buit, en werpen deze onverteerbare deelen, in den vorm
van balletjes, weder door den bek uit. De grootste soorten
evenaren, in grootte, eenen kalkoen; terwijl andere hieromtrent
naauwelijks eenen vink overtrefFen. De wijfjes zijn
steeds, somtijds aanzienlijk, grooter dan de mannetjes. Hunne
vederen hebben meestal eenvoudige kleuren, nooit schitte-
rende, en waarbij men rood, groen noeh blaauw opmerkt.
De Stern is bij de meesten zeer eenvoudig, en niet aange-
naam. Zij telen, in den regel, slechts eens in het ja ar
voort. Het nestkleed der jongen bestaat uit een veelal wit-
achtig dons. Zg bewonen het land of de oevers van zoete
wateren en de zee, en zijn over alle werelddeelen verhreid.
Men kent omstreeks 400 soorten van Roofvogels.
Deze orde bevat twee groote onderafdeelingen, te weten
die der d a g - r o o f v o g e l s , en die der n a c h t - r o o f v o -
ge l s of ui len.
DE DAGROOFVOGELS. UAPÄGES ÜIUimAE.
De dag-roofvogels zijn gekensehetst door hunne z ij w a a r t s
g e r i g t e o o g e n ; hunne t e e n e n , we l k e a l l e v i e r in
e en v l a k l i g g e n ; hunne van eenen krop voorziene raaag;
en hunne zeer kleine blinde da rmen, welke veelal ook ge-
heel ontbreken. Zij g a a n bij d a g of tegen het vallen van
den avond o p r o o f u it, en worden in alle werelddeelen
aan getroffen.
Zij vorraen wederom twee onderafdeelingen, genoemd
V a l k a c h t i g e - en G i e r a c h t i g e r o o f v o g e l s .
DE VALKACHTIGE ROOFVOGELS. R. PALCONÌNAE.
Hunne n a g e l s zi jn p u n t i g en derhalve bijzonder ge-
schikt tot het grijpen en vasthouden van hunnen buit. De
ha l s is k o r t en, e ve n al s de kop, me t v e d e r e n
b e k l e e d , die echter, behalve eenige weinige uitzonderin-
gen, op de teugels, de gedaante van hairaehtige borstels
aannemen. Zij maken hun groot, eenvoudig, maar veelal van
binnen met zachtere stoffen belegd nest uit takjes, op
boomen of in rotspleten, zelden op den grond. Zij zijn over
den geheelen aardbol verbreid.
De verschillende naraen der bij ons voorkoraende soorten
worden door het volk niet zelden verkeerdelijk toegepast.
In Gelderland noemt men ze in het algemeen: Siooivo-
gels; in sommige streken der provincie Utrecht: Kremmen,
en de groote soorten in het bijzonder: duhbele Kremmen;
in Holland niet zelden, met uitzondering der arenden:
Scharpvogels. In het land van Vollenhoven worden alle soorten
onder den zonderlingen naam van Galèe begrepen.
Deze onderafdeeling bevat het grootste getal roofvogels,
en wordt in verscheidene familien of groote geslachten ver-
deeld, van welke echter slechts de volgende in ons land
voorkomen.