
Hy had zyfi drie egte gemalinnen, en
veel byzhten, by ¿ich, die alle op zyn
^ Javaahich toegetakeld ,en ganich niet fraei
waren.
- Zyn Edelheid ontfing dien Vörft aan de
V&l-reep j dög hy quam niet aan boord,
Voor dat al zyn wy ven eerft over waren.
Na datzy ontrent een uur by een ge-
weeft waren, geleidde zyn Edelheid dezen
Vörft met zyn fchip, en nog 4 o f f andere,
die hy by zieh had, weer tot ontrent
Bantam, en nam een vriendelyk affcheid
van deh zelven, betuigende aan ons Op-
perhoofd aldaar zyn groot gennegen over
de eer, hem van zyn Edelheid aangedaan.
ln ’t begin van A°. 17O9 ging de Heer
deVos, ordinaar Raad van Indien, na
Bantam, ten over Haan, van welken (zoo my
door den Krankbezoeker Simon Dol, die
dat mede aangezien heeft, bericht is) den
voornoemden tweeden zoon des Konings
van Bantam, als Erf-Prins, gekroond is.
De Heer Zwaardekroon^jegenwoordig
Opperlandvqogd**«m Tnuien, is mede eens
by dezetfVbrKgeweeft, opwelkentyddie
Köfimg]hem weder op Bantam by quam,
juift als’er een predicatie wierd voorgele-
zen,by welk geval hy ’tzakjezienderond
gaan, en niet begrypende, wat ditzeggen
wilde, vraagde hy dat dien Heer, die
hem zeide,dat Wy in’t zelve gewoonwa-
aren iets voor de armen te geven. Hy ver-
öntichuldigde zieh toen van geen geld by
Zig te hebben 5 maar zond daags ’er aan een
zilvere fchotel vol ipaanze matten voor den A\ «705.
armen.
Ao. 170^ is ’er een zeldzstatngeval dp ° vcfgavc
Bataviä gebeurt (Zoo men my Aäo.i 7 t t ver- chriftc« '
haald heeft) dat nairielyk, zekenf Bantam- vrouw aan
ze Vrouw, Chriften geworden, en met dienKo-
een Chriftctt op Batavia getroud' 2ynde, ‘,in8> dic
door dezen Koning verzogt, ehdoor haar den
Edelheden aan hem overgegeven is* die
daar op t&ieerften door hem zeer elendig
ter dbod gebragt wierd. E» toen Henrik
Lueaszoon Caardeel, van Steenwyk, die
gewezen weggeloopfcn Metzekiar, nader-
hand Pangerang Wiragoena1 genaamd , na '
Bantam, uit dewerkplaats van’tambages-
volk der E . Maatiehappy, weggeloopen,
en Moorich geworden was, wierd hy
door haar Edelheden wel zeer ernlHg weder
geeiieht j dog is toen geenzinsophaar
1 verzoekdöördieh Koning weder gegevenj
I maar naderhand, by een ander voorval, Van
[zelfs tot ons weder overgekomen ,en weer
Chriften geworden, lk zal mynegedagten
I overdit geval varidie vrouw, ZöbTkng uit-
ftellen, tot dat ik van de zaken, den Gods-
dienft betreffende, iprekehzal.
Dit, het voornaamfte zynde, dat wy
van de zaken van Bantam wiften tc ^eggen,
zal het nu tyd werden , datwy 'ook
eens van die voomame eh beroemde ftad
Jacatra, en Batavia in des zelfs plaats op
dien eigen grond gebouwd, ondememen te
I fpreken.
Beichry-
vingc van
Batavia.
B E S C H R Ÿ V I N G E
y A N D E S T A D
B A T A V I A
V Y B D E B O E K.
E ER S T E H OOF D S T U E .
BEfcbryvinge van Batavia. Hart gelegénbeid. Schme Reede. De lucbt hier. De
bitte. Middelen daar ïègen. Koelheid. der buiz.en'> en 00k der avondftonden. Om-
trek, lengte, en breedte der ßad. P unten en ver dere ßerkte. De Rivier^ door de
- aardbeving Ao. 1699 zeer bedorven. Gevolgen van die aardbeving. Zeldz.aam voorval
van een Kaejman. Poorten der fiad. Zeer fraeje.ßraaten en grachten dezer ßad.
Ongemakkßn der zelve. En der firaten. Net getal der Hollandfcbc en Cbineefehe
buizen. Getal der tbuin-huizen. Stadbuis. Seherpe wagt der borgen op 7 zelvè.
Teekitting van bet Stadbuis. De kruis-kerk. De Portugeefcbe kerken afgebeeld. Fer-
dere openbare ftads-gebouwen. Het kafieel Batavia. Het plein, en de fiai. Diéren
daar in. Gedaante des kaßeels in teekening. Breedte en lengte. Het kafieel van bin-
- nen in teekening. •De kafleels-kerk. Palets van den Opperlandvo.ogd.van Indien. De
. Pinang-poort. Het verderè 7 geen van dit kafteel te zeggen valt. Buiten-fterkten.
Seboone wegen en thuinen. En verdere fräejigheden buiten de ßad.
I Elyk de riaatn van het 1
j, Koningryk, waar in de- |
3 Ze ftad legt, Jacatra is, !
rl alzoo plagt de hoofdftad
f wel eer 00k dien zelven
naam te dragen , gelyk
J wy breeder daar a f hier
na ijpreken, als wy aanwyzen zullen,; op
wat voor een wyze Batavia is gegrond-
veft, dat pp de zelve plaats, daar wel eer
de ftad Jacatra lag, gelegen is.'
Onder de fteden van net Ooften is ’er
geene, die in heerlykheid, netheit van gd-
bouwen, fchoonheid van belommerde
grachten, cieraad van lyn-rechte ftraaten,
en wegen, mitsgaders in grootheid van
wyd-uitgeftrekten handel,by Batavia kan
vergeleken werden^ Zy is niet alleen die
magtige Koninginne van ’t Ooften, die
daar als op hären throon zit, die vandaar
hare bevelen aan alle onze comptoiren, en
na alle andere geweften van ’t Ooften geeft,
en die, gelyk als de Koninginne der Ko-
ninkryken, en als de volmaaktein ichoon-
heid fgelyk de Geeft Gods jef. 47. y. en
Ezech. 27. 3. van ft vermögend Tyrus
eens zeit) met hären luifter boven alle de
ftedcp,die men daar heeft, uitblinkt j maar
ik kenne 00k zeer weinig fteden in Hplland,
die zoo fraei, doorgaarts Zoocierlyk
gebouwd, en in ’tgemeen van zulkefchoP-
ne huizen yoorzien zyn, behalven dat zy
in wyd-uitgeftrektheid van handel,allede
zelve zeer verre overtreft, selyk ons dat
klaar genoeg blyken zal ter plaatfe, daar wy
(pas voor de befchryving van ’t amptyan
den Opperlandvöogd of Gouverneur Ge-
neraal van Indien) aanwyzen, heedanige
bezendingen haar Edelheden van maand
tot maand te verzorgert hebben.
Zy is op 6 graden en 10 mmuten zui- Haregelc-
der breedte, enop de lengte van 116gra- genheid.
den en 5-4 minuten, op een läge moeraf-
fige grond gelegen, waar door zy in de
morgenftond gemeenelyk als met eenen ne-
vel of damp, die op de geheele ftad legt,
bedekt is, dar men allerbeft, als men ’s morgens
met her aanbreken van den dag van'
de fehepen op de Reede na de ftad vaart,1
befpeuren kan.
Zoo ras egter de zon opkomc,en,voor
al zoo ras de zee-wind begintdoortewae-
jen {dat men gemeenelyk ontrent tien uu-
ren ’s morgens verneemd, en die regen den
avond leggen gaat) werden alle die dam-
pen verttroid, en weggedreven.
Men ziet den blaauwen-bergfömdathy
zieh van verre zoo vertoond, als men op
E f 3- de