De Doerenzxvaluw. Hirundo rustica.
In Groningen Zwaalfje.
L in n ., p. 343, n». 1. — Hirundo domestica, P l in iu s , X ,
cap. 33. — T emm. I , 427; I I I , 297. — N ozem. en S e p p ,
I , 31. — B u e e ., 5 43, fig. 1. — N a um ., pl. 145. — G o u l d ,
pl. 54. — S u s em., V I , pl. '2, fig. 1. — Cercopis rustica,
B o ie .
Geheele lengte 6} tot 7". V 1 e u g e l s 4}". S t a a r t : mid-
del s t e p e n n e n ] | " ; h n i t e n s t e p e n n e n 3}".
H e t b u i t e n ste p a a r s t a a r t p e n n e n s t e r k v e r l
engd. P o o t e n n a a k t , grijsachtig zwart in het roodachtige
speiende. Oog donkerbruin. Bek zwart.
B o v e n d e e l e n en e e n e b r e e d e k r a a g o v e r den
k r o p , m e t a a l g l a n z i g z w a r t b l a a u w , op de pennen
in het roetzwarte overgaande. V o o r h o o f d en k e e l r o o d b
r ui n. O n d e r d e e l e n van den k r o p a f w a a r t s , ros a
c h t i g wi t . I e d e r e s t a a r t p e n , b e h a l v e de b e i d e
m i d d e l s t e n , me t e e n e g r o o t e wi t t e v l e k in h e t
mi d d e n .
Bij de jongen zijn de tinten flaauwer; het wit der onderdeelen
trekt sterk in het rosbruine, en de buitenpennen
van den staart krijgen eerst allengskens hare voile lengte.
De Boerenzwaluw bewoont geheel Europa en het geheele
gematigde Azië tot Japan. Zij komt tot ons in het begin
van April en trekt tegen het begin van October wederom
weg. Men vindt haar, gedurende dezen tijd, in de geheele
noordelijke helft van Afrika. Slechts zelden komt zij later dan
gewoonlijk a an , zoo als dit b. v. in het voorjaar van 1857
het geval was, toen de meesten eerst in de tweede helft
van April op hare standplaatsen versehenen, ln het najaar
trekken zg bij nachttijd weg, en vliegen alsdan minder hoog
dan in het voorjaar, wanneer zij over dag trekken. Zij wordt
in ons geheel land in grooten getale broedende aangetroffen.
Zg kiest tot woonplaats allerlei gebouwen, voornamelijk
stallen, nestelt echter, in onbewoonde streken, in holen van
rotsen. Haar zang is aangenaam. Zij bevestigt haar, uit aarde
en stroohalmen gevormd, vau buiten ruw, inwendig met
vederen bekleed n e st, aan balken of hoeken binnen in de
gebouwen: het heeft de gedaante van eenen hollen, door
midden gesneden kegel. Hare 4 tot 6 eijeren zijn langwerpig
en wit met bruine, paarsche en grijze vlekken. Zij
broedt jaarlijks twee malen.
De Hiilszwaluw. Hirundo urbica.
Ook Metkstaartje. In Groningen Huiszwaatf.
L in n ., p. 344, u». 3. — Hirundo tagopÖda,V.\\A, as ,Zooÿc.
1, p. 532, no. 156. — T emm., I , 428; 111, SOO. — N ozem.
en S e p p , I , 34. — B uee., Enl. 54, fig. 2. — N aum.,
7