ill
136
*^’8^ maar nooit op den grond zelven, tot op drie voet
hoogte geplaatst. Het bevat 5 tot 6 witte, met roodbruin
gestipte eijeren. Hij maakt jaarlijks twee broedsels.
DE SPOTVOGELS. HYPOLAIS.
g r o o t e r en k r a c h t i g e r van ma a k s e l dan
de eigenlijke Boschzangersj hun s n a v e l is k r a c h t i g e r ,
b r e e d en me e r a f g e p l a t ; de s t a a r t is e en we i n i g
a f g e r o n d ; zij h e b b e n eene b u i t e n g e w o o n l u i d e
en veelal s c h e l l e s t em, plaatsen hun d i e p n a p v o r mi
g n e s t in h e e s t e r s of op b o omt a k k e n , en ma k
e n , in vele opzigten, den o v e r g a n g tot de R i e t zanger
s .
ln Europa heeft men met zekerheid vier soorten van dit
ondergeslacht waargenomen, van welke slechts eene in ons
land voorkomt. De overigen zijn:
Ficedula polygloita, die in kleur en gestalte veel overeenkomst
heeft met onzen Spotvogel, maar kleiner is; de
eerste slagpen is langer; de tweede naar evenredigheid korter,
de vleugelpunt is korter, en haar zang is veel eentoo-
niger en krijschend. Zij werd in Dalmatie, Ita lie , Frankrijk
cn Marokko aangetroffen.
Ficedula elaeica of ambigua. Grootte en vleugels ongeveer
als bij de voorgaande; maar de bek aanzienlijk langer, en
de bovendeelen grijsachtig olijfbruin, de onderdeelen geelachtig
wit; zij bewoont Griekenland.
137
Hypolaispalltda, g e r v a i s , uit Algerie, wil men ook in Spanje
hebben waargenomen.
Ficedula olivetbrum. Kleur en vaderland van Fic. elaeica,
maar van de grootte van den Nachtegaal, en dus alle overigen
aanzienlijk in grootte overtreffende.
De §potvogeI. Ficedula hypolais.
Ook Geelborstje en Geelbuikje genoemd.
K e y s , en B l a s . p. LVI. — Motacilla hypolais, L inn. , p. 330,
no, 7. — Hippolais salicaria, B r e h m . , Handb. p. 434.
Ilyp. icterina, G e r b e , Revue zooL, 1844, p. 440. Temm.,
I , 222; I I I , 148. — No z em. en S e p p , I I , 101. — Bu pp. ,
Enl., 581, fig. 2 .— N a hm . , pl. 80. — G o u l d . , pl. 133. —
S c h l e g . , Pouillots, fig. I.
G e h e e l e l e n g t e 5". V l e u g e l s n a g e n o e g 3". St aar t
2 >".E
e r s t e s l a g p e n e v e n l a n g al s de g r o o t e v o o r s
t e v l e u g e l d e k v e d e r e n . Tweede slagpen korter dan de
derde, en langer dan de vierde.
Oo g d o n k e rb ru in . P o o t e n l o o d k l e u r i g . S n a v e l v a a l
b r u i n , l ä n g s d e r a n d e n e n a a n d e n w o r t e l r o o d -
g e e l .
B o v e n d e e l e n va a l ge e l ol i j f k l e u r i g . Eene streep
boven het oog en de o n d e r d e e l e n l i c h t c i t r o e n g e e l ,
staart en slagpennen bruin.