
8 o Z À A K E
te eifchen liad, waar op zy zecrhard aan- i
drongen^ erizeiden v e r d e r d a t , zoo hy !
eenige andere eifchen te doen had, hy die
hen kon bekend maken ; dog hy zeide
cihdelyk , dat hy dit Eiland wilde heb-
Ben, en 'er geen verder onderhandeling över
zou gedoogen, en dat, zoo men dit doen
wilde, een Prince-, zoo niet, de Bloed-
vläg kon laten waeyen.
- Z y protefteerden zeer hier tegen , en
vertrokken daar o p , met verlöf dm in ’t
Fortje Provintia eens aan te gaan, *t welk
zy in een zeer Hegten ftaat bevonden, al-
zoo z y voor"geen agt dagen water, en.al-
lcs gebrek hadden. Weshalven zy den
Droft toeftönden zyn verdrag met den
vyand te mögen maken, voör äl. de be-
houdenis van de bezetting voor Tayopan,
o | Zeelandia | bezorgende.
Z y gaven, na hun te rug-komft, van
alles bäigt'aan den Landvoogd en Raad,
welke hun befluit, öm Kafteel te ver-
dedigen , daar op 'vernieuwden, al hunne
macht by een rakten, en den 4 deBloed-
vlag van ’ t Kafteel lieten waeyen.
.Daar op gaf zieh ’ t Fort Provintia over,
zonder dat de Droft.2ich, o f zyn volk uit
de handeh der Xsjineezejj, die hen gevan-
gen hielden, redden k o n , en al ’ t volk
uit de Stad Zeelandia trok in *t Kaafteel
vandenzelven naam, waar op de vyand de
Stad ten eerften innam, dat Kapiteyn Aaldorp
met zyn volk wel zpgt te ftuiten ; dbg
• moeft einaelyk voor de menigte wyken.
Ook beftormde Coxin ja den zy May uit
de Stad het Kafteel met zyn Kanon , dat
h y daar geplant b ad , dog de Landvpogd
en de belegerden beantwqordden dit Hpök-
moedig, bedekkende het bveral met veel
duizend dooden v an ’den vyandY ook de-
den de Belegerden eenen uityal , ~verAa-
gelden ’s vyands Kanon, dat hy zeer ver-
werd verlaten had ; en men wilde daar na
op Batavia, tegen alle reden aahj' dat zy
alle eenen algemeenen liitväl moeftenge-
daan , en dat z y dan den vyand geheel I
zouden verllagen hebben; dht "al iriede tot
laft van den Landvoogd, nevens: veel andere
ydele zaaken ingebragt'is, waar on*
trent de ondankbare en aoör den Heer
'Cojett tot Koopman gevorderde Paulus de
Vick^ niet weinig het zyne gedaan heeft,
waar op hy ook BoekhouderGeneraal gemaakt
wierd. -
Ondertuftehen had de Landvoogd hier
geen andere Krygs-hoofd,en, dan Kapiteyn
Aaldorp, eenBakkers-knecht van zynÄm-
bacht, en een zwak Luytenant, zynde de
anderen door van der Laan mede na Batavia
gefleept.
De Belegerden deden daar na nog twee
uitvallen , en toen liet de vyand’tftormen
verder voor eerft varen ; denkende hen
' door een blokkade wel tot reden te zullen
brengen.
Daar öp nu de Ware ftaat van Tayöuan l l f l 1 •
haar Edelheden omftandig bericht zynde,
ftond men toen niet weinig met deze
zaak verlegen, ziende, dat men fchendig,
en in allen deelen misleid, hoewel men
wys genoeg was (gelyk dat dan gemeen-
lyk gaat) „van halfferrig -zyn miiuag nog
niet te willen bekennen | beft oorcfeelen-
de, ai de fchuld maar op Coyetts lafher-
tighpid te leggen.
Om dit nögtans Zoo veel mogelyk "was
een andere-verw te gevär, opraeelde men
beft een Jacht a f te veerdigen , om den
Heer Clenk^ weer na Batavia te ontbieden,
alzöo hy maar twee dagen vertrokken was,
en dat aeden naar Edelheden wel voorna-
melyk ,• onj dezenbriefin te trekken ,. en,
was *t mögelyk, te verduifteren, het geen
God riiet behaagde toe te laten, alzoo dit -
Jacht den Heer Clenk^ niet had können in-
haalen.
Men vond ondejtuftchen . op Batavia
goed , een Vloot van 10 Schepen met een
icloek ontzet ( immers zoo veel men by
een ichrapen kon) ten fpoedigften der-
waards te zenden 5 dog men vond groote
zwarigheid , om een bequaam Krygs-
Hoofd. hier-over te ftellen, daar men ein-
delyk Mr. ’Jacob Caeuw toe verkoor, die
den f July met een zeer flecht fchryvens
van haar Edelhcden ( waar in zy hunnen
groven misflag niet duifter bekennen, den
Heer Clenk^ weer fhuis röepen, en dezen
Landvoogd , -en Itynen Raad, niet
weinig rechtveerdigen) na Formola Ver-;
trokken is.
Ondermflchen was de Heer Clenkßsxt
30 July op de Rheede van X^youan aan-
gelandj <fog vond het daar z q o liegt , en
zoo vol ^vyandiyke Vaartuygen op de 3STöord&r Rheede ( behalvefi dat’hy <tebn-
zeh ; van de Veftihg Zeelandia de Bloed-
vlag opheiflchenzag, zoo al s hy ’er quam)
dat hy ten uiterften daar bver verl^en
1 ftond ,' alzoo hy Landvoogd over een
Land1, dat hem , als in volkomen ruft,
beichreven ," en geenzins over een Land,
in oorlogzynde, gemaakt was. ; 1 r
* H y g a f dan aan Land kennis van zyn
komft, en hoedanig hy daar gezonaen
wierd y dog zeide, dat, om gewichöge
redenen, nog niet genegen was aan Land
te körnen, zendenqe te gelyk dien-fchoo-
nen medegebrächten brief vän d en z i’Juny
1661. door : haar Edelheden aan den Heer
Cojett, en den Raad geichreven, aan Land.
Hier op ' verzogt- de Heer Coyett | dat
de Heer Clenk^, als zyn - Vervanger dog
geliefde aan Land te komen, dat hy al
ettelyke maalen hervatte, maar de Heer
Clenk.{[txg dit t’elkens a f, en nam by ’ t
opkomen van een ftoraa :, na weinig dagen
leggens, liet waar , om eerft van de
Rheede in Zee, en daar na, by ’t aanhou-
den van dien ftorm, ondervöorgevenvan
gc-
T A Y O U A N* o f F O R M O S A.
166t, -gebrek aan- R y ft en water,-na Japan te
W foopen. Ditc was een zeer troiiwlöpze
'daad, die in zieh zelven alzoo onverant-
'woordelyk was, als een ander niet min
■¿hehdig bedryf, door hem aan eenige
omiozefe, en yan eeii ordentelyke Pas- ce-
'del vin haar Edelheden voorziene Tsji-
neezen^fgelyk men in ’t tweede Deel van
9t verwaarlooft Formoiä Fol. 35-, omftandig
aangetekend vihd) zeeronrechtveerdig
uimevö^d.
H y wierd over beyde deze zaaken, na
dat hy weer qp Batavia gekomen was,
-w d voor den Raad des Geriehts aange-
fprokenj dog ’ tPleydoy bleef fteken ^^en
men zond hem, wel yerre van hem, ge-
Ivk hy verdiend had j daar :over te ftraf-
ien,-nog*d s Hoofd! der Vloot na ’t Va-
derland , waarfchynelyk- op dat hy däär
over niet verder zou aangeiproken werden;
en hoewel hy naderhand nog eens
in Indien geweeft, en als Vryman op Batavia
gekomen is, heeft men hem over die
misdaad niei :’weer- aangekläagt , maar
hem in tegendeel zedert- Advocaat Fiicaal
van Indien gemaakt, gelyk w y hein on-
der de ftofie van Batavia, en ohder de Bedienaars
van-dit Ämpt,' dus vertoonen.
Na dat1 nu de Heä: Klenfc nmr pas iiit
Täyöuan'gemkt was ; vericheen de Heer
Cäeuw Hier deii i z Äügüftir6p de Rheed
e ; waar' doör de ganlch ter nedergefla-
g en hope.jdoor ’ t fchendig veitrek van de
LIecr Kleift¿weder eem^ins opgebeurd
Wiehä; "maar^al deze hope verdween weder
zeer droevig, wanneer"menbokdezen
Heefy die döbr de holfchietende Zee zyn
'volle , ? gelyk zyn voofhemen was, met
loflen, nög doen landen kon, weder Zee
kiezeq , en , na z8 dagen wagtens, niet
wederkeeren z a g ; dat egter, tegen alle
gedagteir, ; nög op den 8 , 9 , en 10
;"J - September gefchiedde. Hoewelde vyand
! ondertuffchen , door ’ t. ftranden van het
Schip U rk , van *t ontzet een net bericht
gekregen had.
Men befloot daar op wel,, om den vyand
te Water, en te Land aan te taften; dog
by na alles mislukte ; o f Had geen voort-
gang , ’t zy de aanflag op Bokkenourg,
*t zy die op Baxemboy. t
Ondertuftehen bodeu d ä Tartaren ook
hunne hulp aan, öm gezamentjerhand Co-
■ xinja allen afbreuk te doen; een flikke-
r in g , die hen wel weer wat moet gaf,
„ maar daar ook'al niet veel op völgde...
Men vond ondertuftehen -goed, de
Vrouwen , Kinderen, en alle onnutte
monden, na Batayia te zenden , om het
zoo'veel langer te können harden , en
zoo veel verder met den voorraadteftrek-
ken; dog zeet fchandelyk , ' en laf heftig
quam het den Heer Coyett, en den Raad
voor, dät de Heer Caeuw mede: met de
■Vrouwen verzogt na Batavia te Zeilen;
JV. D e e l ,
dat hem wel uitdrukkéiyk afgeflâgâi wiefd* '
H y bragt daar tegen in , -dät hy ondet
den Formoiaanfchen Raad niet liönd ,' en
dathy derhalven, volgens zynen gehêymda
laft, in weerwil van hen allen, weer ria
Batayia wilde, enzoii vertrekkèir. v
- H y zag.egter daar iia wel, dat dit zon-
der toéftemming van den Raad niet gaan
zou ; weshalven hy zieh gehet daar |iiet
mèer op te denken.
Op öien; zelven tyd nu beiloteô-zyndë,
om ae^aanbiedirig der Tartaren aan' te deinen,
vönd men ook goed eenige dçr be-
fte Schepen met genöegzaam volk nä Tsji-
na te zenden , om n e v en s de Tartafen
Coxinja ’s roagty die-hydaar nög had; aan
te taften , en hem daar dobr van Tayöü^h
ä f t e trekken. ; '
' Xbt deze önderneming bood dé Heér
3Caeuw zyn dienft (zoo het uitwlyk gc-
leek) met vesél' kloekhcrtigheid aan , het
w elk, alzoo men van hem niet de rriinftc
qüade gedagten; h a d o o k aangenömen
wierd dog, in Zèe gekomen zynde; 1w n
hy zeer trouwloos, buiten eâugèh^diujc-
kenden nood , metf twee der -befte Sche-
pen ; de vlugt' eerft na Siam ; ( daar'hy
zeer zotte grillen' met zyn fchieteh aap-
recHtte , dat beter in Tayöuan zou gekomen
hebben) en- dsarna na Bataviä föfri,
waar over hy naderhand vry fkeuwaldaar
met-een geringe géld-boetc , en met eep
rfchorzing in zyn ^ienft vpor 6 maandeh,
Hoe merkelyk deze trouwlooze daad die
van Tayöuan-yä-Zwakt , en höedevyahd,
na 'een menigte van andere ongelukkigfc
voorvajlen, en doör de berichten van ver-
fcheide Overloopers, en voor a.1 door//ans
Jurgen Radis yan Stokfeaart, Sergeant ia
onzen d iä ift ; welke den 16 December
tot hem overliep, hen eindelyk tot hoc
uitqrften gebragt, en den z y January i66z.
de Reduyt CJtrqcht veroverd heeft , kari
men in het voomoemde werk mede wyd-
loopig zien; gelyk hy nu ’ t Kafteel met
zyne werken hoe langer hoe nader quam.
De Heer Coyett had befloten , om dpn
laatften ftorm vgn Coxinja a f te wachten;
dbg dit by den Raad eenparig om 'veelp
redenen tegengefproken zynde, is de Ve-
fting den 1 February 4.0. 1Ö62., op ze-.
kere voprwaarden, daar al mede te zien,
door den Heer Coyet , en den Raad, aaa
hetii -oyergegeven, waar b y de R. Maat-
fchappy niet meer als j 47 iyöo ( de R y x -
daalaer nog tegen 60 Stuy vers gerekend
zynde)' verloren, en Waar van men egter
in Holland, en op Batavia zoodahig
gefchreeuwd heeft , als o f w y ’er milHoS
nen b y hadden laten zitten.
En pm den Leier dit te.klaaider tetoö-
nen, voegen w y een net uittrekzeh^zpp
als 't daar opgebragt wefd; eh waat aan
■dir al gerekend is, b y .«- 7
L t ä t