li; i'
lii'
If' n
J::
.j:".,.. am
beziën en allerlei plantenzaden bestaat. Het is dien ten
gevolge, dat hÿ op vele plaatsen, waar hij het eene jaa r
in groote menigte nestelde, in het vervolg in het geheel niet
meer of zelden broedende aangetroffen wordt. Velen schijnen
ook in het geheel niet te nestelen, daar zij in het voorjaar
en den zomer, b. v. in Griekenland, tot groote troepen vereenigd,
rondzwerven zonder te broeden. Diergelijke vlugten
worden zelfs in Beijeren waargenomen. Enkele voorwerpen
dwalen ook, in den zomer, tot verder gelegene streken af,
zoo als b. V. tot het overige Duitschland, Frankrijk, België,
ous lan d , Groot-Brittanje, Denemarken en zelfs Scandinavië.
Men ontmoet hen alsdan veelal in gezelschap van
onze Spreeuwen, en het schijnt zelfs, dat enkele paren in
deze van hunne gewone verblijfplaats verwijderde streken
nestelen ; dit schijnt ten minste het geval geweest te zijn
met een, den 14 Julij 1856, bij Haarlem geschoten oud
wijfje, hetwelk eene groote zoogenaamde broedvlek had.
Het werd onder eenen troep Spreeuwen aangetroffen. De
jongen heeft men er niet bij opgemerkt, of wat waarschgnlijker
i s , door hunne groote overeenkomst met die van den gewonen
Spreeuw, over het hoofd gezien. Onze duinen, waar de
sprinkhanen, zelfs in sommige jaren de treksprinkhaan,menigvuldig
ziju en de beziëndragende kattendoorn gemeen is,
kunnen zonder twijfel de voorwaarden aanbieden, noodig tot het
bestaan van een zeker getal dezer vogels gedurende den zomer.
Een ander voorwerp werd in dienzelfden tijd geschoten in de
nabijheid vau het dorp Erzinge in de provincie Groningen.
De Roséspreeuw heeft in zijne levenswijze en zijnen zang veel
overeenkomst met onzen Spreeuw. Hij leeft gezellig tot
groote vlugten vereenigd, nestelt ook gezellig, en veelal in
zulk eene menigte, dat de grond rondom de nesten geheel
wit is van de uitwerpsels dezer vogels. De nesten worden
op den grond of onder steenblokken geplaatst en staan zoo
digt het eene naast het andere, dat zij aan elkaâr raken.
Zij bestaan eenvoudig uit eene flaauwe uitholing, in den
grond gemaakt, die gewoonlijk met eenige grashalmen of
bladeren belegd of daardoor omgeven is. De eijeren zijn
wit, in het parel- of het vleeschkleurige, somtijds in het
blaauwachtige trekkende. Zij broeden slechts eens in het
jaar, en de jongen verlaten het nest in de maand Junij.
DE LEEUWERIKKEN. ALAUDA.
De Leeuwerikken zijn vogels, die in g r o o t t e ongeveer
staan t u s s c h e n een S p r e e uw en e e n e Mu s c h ; wier
b i n n e n s t e k l e i n e s l a g p e n n e n , even als bij de Piepers
en Kwikstaarten v e r l e n g d zijn; die eenen v e r l e n g d
e n en min of meer r e g t e n d u im n a g e l hebben; wier
s n a v e l veelal k o r t e r is d a n de kop, tamel i jk kr acht
i g en k e g e l v o r m i g , somtijds een weinig langer en gekromd;
wier staart middelmatig en aan het einde regt of
een weinig ingesueden is ; wier kopvederen veelal een
weinig verlengd zijn en eene kleine kuif vormeu; wier
19