i
.-■mil
md tfi
|G i ^ j
‘ â IDe
jongen blijven in het nest, tot dat zij geheel volwassen
zijn.
DE ALKEN. ALCA.
De Alken hebben den bek even kort als de Papegaaiduikers,
maar minder hoog, ofschoon veelal van dwarse
voren voorzien.
De grootste soort van dit geslacht, Älca impennis, L inn.,
die de grootte van eenen Zeeduiker heeft, en vroeger zeer
gemeen aan de kusten van Labrador, IJsland en zelfs de Pär-
Eilanden was, schijnt thans geheel uitgeroeid te zijn. Hare
zeer korte vleugels, ofschoon van kleine slagpennen voorzien,
zijn vinvormig en tot het vliegen geheel ongeschikt.
De twee overige Europeesche soorten van dit geslacht
komen ook in ons land voor.
Me Alk. Alca torda.
Der Alk. Le pingouin. The Auk. 4
L inn., p. 210, n«. I. — Temm., I I , 936; IV, 581. —
Buff., Enl. 1003, 1004. — N ozem. en Sefp, V, 405. —
N aum., pl. 336. — Gould, pl. 401.
Ge h e e l e l e n g t e 15". Vl e u g e l s 6 |" . S t a a r t 3"; wigvormi
g. Bek: l e n g t e , van h e t v o o r h o o f d 1 |" ;
h o o g t e I".
Be k zwart,' bij de ouden m e t dr i e dwa r s e v o r e n ,
van welke gewoonlijk de laatste van eene witte stof voorzien
is. Oogen bruin. Pooten zwart.
Oud: Kop, hals en alle overige bovendeelen bruinzwart,
met een roodbruinen gloed; maar aan weerszijde eene streep
van de punt van het voorhoofd tot aan de oogen, en de
eindzoom der kleine slagpennen wit. Onderdeelen van den
hals naar achteren wit.
Jong: Als de ouden; maar de donkere kleur der bovendeelen
zwart zonder roodbruinen gloed, en het wit den geheelen
onderhals met de keel, en ook de wangen inne-
mende.
Bewoont de koude streken van het geheele noordelijke
halfrond. Broedt in geheel Scandinavie en zelfs op Bornholm.
Verbreidt zich van September af over de kusten van
het grootste gedeelte van Europa, en ook over de onze; gaat
somtijds zelfs tot Marokko, en in Azië tot Japan. Komt
intusschen zelden in het binnenland. Keert dikwijls laat in
het ja ar op zijne broedplaatsen terug. Voedt zich met vischjes.
Het wijfje legt 1 ei op rotsen, zonder eenig nest te
maken. Het ei is vuil wit met bruine vlekken, maar in
grootte en teekening veelvuldig afwijkend.
Me Kleine alk. Alca alle.
L tnn., p. 211, n». 5. — Mergülus alle, Boie. — Uria
minor, Briss. — Mergülus melanoleucos, Ray. — Uria alle.