594
Larus Audoumn, P ayraudeau. Van de Middellandsche
zee. Kleur als bij Larus c an u s; maar een weinig grooter,
de pooten veel krachtiger en hooger, de bek veel langer, en
van voren rood raet twee zwarte dwarsbanden.
Larus eburnbus, Gmel. Grootte der Kleine zeemeeuw.
Geheel wit; jong met enkele zwarte, ronde vlekken. Pooten
kort en zwart. Bewoont de IJsz e e ; toevallig meer zuidelijk
afdwalende.
Larus gelöstes, L icht, of Larus Lambruschini, Bonap. of Larus
tenuirostris, T emm. Verwant met Larus c an u s, maar ranker,
hooger op de pooten , de bek veel dunner en de voorhelft
der groote slagpennen wit. Bewoont de Middellandsche zee.
He liiirgcmecster. Laru.« glaueus.
Brünn., Orn. bor., p. 4 4 , iff. 148. — T emm., I I , 757;
TV, 467. — N aum., pl. 264. — Gould, pl. 432.
G e h e e l e l e n g t e 26". V l e u g e l s 19". S t a a r t 7}".
Bek okergeel, aan den hoek der onderkaak rood; bij de
jongen vleeschkleurig, de voorhelft bruin. Pooten blaauwachtig
vleeschkleurig. Oogen geel. Rand der oogleden rood.
Gemakkelijk te herkennen aan hare a a n z i e n l i j k e g r o o t t e
en wi t t e s l a g p e n n e n .
Oud; W it; mantel en vleugelvederen licht blaauwachtig
grijs.
Jong: Bruinachtig wit, met bruine vlekken, die op kop
en hals overlangs sta an, op den ru g , de vleugels en den
595
onderbuik dwarsbanden vormen, op den staart als gewaterde
dwarsbanden ineenloopen, en op de onderdeelen als half uit-
gewasschen marmervlekken verschijnen.
Nestelt in de Noordpoollanden. Verlaat zijne broedplaatsen
gewoonlijk in het begin van September; zwerft meer'
zuidelijk, vooral de jongen; komt tamelijk regelmatig, gewoonlijk
na stormen en bij koud weder, tot aan deNoord-
kust van het vaste land van Europa, jaarlijks ook aan onze
k u st, en dwaalt somtijds to t binnen in het land a f, waar hij
alsdan aan rivieren of raeren aangetroffen wordt. Hij maakt
zijn nest uit drooge grashalmen, op kleine heuveltjes of op
uitspringende rotsblokken aan de oevers der rivieren. De
eijeren zijn rosbruinachtig geel, met zwartbruine vlekken.
Me Kleine burgemeester. Larusi leucopterus.
E a b e r , Prodr., p. 9 1 , n». 2. — Larus glaucoides ,Teum.\w
Me y e r en W o l f , Taschenb., Zusätze I I I , p. 197. — Temm.,
IV, 467. — Larus Edmonston. — Larus arcLicus,
Mac Gillivray. — N aum., pl. 265. — Gould, p l 433.
G e h e e l e l e n g t e 20". Vl e u g e l s 15}". S t a a r t 6".
Bek geel, in het groenachtige trekkende. Pooten lichtgeel
Oogen geel.
K l e u r d e r v e d e r e n v o l m a a k t al s de v o o r g a a n d e
s o o r t , di e hij in h e t k l e i n v o o r s t e l t : van de z e
dus d o o r zi jne g e r i n g e g r o o t t e ; raet deze van
' !« ^
?s .
.11 '
r: 1 . ‘
it M.