I:
De grootste soort van ons werelddeel. Te h e r k e n n e n
a a n h a r e g r o o t t e , haren krachtigen snavel, en geheel
glanzig zwarte in het groen en violet speiende kleur.
De Ilaaf bewoont ons geheel werelddeel, en zij komt ook
in Siberië en in Groenland en Noord-Amerika zuidelijk tot
Mejico voor. Zij is menigvuldig op de Fär-eilanden, en
vele der aldaar levende voorwerpen zijn sterk met wit gevlekt;
diergelijke voorwerpen werden als een eigene soort beschouwd,
welke BRÜNNICH Corvus varìus, v i e i l l o t Corvus
leucophaeus noemde. De Raaf broedt, in zeer kleinen getale,
in de bosschen van ous geheel rijk, en wordt er ook iu den
winter aangetroffen. Haar stemgeluid is zwaar, hol en krassend.
Zij voedt zieh met veldmuizen, mollen, kikvorschen,
hagedissen, slakken, allerlei insekten en derzelver maskers;
rooft de eijeren en jonge vogels uit de nesten, en valt,
vooral in den broedtijd, ook allerlei oude vogels of zoogdieren,
b. V. duiven, kippen, eenden, ganzen, konijnen, hazen
eu zelfs jonge lammeren aan. Zij verduurt de gevangenschap
zeer goed, eu bereikt, zelfs in dezen staat eenen leeftijd
van 100 en meer jaren. Zg is koeu, verdedigt zieh, wanneer
zij aangeschoten is , tegen den mensch, en duldt, gedurende
den broedtijd in den omtrek van een uur of meer
geen van haar gelijken. Zij maakt haar groot nest uit boomtakjes,
op hooge boomen, in andere streken ook op rotsen,
en gebruikt hiertoe niet zelden oude roofvogelnesten. Zij
legt, veelal reeds in Maart en Aprii, 4 tot 5 , somtijds
zelfs 6 tot 7, blaauw- of groenachtig witte, met olijfkleu-
> ft»«
rige vlekjes geteekende eijeren, welke die van de gewone
Kraai niet veel in grootte overtreffen.
Uc Hraai. Corvus corone.
Die Krähe. La corneille. The Crow.
G m e l ., 1 , p. 365. ~ T emm., I , 108; I I I , 38. B u e e .,
Enl. 483. — N ozem. en S e p p , H I , 223. — N a um., pi.
53. — G o u l d , pl. 221.
G e h e e l e l e n g t e o n g e v e e r 17". V l e u g e l s ruim 1'.
S t a a r t 6}".
Te herkenneu aan h a r e g r o o t t e , en e e n k l e u r i g
z w a r t e in he t v i o l e t t e en g r o e n e s p e i e n d e ve de ren.
Zij stelt de Raaf volmaakt, maar op eene mindere
schaal, voor. Ofschoon eene geheel andere soort, heeft zij
echter in haar uiterlijk, in het algemeen veel overeenkomst
met den Rock.
De Kraai is een in het grootste gedeelte van Europa gewone
vogel; zij wordt intusschen in Scandinavië iu het geheel
niet aangetroffen. Zij is in geheel Groot-Brittanje menigvuldig
en aldaar, even als nagenoeg overal een Standvogel.
Zij wordt ook in Siberië en zelfs in Japan aangetroffen. Zij
is in ons land het geheele ja a r door gemeen, zwerft echter
in den winter rond, wanneer men er ook dikwijls in menigte
u it andere streken tot ons komen of door ons land trekken
ziet. Zij voedt zieh met muizen, kikvorschen, wormen, in