openbarstend. Zaden sikkelvormig of niervormig teru°'ge-
kromd; zaadnerf zijdelingsch; zaadhuid aan weerszijden
verlengd.
Onbehaarde of kortharige heesters met rolronde twijgen.
Bladeren gesteeld, vliezig, eivormig of langwerpig lancetvormig,
lang toegespitst, gaafrandig of golvend en fijnge-
zaagd. Bloemen zeer klein, in okselstandige bundels met
onduidelijke schutblaadjes. Vruchten klein.
Aantal soorten 2, waarvan 1 in Engelsch Indië, Coehin China
en China voorkomt, terwijl de andere, BI. Borneensis Cogn., in
Borneo door Beccari werd ontdekt. De eerste werd door Bentham
in zijn Flora Hongkongensis bij de geslachten Oxyspora D C. en
Anplectrum A. Gray opgenoemd.
8. O CH TH O C H A R IS BI.
Kelkbuis breed omgekeerd ei vormig of bijna klokvormig,
onbehaard, rolrond, niet geribd; kelkzoom 5 -tandig, blijvend’.
Bloembladen 5, eivormig, spits. Meeldraden 1 0 , gelijk;
helmknoppen lijnyormig-langwerpig, stomp, min of meer
recht, met 1 porie; helmbindsel aan de basis niet verlengd;
van voren zonder aanhangsels, van achteren met
een knobbel of eene kleine spoor. Eierstok aan de kelkbuis
vastgehecht, 5-hokkig, met gezwollen, onbehaarden
top; stijl recht, draadvormig, met stipvormigen stempel.
Doosvrucht kogelvormig, binnen den vliezigen kelk besloten,
5-kleppig. Zaden onregelmatig, wigvormig, knods-
vormig, met basilairen navel.
Opgerichte en vertakte onbehaarde heesters, met rolronde
twijgen. Bladeren gesteeld, langwerpig of lancetvormig,
fijngezaagd, 3—5-nervig. Bloemen klein, meestal
okselstandig en in tot bundels vereenigde bijschermen,
zelden in losse, okselstandige, eindelingsche bijschermen
of pluimen.
Aantal soorten 5, op Singapore, Tenasserim, Java, Borneo en
Boeroe, nl. O. paniculala Korth., O. Javanica BI., O. Borneensis
BI., O. parviflora Cogn. en O. ovata Cogn. De beide eerste werden
ook tot het geslacht Melastoma L. gebracht.
9. A N E B IN C L E IS T U S Korth.
Kelkbuis behaard, wijd klokvormig, aan de binnenzijde
met zakvormige holten, welke in den knop de helmknoppen
bevatten; lobben 4, klein, priemvormig, blijvend. Bloembladen
4 , klein, eivormig-langwerpig, toegespitst, onbehaard.
Meeldraden 8 , gelijk; helmknoppen in den knop
verborgen in de zakvormige holten aan de binnenzijde
van den kelk, ei-priemvormig, min of meer teruggekromd,
met 1 porie en met aan de basis vrije hokjes; helmbindsel
aan de basis niet verlengd, van voren zonder aanhangsels,
van achteren zeer kort gespoord. Eierstok bijna vrij, 4-
hokkig, aan den top breed uitgehold, 4-lobbig; lobben
met uitgekartelde randen; stijl kort, recht; stempel stip-
vormig. Doosvrucht met 4-kleppigen, breed uitgeholden
top, vliezig, langer dan de blokvormige kelk. Zaden zeer
klein, omgekeerd eivormig-wigvormig.
Grijs viltachtige, kleine boomen, met rolronde, dunne
takken. Bladeren gesteeld, eivormig, toegespitst, gaafrandig,
5—7 -nervig, vooral van onderen viltachtig behaard.
Bloemen in okselstandige en eindelingsche bundels of
schermpjes, ruwbehaard en klein, niet in het oog vallend.
Aantal soorten 5, waarvan 2 in Tenasserim en 1 op Sumatra,
A. hirsutus Korth., en 2 nog onbeschreven, A. Beccarü Cogn. en
A. dispar Cogn., op Borneo. Bentham en Hooker noch Clarke
spreken van de merkwaardige zakjes in den kelk tot berging van
de helmknoppen, door Korthals afgebeeld. Misschien ontbreken zij
■ in de soorten van Tenasserim. Volgens Clarke springt de doosvrucht
met poriën, volgens Korthals met kleppen open.
10. SO N E B ILA Roxb.
Kelkbuis tolvormig, langwerpig of klokvormig, onbehaard
of met borstels bezet; kelkzoom dikwijls verwijd,
met 3 korte, enkelvoudige lobben. Bloembladen 3, eivormig,
omgekeerd eivormig of langwerpig, spits, toegespitst
of stomp. Meeldraden 3, gelijk, (zeer zelden 6 , om den
anderen kleiner); helmknoppen lijnvormig of priemvormig,
dikwijls aan de basis 2 -lobbig, met 1 porie, zelden langwerpig
of -afgeknot en dan met 2 poriën; helmbindsel
aan de basis niet verlengd, soms met 2 knobbels, doch
zonder aanhangsels. Eierstok met de kelkbuis volkomen
of een weinig samenhangende, 3-hokkig; hokjes tegenover
de kelklobben geplaatst; top vrij, breed uitgehold, onbehaard,
dikwijls overwelfd door breede, schubvormige randen
; stijl draadvormig, met afgeknotten en knopvormigen