können na-
komen, zonder daar over de ftrafle des
doods onderworpen te Zyn, zoo moeû hy
eyenwel den begeerden brief fçhryvcn, en
den.zelven door een lyf-eigen yan den Koop-
man Kornelis Houtbraken, die daags te
voran van Bantam aldaar aangekömen was,
tot de onzen in *t Kafteel afonden',,zyn-
de deze Houtbraken exprès door den Pa-
ngerang van Bantam afgezonden,om met
den Koning van Jakatra ’t een en’t ander
tc verhandelen ,‘en zoo wierd hy geconfide-
reert als een onzyciig periben, en niet ge-
lyk die van ’t Kafteel-tot Jakatra, als een.
Vyand aangezien, hoedanigenonderfcheid
te. makèn, de Ëngelzen aan de ja vanen nu
ongetwyfeld al hadden geleerd ; en nadien
aan hem Houtbraken ook nog dien zelven
avond, op zyn verzoek, wierd toegeftaan
den ge vangen Commandeur Pieter van den
Êroeke te incoenipreeken , vònàenzymét
malkanderen goed, dat Houtbraken ter-'
ílond weder na Bantam zoude vertrekken,
niet alleen om aan den regeerende Pange-
rang aldaat bekentte maleen,den toeíland
van onze zaken tot Jakatra, maar ook den
zelven, onder belofte van erkenteniíTe,en
een goede vergeíding , te veizoeken , dat
door zyn vermögen wilde bewerken. de.!
verloffing van den Commandeur uit zync
gevangeniflè, en verder vertrek na Bantam,
om aidâar te blyveh tot de weder-
komfte van den Gouverneur Generaal,
enz.
! Wanneer nu de onzen in hetKàfteeltot®ic *»g hi
Jakatra tyding hadden ontfàngen ,yan h u n -^ cj*n
nen zoo deerlyk mMandeíden Çomman-giiigCffei.
deur, waren zy daar over zeer yeriìagen en kfo.
bedroeftjflooten de pöoften réfe, bragten een
party lywaat, of kleeden-pakken op de bol-
werken, om aldaar te dienen tot boriiwee-
ringen , en verkoorcn weder by provifìe een v
nieuwen Commandeur, ramentlyk, den n£u“ çn
Onderkoòpman Mieter van Ray , die Z y Comma»,
oordeelden daar toe de bequaamfte te zyn 4eur vcr-
’s Anderen daags desi 2,3 January kreeg^czcn'
de
G R O N D - Y
de gevangen Commandeur Pieter van den
Broeke bezpek van des Kpnihgs Sjahban-
dar, en twee Engelzen, die zyne handen
uit het blolc latende Quiten » hem daar decir :
wel.eenige yerligtiçge gaven ,dan het was
yppr geen .langer tyd, als dat hy daar mede
een nader, of twçede briefje aan die van
het Kafteel geichraven, enhen daarby.de
overgave geordonneerd zoude hebben,onder
aanbieding van een Engels ichip, om
daar mede te können vertrekken, maar de
onzen als toen daar toe nóg niet könnende
befluiten, o f door dreigementen bewogen
worden ; gaven aan den beftelder tot
anttyoord$dat zy hetuitierfte wilden wagen
en afwagtem
j De Engelzen namen j nu ook hun flag en
lyd zoo wel waar, dat ze aan de over-, ofte
Weft-zyde van de Rivier, ter platze
daar hunne voorige huizen en werken hadden
geftaan. inet hulpe der Javanen, bin*
nen w^nig dagen, weder een nieu weftért
ke batterye, voorzfen met S ilukken ka-
jaon, haaden;opgercgt,ien daar«n boven
? S T I N G. 43S>
ook gerepareerd alle de gene,diebevoraus
door hen , en de Javanen waren opgemaakt,
’t wplk 90k de onzen genoodzaakt waren
gpweeft met goede oogen, gelyk men zegt,
aan te zien, zonder .’t zelve te durven be*
Letten,eensdee]s,om dat nogdagelyxvoor
hun geid met allerlei provifie en verver««
ichingen wierden geryft;ten anderen,om
dat met veel fchieten hun buskruit zeer
haaft zou zyn geconfumeert geweeft; en
ten derden, om dat ook door zoodanig een
verhindering,of tegenweer, de verbittering
der vyanden niet. vermeerderd, en hunne
conditie alzo® verergert mogte werden.
Onder dies liec de Koning van Jakatra Eilch ca
aan de onzen in ’t Kafteel bekend maken,bod OV(j*
dat hy wel genegen was den gevangpn^1^ “
Commandeur, en allen die by hem zaten,,.^^^
weder in yryheid te ftellenj mits voor des
zelfsrandzoen, of lpsgeld, genietende een
fpmma van tien duizend realen, en waar
op . hem een bod wierd gedaan van twee
duizend realen; maar dat was hem
ring- voor-zoo veel menichen, de
elende en armoedc, | den; en nog daar en boven alle gepynigt
en fnuudmoeftenly- j zouden zyn gewordenem uit hun te ver-
1 ftaan