'
maar zij wijkt van beide voorgaanden af door hare flaauwere
tin ten : de bovendeelen zijn namelijk bruin roestgeel, de
krop is vaal roestgeel, zijne vlekken zoo als die aan de
zijden der keel zijn lichtbruin, en de vlekken aan de zijden
van den romp ontbreken geheel.
E en , ook tot de familie der Lijsters behoorende vogel,
Ixos obscûrus, t emm . of Ixos barbätus en ashent'éus, bo n a p .,
die echter tot nog toe alleen in Andalusie en Noord-Afrika
tot de Goudkust waargenomen werd, kan onder de Europeesche
vogels met de volgende kenmerken gekensehetst worden
: Bek krachtiger, pooten veel korter dan bij onze Lijsters.
Aanzienlijk grooter dan onze Leeuwerik Vleugels 3 |" .
Staa rt, ruim 3". Hoofdkleur grijsbruin, maar de onderdeelen
van den krop naar achteren lichter, de onderbuik en
de onderdekvederen van den staart wit; kop en staart eenigzins
purperachtig donkerbruin.
De in ons land waargenomene soorten zijn de volgenden.
Me «;waite lijster. Turdus merula.
Ook Merci, in Gelderland en Groningen Gietling genoemd.
Die Amsel. Le merle noir. The Blackbird.
L t n n . , p. 295, n». 2 2 .— Merula vulgaris ,'R.xv. — Temm.,
I , 168; IT l, 90. — B u e f . , Enl., 2 en 555. — N o z em. en
Se p p , I , 18 ; I I , 235 de bovenste figuur; en IV, 383; de
bovenste figuur (bleekkleurige verscheidenheid).
G e h e e l e l e n g t e 9} t o t 10". Vl e u g e l s t o t 5".
S t a a r t 3|".
Te h e r k e n n e n , onder de inheemsche soorten, a a n d e
k l e u r e n , en aan de lengte van den staart, waarin zij
slechts door de Beflijster overtroffen wordt.
Oogen donkerbruin. Pooten zwartbruin.
Zeer jong: Bek bruin. Bovendeelen donkerbruin, met
roestgele lengtevlekken. Onderdeelen licht ros, met bruinachtige
dwarsvlekken. De jongen van de eerste broedsels
ruijen in het eerste najaar en krijgen op deze wijze het
volkomen kleed; die van het laatste broedsel of de achter-
lijke voorwerpen kleuren in het volkomen kleed om.
Jongen in het najaar en oud wijfje: Bruin, maar de borst
en buik lichter, de krop rosbruin, de keel wit, en deze
deelen met bruine overlangsche strepen. Het oüde wijfje
neemt somtijds de kleur van het oude manuetje aan.
O u d ma n n e t j e : G e h e e l zwar t . Be k o r a n j e g e e l .
De Zwarte lijster is over geheel Europa verbreid, maar
zij gaat in Scandinavië noordelijk niet verder dau ongeveer
60°. Zij komt ook in het gematigde en warme Siberië, en
waarschijnlijk zelfs in Japan voor. Zij werd in Klein-Azië
aangetroifen, bewoont Algiers het geheele jaa r door, en werd
zelfs op Madera waargenomen. In ons land is zij overal
waar hout groeit en zelfs in onze tuinen, een algemeene
vogel. Zij is in het warme zoo als ook in vele streken van
het gematigde Europa een Standvogel, en er overwinteren
zelfs velen in het zuidelijke Scandinavië. Anderen uit meer