f terlielft der staartpennen, de buik, borst en van hier eene
breede streep tot aan de kin donkerzwart, de zijden van
hals en kop wit.
Onze beide inheemsche soorten zijn de volgenden:
jU c Klevit. Vanellus cristatus.
Der Kiebitz. Le vanneau. The Lapwing.
M ey e r en W o l f , Vögel Deutschl., deel I. — Tringa
vanellus, L in n ., p. 2 48, n<>. 2. — T emm., I I , 550; IV,
362. — B u f p ., Enl. 242. — N ozem. en S e p p , I , 65 ; IV,
371. —- N a um ., pl. 179. — G o u l d , pl. 291.
G e h e e l e l e n g t e 12". V l e u g e l s 8}". S t a a r t 4".
V o e t w o r t e l 1-|".
Bek zwart. Oogen donkerbruin. Pooten vleeschkleurig roodbruin.
D e b i n n e n - en b u i te n s t a ar t p en n en een
we i n i g k o r t e r dan de o v e r i ge n. Aa n h e t a c h t e r h
o o f d een bi indel l a n g e , sma l l e en o pwa a r t s gek
r o m d e ved eren.
Bovenkop, teugels, eene streep onder het oog, keel,
voorhals en krop zwart met staalgroenen weersehijn. Slagpennen
en achterhelft der staartpennen paarsachtig zwart.
Zijden van den kop, borst, buik en voorhelft der staartpennen
wit. Dekvederen van den staart witros. Rug en
vleugels bronsgroen, op de schoudervederen in het koperroode,
op de voor- en buitenzijde van den vleugel in het
staalblaauwe overgaande.
Bij de jongen zijn alle donkere tinten flaauwer eu de
donkere vederen hebben lichte randen.
De Kievit wordt als broedvogel aangetroffen op voor zijne
levenswijze geschikte plaatsen, in geheel Europa noordelijk
tot 61°, in Algerie en in het gematigde Azië tot Japan.
In ons land is hij op alle lage weilanden en raoeras-
sen zeer gemeen. Die bij ons broeden verhuizen gewoonlijk
in September, worden echter door anderen, uit het
noordoosten komende, vervangen. Zoodra de vorst invalt,
vertrekken ook d e z e , ofschoon er, bij zacht weder, niet
zelden verscheiden overwinteren. Hij keert bij ons, omtrent
iu het begin van Maart, op zijne broedplaatsen
terug. Zijne stem en levenswijze zijn h ie rte lande alom bekend.
Hij legt 3 tot 4 eijeren, welke in zestien dagen uitgebroed
worden. Men weet, dat de kievitseijeren als lekkernij zeer
gezocht zijn, en dat er uit ous land jaarlijks voor aanzienlijke
sommen, vooral naar Engeland, uitgevoerd worden.
Ue Fouclklevit. Vauellus squatarola.
Le vanneau suisse.
Tringa squatarola, G m e l ., p. 68 2 , n». 23. — Vanellus
grisèus en helvelìcus, B r i s s ., V, p. 100 en 106. — Van.
melanogasier, B ech s t ., IV, p. 356. — T emm., I I , 547; IV,