I I , p. 279. — Turdus , B r e h m , Vögel Deutsch!.,
p. 387. — Turdus Wernerl, Gene, Mem. etc. T u rin , vol. 37,
p. 291, c. fig.— T«rrf«s/3a//zälMÄ, T emm ., afgebeeld in Werner,
Atlas du Manuel. — S c h l eg ., Fauna jap., A v e s , pl. 27.
G e h e e l e l e n g t e 8}". V l e u g e l s 4 f . S t a a r t n a g e n
o e g 3".
Ou d : K op , h a l s en k r o p d o n k e r g r a a u w . E e n e
l a n g e wi t t e s t r e e p b o v e n de o oge n. B o r s t en z ijd
e n v a n d e n r omp r o e s t g e e l . Overige onderdeelen
wit. Bovendeelen olijfbruin. De twee paren buitenstaartpen-
nen met . een weinig wit aan het einde.
Jong: Kop van de kleur vau de overige bovendeelen. Keel
in het midden wit.
De Vale lijster bewoont Japan, Daoerie, Bengalen en
Java. Zij behoort onder de soorten, die, ofschoon zeer zelden,
in ons werelddeel afdwaalden, en eens ook in ons land
werden waargenomen.
B o n a p a r t e , Conspectus, p. 2 7 3 , n». 3 5 , heeft tot deze
soort den niet met zekerheid te bepaleu Turdus obscûrus,
gme l in en la th am gebragt; terwijl hij den even min te
bepaleu Turdus pallidus van g m e l in , op eene Japansche
soort, Turdus daulias, t emm. toepast, die misschien als jo n gere
vogel tot Turdus chrysolans, t emm ., uit hetzelfde la u d ,
behoort.
Oc SibeHsche lij.stcr. Tardus slblrlcus.
P a l l ., ile ise , I I , appendix, u». 1 0 .— Turdus leucocUlus,
P a l l . , Zoogr., I , p. YbO. — Turdus airocyaneus, v. H o m e y e r . -■
Turdus aurorïus, G l o g e r , (jong). — Turdus mutalnlis, Temm.,
Mus. Leid. — Temm., I l l , 98.
G e h e e l e l e n g t e 8". V l e u g e l s 4 |" . S t a a r t 3.
Ou d : G e h e e l b l a a u w a c h t i g l e i k l e u r i g . E e n e
l a n g e wi t t e s t r e e p b o v e n h e t oog. De o n d e r d e k v
e d e r e n van d e n s t a a r t a a n de p u n t wi t .
Jo n g ; Bovendeelen olijfbruin, op den staart en de vleugels
in het roodbruine trekkende. Keel, krop tot over de
zijden van den romp rosachtig geel; de vederen, behalve
in het midden der keel, ronclorn met olijfbruin omzoomd.
Overige onderdeelen wit met olijfbruine vlekken, die op de
borst eene halvemaan-vormige gedaante hebben.
Bij den overgang tot het volkomen kleed begint de lei-
kleur zieh van den kop en hals allengs over het geheele
ligchaam uit te breiden.
Bewoont het noordelijke Siberië, Japan en Java. Dwaalt
op zijne verhuiziugeu van tijd tot tijd naar Europa a f, en
werd ook in ons lan d , zoowel in het volmaakte als over-
gangskleed gevangen.
DE WIBLEWALEN. OEIOLUS.
De Wielewalen zijn v o g e l s u i t de o u d e we r e l d ,
welke ongeveer het v o o r k o m e n en de g r o o t t e van
o n z e Li j s t e r s hebben, wier b e k echter veel k r a c h t i g
e r is, die k o r t e r e p o o t e n hebben en meestal f r a a i