op de onderzijde geelachtig roode tinten met kleinere vlekken.
De Slechtvalk is de soort welke het meest algemeen bij
de valkerij gebruikt wordt. De k u n s t, om allerlei wild of
andere vogels met roofvogels te vangen, is oud, en ontstaan
iu de groote vlakten van Middel-Asië. Bij de oude Egypte-
n a ren , Grieken en Romeineu was zij onbekend. Zij is oostelijk
tot Japan verbreid , is ook aan de inboorlingen van Quito
niet vreemd, en, wordt door de Arabische stammen in geheel
Noord Afrika uitgeoefend. Zij schijnt door de Hunnen
naar Europa gebragt te zijn; werd, door de aanraking met
de Arabische stammen, gedurende de kruistogten, meer
verbreid, en tot eene geheimzinnige, zoogenaamde wetenschap
verheven ; bereikte het toppunt van haren glans onder
LODEWiJK x n i van Frankrijk; raakte vervolgens allengs, en
met de groote fransche omwenteling geheel in verval; werd
naderhand tijdelijk in Frankrijk, in ons land eu in Engeland
weder ingevoerd, korteren of längeren tijd daarna echter
afgeschaft, en wordt tegenwoordig in ons werelddeel, slechts
nog in het zuidelijk Rusland en in Groot-Brittanië door
eeuige particulieren uitgeoefend. De valken, welke men tot
de jagt wil afrigten, worden hetzij uit het' nest gehaald,
hetzij in den wilden staat gevangen. Men bedekt hunnen kop
met eene kap, en bevestigt aan hunne pooten [handen bij de val-
kenieren) lederen riemen (schoenen). De valk wordt vervolgens
door dragen op de vuist mak gemaakt ; men ge-
went hem, zijn voedsel van de vuist des valkeniers te
komen halen; men laat hem eindelijk, steeds met eene
nüchtere maag, op het soort van wild vliegen, hetgeen hij
bestemd is te vangen, en voedt hem dadelijk, nadat hij zijne
taak volbragt heeft. De jagt met valken op den Reiger en
de Milaan behoorde to t het verhevenste vermaak van dien
aard, en eerstgenoemde werd, in de omstreken van het L o o ,
tot het jaar 1853 met eenen aan dit bedrijf waardigen glans
uitgeoefend. De nederlandsche valkenieren zijn eeuwen lang
tot op onze dagen als de besten der wereld bekend geweest,
en hun voornaamste en veelal eenige zetel was, sedert
onheugelijken tijd , het dorp Valkenswaard in de Provincie
Noord-Brabant. Het bestek van ons boekje veroorlooft ons
niet, in nadere bijzonderheden te treden omtrent dit bedrijf,
over hetwelk wij met de noodige uitvoerigheid gehan-
deld hebben in ons //Traité de Fauconnerie.^^
líe Cílervalk. Falco gyrfalco.
Der Gyrfalke. Le Gerfaut. The Jerfalcon.
S c h l e g e l , Revue critique, 2 , en Fauconnerie, pl. 3 en
4. — Le Faucon d’Islande, b u i s s o n , I , pl. 31 (oud). —
Le Gerfaut de Norwége, b u f f o n , Enl. 462 (jong); Hist,
nat. d. Oiseaux pl. 13 (oud). — S ch l eg e l , Handboek, Vogels,
pl. 1. fig. 1.
M a n n e t j e : Ge h e e l e l e n g t e 20". VI e u g e l 12.^ tot
13|". S t a a r t 6 } tot 7 f . Voetwortel 2¡-".
Wi j f j e : G e h e e l e l e n g t e 22". V l e u g e l 14 t o t 14f".