Boomen. Bladeren enkelvoudig, gaafrandig, dicht vinner-
vig, zelden van onderen behaard. Bloemen in zijdeling-
sche bijschermen; bloemstengels hoekig.
Aantal soorten 7, in den Maleisehen Archipel en Malakka; waarschijnlijk
wordt dit aantal belanrijk vermeerderd bij de bewerking
van de Durionieae, door Beccari in Nederlandsch Indië verzameld.
Er worden toch in Malesia III reeds een 12-tal soorten afgeheeld.
16. L A H IA Hassk.
Kelk onvolkomen 3-spletig, door een napvormig omwindsel
omgeven. Bloembladen 5, aan de basis versmald,
doch niet genageld. Meeldraden oo, hier en daar aan de
basis vergroeid, aan den top in twee takken gespleten, elk
met talrijke vrije, niervormige helmknoppen. Eierstok
5-hokkig; elk bokje met talrijke, in twee rijen geplaatste
eitjes; stijl zeer dik; stempel onduidelijk 5-lobbig. Yrucht
als van Durio.
Een boom met elliptische, gaafrandige, van onder
beschubde bladeren. "Weinige bloemen in dicht beschubde
trossen.
Eéne soort, L. Kutejensis Hassk., in Borneo voorkomende.
17. B O SC H IA Korth.
Kelk bijna kogelvormig, diep 4—5-deelig, met 2S-3,
aan de basis vergroeide, afvallende schutblaadjes. Bloembladen
5, lijn-lintvormig, gaaf of in slippen verdeeld.
Meeldraden talrijk, sommige vrij, andere onregelmatig
samenbangend, de buitenste zonder helmknoppen; helmknoppen
kogelvormig of langwerpig, 1 -bokkig, met eene
eindelingscbe porie openende, op de helmdraden alleenstaande
of in groepen van 2—6. Stuifmeel kogelvormig,
3-kleppig. Eierstok 3—5-hokkig; stijl verlengd; eitjes 1
of meer in elk hokje, klimmend. Vrucht langwerpig, 3—5-
hokkig, 3—5-kleppig; kleppen gestekeld, helder rood.
Zaden weinig, langwerpig, zwart met een vleezigen, oranje-
kleurigen, napvormigen zaadrok, die de halve oppervlakte
van het zaad bedekt; zaadlobben bladacbtig, vleezig.
Boomen met enkelvoudige, gaafrandige, van onderen
beschubde bladeren en kleine, okselstandige bloemen.
Aantal soorten 4, 1 in Malakka, B. Griffithii Mast., en 3 op
Borneo on Sumatra, B. excelsa Korth., B. aoutiflora, Mast. en
B. grandifCora Mast,
18. N E E S IA BI.
Kelk gesloten, ten slotte uitgezet en kussenvormig aan
de basis, buis- of kegelvormig aan den top, en zich daar eindelijk
openend met een cirkelvormigen, onregelmatig gekar-
telden bovenrand. Schutblaadjes 3, tot eene blokvormige buis
vergroeid, welke rondom loslaat en afvalt, evenals de kelk
met schildvormige schubben bedekt. Bloembladen 5, vrij,
in den knop dakpanswijze dekkend. Meeldraden in 5 bundels
welke met de bloembladen afwisselen en zich eik
halverwege in tallooze helmdraden splitsen, waarvan de
middelste, tevens de hoogste, een 2 -lobbigen, en de zijde-
lingsche elk een 1 -lobbigen helmknop dragen, die zich naar
buiten in de lengte opent; helmbindsel dik; stammodien
ontbrekend. Eierstok zeer kort gesteeld, langwerpig, 5-
hokkig; stijl kort, stempel kegelvormig; eitjes talrijk, 2 -
rijig, horizontaal, anatroop. Vrucht eivormig, houtachtig,
gestekeld, hokverbrekend 5-kleppig. Zaden kiemwithou-
dend; zaadrok ontbrekend; zaadlobben plat, bladachtig.
Boomen; takken met groote bladhtteekens. Bladeren
enkelvoudig, vinnervig. Steunblaadjes bladacbtig. Bloeiwyze
uit bijschermen gevormd, welke zich aan den stam ontwikkelen
in de oksels der afgevallen bladeren.
Aantal soorten "3, ééne op Borneo, N. strigosa Mast ééne op
Java, N. altissima BI, en ééne op Malakka, N. synandra Mast.
Bovendien vinden wij in Malesia III de afbeeldingen van 2 andere
soorten van Beccari, waarschijnlijk ook van Nederlandsch Indie,
N. glabra Becc. en N. pilulifeva Becc.
19. COELiOSTEGrIA Benth.
Kelkbladen 5, lancetvormig, aan de basis in evenzoo-
vele zakvormige aanhangsels verlengd en beneden bet
midden tot een 5-lobbigen nap vergroeid, veel langer dan
de 3—4 , met schubben bekleede, van onderen evenzoo
tot eene napvormige buis vergroeide, schutblaadjes. Bloembladen
5 , aan de basis van den kelk vastgebecht en veel
kleiner dan deze. Meeldraden in 5 bundels tegenover de
kelkbladen en met de bases van deze samenhangende ;
helmknoppen klein, min of meer kogelvormig. Eierstok
gedeeltelijk weggedoken in de kelkbuis, 5-hokkig; bokjes
met weinige eitjes; stijl draadvormig; stempel groot,
knopvormig, schildvormig, 5-lobbig. Vrucht onbekend.