li
genoeg geene witte vlekken op de vleugels en schouders,
de buik is lichter en heeft weinig witte vlekken , de pooten en
bek zijn groen. Verblijfplaats ais bij de voorgaande soort, zelfs
eenige malen in het Munstersche waargenomen en hoogst
waarschijnlijk ook in ons land voorkomende; door T emminck,
blz. 691, ook ais inlandsche vogel aangevoerd, maar te dikwijls
met Gall. Baillonii verwisseld, om hieromtrent iets met
zekerheid te beslissen.
Oe Hwartellioning. Crex pratensis.
Ook Spriet en Schrick, en in Gelderland Wachtelkoning
genoemd.
Der Wachtelkönig. Le roi des cailles, raie de genet. The
Crake.
Bechst., Nat. Deutschl., IV, 470. — Rallus crex, L inn.,
p. 261, nO. 1. — Gallínula crex, L ath., Ind., I I , 766. — T emm.,
I I , 686; IV, 439. — Buff., Enl. 750. — N ozem. en Sepp,
I I I , 275. — N aum., pl. 236. — Gould, pl. 341.
G e h e e l e l e n g t e 9}". Vl e u g e l s 5}". S t a a r t I f .
Be k I". V o e t w o r t e l 1}".
Bek vleeschkleurig. Oogen bruin. Pooten vuil vleeschkleurig.
G ema k k e l i j k te h e r k e n n e u a a n z i jnen k o r t e n
ma a r h o o g e n s n a v e l , aan de n a a r e v e n r e d i g h e i d
k o r t e t e e n e n en a a n zi jne k l e u r e n .
Vleugels hoog roestrood, de slagpennen donkerder en
valer. Bovendeelen geelachtig olijfbruin, elke veder raet
eene groote bruinzwarte vlek in het midden. Onderdeelen
bij de jongen en in het najaar licht rosbruin, op de keel
en den buik in het witachtige overgaande, op de zijden van
den romp met witachtige dwarsbanden. In het zomerkleed
de onderhals en krop grijs.
De Kwartelkoning bewoont Europa eu gaat in Scandinavie
noordelijk tot 68°. Hij broedt ook op vele plaatsen van
ous rijk ; anderen trekken in September en October door.
Hij overwintert in Afrika en gaat zuidelijk tot over den
Blaauwen Nijl. Hij keert eerst tegen het midden van Mei
terug. Hij nestelt in het hooiland, in graanvelden en zelfs
op de heide in het kreupelbosch. In het najaar ziet men
hem in boschjes of op allerlei velden. Hij broedt slechts
eens en wel, zoo ala de Kwartel, laat in het ja a r, weshalve
het oude volksrgmpje zeer ju ist zegt:
//In de maand van Mei,
« Leggen alle vogels hun ei,
//Behalve de Kwartel en de Spriet,
// Die leggen in de Meimaand niet.”
Hij voedt zieh met insekten en derzelver maskers, met
slakjes en wormen ; valt in de gevangenschap andere jonge
vogels a a n , eu eet hun vleesch met veel smaak. Zijne