
t y * ß E S C H R Y
&.tfof. honderd Baliers, vericheide Maleyers,
Nadcr 9
trouwloos
•heidvan
Dcpaii
Soerabaja.
De Madureezen
en
Soeraba-
ijers
Maningcabers, en Javanen, zoo. lang hy
konde, verdedigt* en toen de vlugt ge-
noracn had, endat, zoo ras hy te Derma
""quam, zyne wy ven, die daar waren,met
Ndla Wangfa, Hoofd van dit dorp, en
"de verefefe hier ontrentgelegene dorpelin-
gen, eerft tegen de middag na ’tgebergte
gevlögc waren, gelyk wy hen daar die zelve
ayönd ook groote vüuren zagen aanfteken.*
" Deze man wift ons ook omftandig te
zeggen, dat Ingäbei Loör al eenigedagen
van te voren net bericht door die van Soerabaja
bekomen had, wanneer ons leger
öpbreken, en wanneer men hun aantaften
ytoü; naar al het welke Soerapati, en de
Temanggong van Bangel, Djaja Profä,
daar vän mede verttendigt, zieh ook ge-
fchikt hadden.
Den a'8 September blevenwyhierleg-
gen, en hadden goedgevonden, dat de
Prihcen van Madura, en vän Soerabaja,
eenige duizenden van hun volk voor uit
zouden zenden, om den weg na Bangd,
ontrent-twee mylen van onze leger-plaats
gelegen, te bezigtigen, en dm die zoo
ruim (daar ’tbofeh was) open te hakken,
dat wy derwaards in twee linien zouden
können voorttrekken.
Men vond daar benevengoed,hen door
drie van de fterkfte Inlandze vaandels, van
de Kapiteins Babandan, Dain Mangoppo,
en Dain Maladja, te doen dekken,opdat
zy door de vyand niet mogten overvallen
werden.
Ik had, alzoo dagelyks erger wierd (gelyk
mede de Kapitein Luitenant Holts)
äi ettelyke maalen de Heer Knol verzogt,
om onder rt geleide vaneenkleenetroepna
Soerabaja gebragt te werden, daar ik met
*er haaft van hier komen kon; dog zyn
Ed. zeide, dat hy het by haar Edelheden
niet zou können verantwoorden, zoo my
eenig ongeval van roovers o f moordenaars
op den weg overquam. Dat my een klee-
ne troep daar tegen niet dekken,endathy
een groote met miflen kon ,belovendemy,
zoo ras wy Bangel, of Calianjer, vero-
verd zouden hebben,met een Pantsjalang
(zeker kleenvaartuig) na Soerabaja te zullen
zenden; met welke belofte ik voor eerft
wel moeft te vreden zyn, alzoo ik wift j
dat het zeggen van dien Heer niet onge-
grond was.
Na de middag ten drie uuren kregen
w y , na dat ik een weinig, hoewel tegen
myne gewoonte, geruft had, een Hechte
'tyding, dat namelyk de onze, tot in het
•gezicht der vyanden gekomen zynde, de
Javanen en Madureezen het ten eerften op
een loöpen’hadden gezet, en dat daar op
de vaandels van Dain Mangoppo en Dain
Mäbella (twee Maeaflaarze Kapiteinen)
door den vyand verftroid, eenige van hen
gevangen genomen, en een Inlands vaan-
Metde
troepen,
die hen
dekten op
de vlugt
gqaagd,
V I N G i y a n
drig vennoord zynde, de Balifche Kapltem
Babandang npE alleeponmogelyk langer
gaande h ou d e tìk o s , endierhalvenom
ontzet verzoeken liet.
De Heer Knol hier over niet. weinig De i w
ontftelt, alzoo ptis de vyand alle oogen- Bev«ctot
blik hier overvallen kön, en wy den Zel- onit«
ven in »t körte fe^emoet zagetì, bclafte8CZOndcD•
aanftonds aan de Heer de Bevere, alzoo
’er geen tyd was, om den raad hier over
te beleggeil, inet zyne Brigade vän vier
HPllandze, en vyftien lnlandiche vaandels
tot ontzet van Orts volk henentetfek-
ken, hém ùitdrukkelyk verbiedende,niet
buiten het boich te gaart, dàt ontrent drie
viferde vàn een myl lang was, en niet het
kHnfté, alzoo' deh avbftd haaft op händen
Zou zyn, tegen dert vyarid te ondefne-
toen, maar enkelyk ons verftroidVolk by
een te zamelen, en dat VOofZichtig weer
af te leiden.
Dezen nadrukkdyken laft gaf Zyn Ed.
8811 Heer in myne tegenwoordigheid
met zeer veel voorzichtigheid j maar al-
zoö hy vreesdé,kennendezynen driftigen
aard, dat hy, een Soldaat völ moed zynde
, dit wel licht vergeten, en dat den y-
ver ten goede hem dikwils (gelyk ookge-
beurde) vervoeren mögt, zoo zond.zyn Ed.
met alleen nog een oppaiTerte paard,maar
nog wat later ook den Adjutant de Har-
tog met die zelve ftipté laft hem öa.
Terwyl wy nù met veel fmerten ,en in Engefc,
groote bekommering, alzoo ’er al een mir 8en*
of twee verloopen was, en wy geen he-
richt van’t een nog ’t ander kregeni' za-
ten te wagten, quam ’er ten vyfltóren ein-
ddyfc een tyding, die nòg veelèréeiWas,
dat de Heer de Bevere, zig wel anderhd-
vè rn^l buiten rt bofeh begeven, en ffleh
met den vyand ingewikkeld hebbeirde,
door den zelve t’eenemaal in de vlügt gellagen
was, en dat mendierhalventrietanders
öp deze zyne onvoorzigtige daad te
wagten had, dan dàt wy in kortenjyd äl-
hier door den vyand medeovenvälfetizoü-
•den werden. Was de Heer Knol door de
eerfte tyding ontfteld, hy Was her, -inet
veel reden, niet minder mtr àéz£
Hy belaftte aanftonds, dàt de Heer Bin-0rd|^001
örtg met zyn vaandels 'er na toe gaan, en
dat de Heer Sergeantmet zyne Bngadezjg S . g
voor ’ t naafte hofeh .plààtzen zou, om den
vyand, zoo hy 'optms afkomen mögt , daar
teftuiten.
Ondertuftchen kregen wy veel quäde
berichten^ die alle daarop nit quamcn'(ge-
lyk wy by de ftukken ook zagéhj 4at al
ons volk, de een voor, de ander na,zeer
verbaaft quam vlngten.
Het befte en nerfte bericht kregen wy Bcncbl m I
eindélyk door de Hcrtog,die ons zei, dat Ì " Vcld'
hy‘de Heer de Bevere in !bofch niet vin-
dende, hem wel anderhalve myl \ t bui-
ten op een padi-veld ontrent een doijpje,
niet
A%t7og,} niet verre van Bangel, met veel verbaaft-
Zyne \
■ ■ D ,rbVI Vv.1 UdalL*
heid gevonden, en hem gezegt had, dat
hy hier ganfch qiet wel was,.*en dat hy,
volgens laft van de Heer Knol, maar voor-
zichtig met zyn volk aftrekken zou, om
het bolch weer te krygen.
• ‘■ .. Hier op had de Heer de Bevere hem
geantwoord: Waar na toe zal ik te rüg
ivyken ?, zal ik na dat paggertje wyken ? *t
geen hy vraagde,om dat eenen Jan Kroo,
met zyne Madureezen bezig was, om daar
- een paggertje te maken. Dit rade hem de
Hertog af, om dat h,y dan zeer licht zou
kounen.afgeihpden werden.
• Hy w^k dierhalven, zoo goed als hy
kon, na ’t bofeh toej dograakte door de
ylugtende Javanen, en Madureezen, die
de Hertog te vergeefs ftutten wilde , zoo-
verwerring, dat de Hertog ein-
Jjelyk. maar wegreedi om kondfehap van
alles aan de Heer ICnol.tekönnen geven.
; Daar op liet de Heer Knol ook de Bri-
ioijiv ' 8*^» V“ de Heeren van der Horft, en
van Bergen te.gelyk uittrekken; dog be-
lafte die ejodelyfc weer na hunnen -poft
te wyken, om van agteren niet overvallen
te werden, en dat zy maar alle in de
wapenen zouden blyven.
™ ^ ,~^)ndcrw<rci?en <l“amen regenden don-
Hcer de keren avond de Heer de Bevere en veel
Beverezelf.jJmandfche overften, die hunne wapenen
.weg geworpen badden, en ’er zeer be-
modderd uitzagen, mede aanzakken.
, ^ac ^ Soerabajers, töen
de Madureezen, en daar na de andere Ta-
vanen, regen zyn verbod.als dolzinnigena
den vyand toegeloopen, en Zoo dwaSge-
"weeft waren, van hnnne geweeren, toen
| '. ' de vyand nog verte buitenfehootsWas,teJ
loden, datzy daar op de vyand van.voren
, en aan wederzyden, in de padi-vel-
den ziende aantrckken, aanftonds alle,als
lcnelmen,wegliepep,en de wapenen wee-
wieipen, noemende onder deze-bloodaars
Kapitein en Jqompftic, en al deanderen.die
• daar geweeft waren, dat ook onze Hol-
landlche troepen buiten zynen laft na den
'üä&yand getrokken waren , en daar op
' fchoon hy ze verfcheide malenhad willen
- nerzamelen, verftroid, en op de vlugt ee-
dreven waren; en dat. wy daar dom de
nederlaag gekregen hadden.
^ H y getuigde egter, dat Radin Caflbe-
ma Nmgrat, Hoofd der Sammanappers.
zieh zeer kloekmoedig gedragen had, en
in Zynsborft ook geqüetft wierd, daarbv
voegende, dat, zoo die mec de zynen niet
geftaau Mden, hy al lang te voren had
weg geweeft.
De Heer de Bevere, op die velt nog zyn-
oe, en meenende razende te werden om
dat zy na zyne bevelen niet hadden wil-
len lmfteren, wierd elndelyk door al de-
“ » goed als alleen gelaten,
- <i“ Kapttem Mabelia.eindelyk mede
wlugtende, tegen hem zeide: Mpt Mtr3A '. i f ( ,
Jpringt vaardig te paart, of gy zyt mede
nmh/ile
Hy deed dit, na dat hy zyn piftöolcti
te vergeefs geloft had, en .ondertullchen
wierd zyn jongen, een klecne Papowa, met
een piek doorregen.
De ganlche miftlag van de Heer de Be- Zyne mis-
yere beftond-daar in , dat hy tegen de uit- ^aS*
drukkelyke laft van de Heer Knol buiten
*t bofeh gegaan, cn, dat nog veel erger
was, zieh in een gevegt met den vyand,
dat hem mede zoo klaar verboden was, in-
gelaten, en daar door dit groot opgegeven
verlies van ons volk veroorzaakt had.
H y , naderhand zeer ernftig onder vraagt Enrecht-
zynde, waarom hy buiten dien laft eetre- vaardiging
den^was, zeide, dat hy door de vyand ge-1““ lcscö*
zart, en door eenRuiter,diemeteen piek
vol zilvere banden (dien hy meende Soerapati
zelve te zyn; dog eenen Radja di
Menggala was) te voorfchyn quam * als
uitgedaagd , maareven buiten »t boich ee-
treden was, en daar in’t eerft niet boven
veertig mannen vernomen had,meenende
°P d5?en “ nen dag den oorlog (was ’t mo-
geiyfe) te eindigen j dog dat hy den vyand
daar na zeer fterk hier en daar uit de lange
padi te voorfchyn körnen, en dateetal
zqodamg toenemen zag, dat hy die toen
gifte wel duizend man fterk te zyn, alle
welke hy egter wel magtig geweeft zou
nebben, mdien maar zyn troepen na' zyn
bevel toen na 't boich afgetrokken waren j
maar dat zy hem alle als ichelmen verlaten,
en hier, door deze groote Hagting der onze*
zonder dat hy alleen dit beletten kon,
veroorzaakt hadden.
Dit had wel eenigen £byn;maarinden
oorlog mocr men de laft van zvn Opper-
bevelhebber volgens alzoo men daar me-
de re aller tyd volftaan kan.
Wy bleven dien ganfehen nacht in een
groote bekommering, en zoo de vyand,aar van >c
zieh van deze zyne overwinning, zoöalslcßer*
t beboord, en van zyn voordeel bediend
’ 7 311 t u dm ^ licht in de
pan gehakt hehben, vermits’er eenonbe-
denkelyke neerflagtigheid en bedeeftheid
in al ons volk, cn zelfin de befte van on- 5
ze overften f zeer weinige uitgezonderd ) '
was zynde de oude Panombahan een van
de allermoedigftes daar nog iet goedsvan
te hopen was;maar de Heereheeftditvan ■
uns afgewend, en den. vyand de gedagten
gegeven, om, hier mede vergenoegt, na
Bangel te keeren. °
le dr°eS de Hot Knol al-Voorzorg.
le bedenkelyke voorzorge, om den vyand.,an *
zoo hy ons overvallen wilde, in eeneoetHccrKno1*
poftunr af re wagten, bevelende een&er
van de-Brigadiers goede zorge te dragen
en zieh wel te quyten. - *
Terwylwy in deze benaautheid zaten. Ged«ß
quam de Prms van Soerabaja veel Vrolv-dcn 1ori,ls
A z J van Soeraker,
baja.