IliN
'il
' S I
' 'I 'J(
li
niolemis, t emm. ; zij bewoont Sardinië, Sicilië, Spanje en
Noord-Afrika.
Onze Musch is een Standvogel, die in steden en dorpen
de woningen der menschen tot verblijfplaats k ie st, en
aldaar ondei» de daken en balken, in gaten of reten der
muren huist. Ila re bekendheid met den merisch heeft
haar zeer wantrouwend en listig gemaakt. Zij voedt zieh
met zaden, granen, insekten, beziën, allerlei vruchten, de
weggeworpene overblijfsels der spijzen, en moet als een
nuttige vogel beschouwd worden, daar zÿ vooral veel rupsen
eet: het is derhalve ten onregte, dat men h a a r, om
de schade, die zij aanrigt, te veel vervolgt. Eeue ge-
schiedenis uit het leven vau i' r e d e r i k d e n g r o o t e n bewijst,
welke de gevolgeu van de uitroeijing dezer vogels zijn. Deze
vorst, even verlekkerd op kersen als de Musschen, z ette ,
omdat zij de nog niet geheel rijpe kersen van de boomen
weghaalden, op ieder voorwerp, zoowel van deze als van
de volgende soort, eene prernie van 6 to t 8 periningen. Er
begon nu een vernieiingsoorlog tegen de Musschen, die wel
duizenden van daalders koste, maar het doel werd bereikt;
er was weldra heinde en ver geen Musch meer te zien. Nu
bleek het echter, d a t, ten gevolge der buitengewone ver-
meerdering van de rupsen, na verloop van twee ja re n , niet
alleen aan de kers-, maar ook aan aile andere vruchtboomen,
geene vruchten, ja zelfs geene bladeren te zien waren. Er
bleef nu niets over dan van aile zÿden wederom Musschen
aan te brengen en ze te sparen, hetgeen eene nieuwe uitgaaf
van verscheidene duizenden daalders vereischte. Jammer,
dat de duizenden menschen, die gedurig bezig zijn, de
harmonic in de natuur te verbreken, niet altijd even
dure lessen krijgen! De stem van de Musch is beider en
haar zang, als men dien zoo wil noemen, bestaat uit
afgebrokene harde en zachte klanken. Zij nestelt jaarlijks
twee malen, en wanneer een broedsel mislukt, zelfs drie
malen; de eerste keer reeds in Maart of April. Men vindt
haar g ro o t, uit hooi en stroo gemaakt en van binnen met
vederen belegd nest onder de daken, onder balken, in de
reten en gaten van muren enz., en zelfs in boomholen.
Somtijds gebruikt zij tot onderlaag een oud zwaluwnest,
en maakt haar nest ook, even als de Spreeuw, in bakjes,
welke men tot dit doel van buiten aan de gebouwen op-
hangt. Indien zij geene gescliikte gelegenheid kan vinden
to t het aanleggen van haar ne st, plaatst zij het ook op
boomtakken; maar in dit geval is het kogelvormig en heeft
eene zijdelingsche opening voor den in- en uitgang. Het bevat
3 tot 6, graauw- of blaauwachtig witte, met donker-
grijze vlekken bedekte eijeren.
Me lilngmuscli. Fringllla montana.
Ook Boommusch en Bergmusch genoemd.
Der Feldsperling. Le friquet. The Field-Sparrow.
L in n ., p. 324, iff. 37. — T emm., I , 3.54; I I I , 259. —